Zoekresultaten 2181-2190 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:208 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5553

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat deze zonder goede reden een verwijzing heeft geweigerd en zich neerbuigend tegenover klager heeft uitgelaten. Doordat de huisarts als waarnemer werkte en klager nog niet eerder op consult had gehad, kon hij voor zijn medisch oordeel alleen afgaan op wat klager naar voren bracht, zijn bevindingen tijdens het consult en het medisch dossier. Klager was niet psychotisch, niet hallucinatoir en een spoedactie was daarom niet noodzakelijk. Een consult bij een vaste huisarts van de praktijk om de klachten goed in beeld te krijgen en psychische ondersteuning door de POH GGZ, zoals de huisarts na het consult heeft geregeld, ziet het college als op dat moment proportionele zorg. De huisarts was niet verplicht klager een verwijzing te geven. Verder is het college van oordeel dat de huisarts op het consult voldoende aandacht heeft besteed aan de problematiek die klager naar voren bracht en daar ook ruim de tijd voor heeft genomen. Er zijn geen aanwijzingen dat de huisarts zich neerbuigend tegenover klager heeft uitgelaten. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:209 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4886

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is als supervisor tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor de handelwijze van de co-assistent in kwestie. Deze supervisie voldeed inhoudelijk niet aan hetgeen in de gegeven situatie van een redelijk handelend beroepsgenoot verlangd mocht worden. Zo ontbreekt in de verslaglegging door de co-assistent het gegeven hoe groot de knobbel was die hij heeft gevoeld in de borst van klaagster. Een redelijk handelend huisarts had het gebleken gemis aan ervaring en/of inzicht van de co-assistent gecompenseerd door alsnog zelf te interveniëren en meteen te zorgen voor de noodzakelijke vervolgstappen, te weten een doorverwijzing naar een mammapoli of in ieder geval voor het maken van een mammografie. De huisarts erkent dat zij naar aanleiding van de intervisie geen enkele verdere actie heeft genomen ter correctie van de handelwijze van de co-assistent. Deze omissie van de huisarts is haar tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht voor het overige ongegrond verklaard. Klacht deels gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:210 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-344/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft zijn klachten, dat verweerder onvoldoende voor hem heeft gedaan, onbereikbaar was en teveel in rekening heeft gebracht, na betwisting daarvan, onvoldoende concreet onderbouwd. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:199 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-734/AL/MN

    Klacht tegen advocaat wederpartij door de voorzitter kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:148 Raad van Discipline Amsterdam 23-206/A/A 23-207/A/A 23-208/A/A

    Raadsbeslissing; klachten in drie samenhangende zaken. De klacht over verweerders 1 en 2, die luidt dat zij tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld door A als meerderheidsaandeelhouder van Simetra en Simetra als vennootschap bijstand te verlenen in een juridisch geschil tegen Nortra, die minderheidsaandeelhouder is van Simetra, is niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks eigen belang bij Nortra. In gedragsregel 15 is - kort gezegd - bepaald dat een advocaat in het algemeen niet mag optreden tegen een (voormalig) cliënt van hem of van een kantoorgenoot, omdat dit kan leiden tot belangenverstrengeling. Dit betekent dat een mogelijke belangenverstrengeling uitsluitend relevant kan zijn in de verhouding tussen de cliënten van verweerders 1 en 2 onderling. Nortra is geen (voormalig) cliënte van verweerders 1 en 2, zodat haar belangen niet worden beschermd door gedragsregel 15. Hoewel het hof in zijn beslissing van 31 januari 2022 (ECLI:NL:TAHVD:2022:16) heeft geoordeeld dat een advocaat zich ook rekenschap moet geven van de belangen van andere betrokkenen, ook als die niet een (voormalig) cliënt zijn, geldt dit naar het oordeel van de raad niet voor de minderheidsaandeelhouder in een vennootschapsrechtelijk geschil als het onderhavige. Wanneer de minderheidsaandeelhouder het niet eens is met de koers of besluitvorming van de vennootschap staan hiervoor andere wegen open om hiertegen te ageren. De minderheidsaandeelhouder kan via het vennootschapsrecht maatregelen treffen, hetgeen Nortra in het onderhavige geval ook heeft gedaan. De raad beslist hiermee in lijn met de beslissing van de raad van 9 januari 2023 (ECLI:NL:TADRAMS:2023:3). De klacht van verweerders 1 en 2 - hierna klagers - over de gemachtigde van Nortra, hierna verweerder 3, is in alle onderdelen gegrond. De raad rekent het verweerder 3 ernstig aan dat hij zich tot tweemaal toe, en ondanks dat hij is verzocht dit niet te doen, in strijd met gedragsregel 25 lid 1 rechtstreeks tot de wederpartij heeft gewend, terwijl hij wist dat deze door advocaten (klagers) werden bijgestaan. Daarnaast heeft verweerder 3 klagers zonder dat daarmee een rechtens te respecteren belang gediend was persoonlijk aansprakelijk gesteld, hen onderdeel gemaakt van het conflict van hun cliënten en hiermee het conflict onnodig verder gepolariseerd. Daarmee heeft verweerder 3 in strijd gehandeld met de gedragsregels 24 en 5. Dit heeft de raad gebracht tot de conclusie dat verweerder 3 de grenzen van de vrijheid van de advocaat-wederpartij ernstig heeft overschreden en hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Gelet op de ernst en de aard van dit tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen en zijn gebrek aan ter zitting getoond inzicht in de onjuistheid van zijn handelen, acht de raad, ondanks het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerder 3, de maatregel van een berisping met kostenveroordeling passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:205 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-876/AL/MN

    Raadsbeslissing. De raad heeft vastgesteld dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld doordat hij zijn vordering op zijn voormalige cliënt heeft verhaald op het moment dat die cliënt in de schuldsanering zat. Gelet op onder meer de beperkte ernst van dit feit en de omstandigheid dat verweerder in ruim 40 jaar advocatuur niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld en hij bovendien geen advocaat meer is, zal de raad volstaan met de gegrondverklaring van de klacht en bepalen dat er geen maatregel wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:149 Raad van Discipline Amsterdam 23-455/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van lid van raad van de orde van advocaten. Niet gebleken is dat verweerder zich bij de vervulling van die functie zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:200 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-742/AL/MN

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Toevoegingsperikelen. Volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline ligt het belang om in aanmerking te komen voor door de overheid gefinancierde rechtshulp bij de aanvrager, in dit geval de cliënte van verweerster. Geen rechtstreeks belang klager. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:201 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-902/AL/GLD

    Partijen zijn het er over eens dat de advocaat-stagiaire van verweerder de zaak feitelijk behandelde en dat verweerder daarbij alleen op de achtergrond betrokken was. Gelet hierop dient de kwaliteit van de dienstverlening van de advocaat-stagiaire en niet die van verweerder beoordeeld te worden. Klacht ten aanzien van verweerder om die reden (deels) ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:145 Raad van Discipline Amsterdam 23-222/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de eigen advocaat. Anders dan klager, is de raad niet van oordeel dat verweerster in de dienstverlening jegens klager juridisch ondermaats heeft gepresteerd. Evenmin ziet de raad grond om aan te nemen dat verweerster voor haar werkzaamheden excessief heeft gedeclareerd. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is dan ook geen sprake. De klachten van klager over verweerster zijn ongegrond.