Zoekresultaten 2171-2180 van de 42312 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5153

    Klacht tegen verpleegkundige over bejegening en het niet verlenen van zorg aan het zoontje van klaagster. Niet kan worden vastgesteld hoe een en ander precies is verlopen. Het college kan dan ook niet vaststellen dat de verpleegkundige klachtwaardig heeft gehandeld. Dit oordeel berust niet op het uitgangspunt dat het woord van klaagster minder geloof verdient dan dat van de verpleegkundige. Wel is het voor het vormen van een oordeel over de vraag of een bepaalde gedraging tuchtrechtelijk verwijtbaar is, van belang dat eerst wordt vastgesteld welke feiten daaraan ten grondslag gelegd kunnen worden. Deze feiten kan het college dus, ook als aan het woord van klaagster en het woord van de verpleegkundige evenveel geloof wordt gehecht, hier niet vaststellen. Evenmin is gebleken dat de verpleegkundige onvoldoende zorg heeft verleend aan het zoontje van klaagster.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:42 Accountantskamer Zwolle 23/979 Wtra AK

    Ambtshalve beslissing ex artikel 5 lid 4 Wtra, n.a.v. niet betalen opgelegde boete. Oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving voor de duur van zes maanden. De Accountantskamer rekent het betrokkene zwaar aan dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd. Voor het goed functioneren van het accountantsberoep en de in verband daarmee op basis van wetgeving bestaande tuchtrechtspraak ten aanzien van accountants is het immers van groot belang dat tuchtrechtelijke uitspraken geheel worden nagekomen. Door het negeren van een tuchtrechtelijke uitspraak heeft betrokkene bovendien het accountantsberoep in diskrediet gebracht, waardoor ook sprake is van schending van het fundamentele beginsel van professionaliteit.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:133 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-804/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:120 Raad van Discipline Amsterdam 22-873/A/NH

    Verzetzaak. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:127 Raad van Discipline Amsterdam 23-010/A/A

    Verzet buiten de wettelijke verzettermijn ingediend. De raad heeft geen reden gezien om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Het verzet is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:159 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-736/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over advocaat. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager op 27 juli 2021 geen kopie van het verzoekschrift aan hem te sturen. Er is geen (proces)regel die verweerder daartoe verplicht. Gedragsregel 21 is hier niet van toepassing, omdat nog geen sprake was van een aanhangig geding over het ontslag van de executeurs toen verweerder zijn verzoekschrift bij de kantonrechter indiende. Dat geding werd pas aanhangig door indiening van het verzoekschrift en niet door de eerder jegens de cliënte van verweerder uitgebrachte dagvaarding, die immers zag op verdeling van de nalatenschap en niet op het ontslag van de executeurs testamentairs. Er is ook geen (proces) regel die verweerder verplicht om in het verzoekschrift te vermelden dat tussen dezelfde partijen een dagvaardingsprocedure aanhangig was gemaakt. Klacht in beide onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2023:43 Accountantskamer Zwolle 23/980 Wtra AK

    Ambtshalve beslissing ex artikel 5 lid 4 Wtra, n.a.v. niet betalen opgelegde boete. Oplegging maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving voor de duur van zes maanden. De Accountantskamer rekent het betrokkene zwaar aan dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd. Voor het goed functioneren van het accountantsberoep en de in verband daarmee op basis van wetgeving bestaande tuchtrechtspraak ten aanzien van accountants is het immers van groot belang dat tuchtrechtelijke uitspraken geheel worden nagekomen. Door het negeren van een tuchtrechtelijke uitspraak heeft betrokkene bovendien het accountantsberoep in diskrediet gebracht, waardoor ook sprake is van schending van het fundamentele beginsel van professionaliteit.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:134 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-805/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:121 Raad van Discipline Amsterdam 22-757/A/NH

    Verzetzaak. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:101 Hof van Discipline 's Gravenhage 220121

    Bekrachtiging onder verbetering van gronden. In hoger beroep is slechts nog aan de orde of verweerder klager voldoende en tijdig heeft geïnformeerd over het recht op een toevoeging. Het ging in deze zaak om bijstand in de eerste fase van een strafzaak, met voorarrest. Het hof acht aannemelijk dat er bij de eerste ontmoetingen tussen klager en verweerder op het politiebureau onvoldoende tijd was om alles te bespreken. Verweerder valt dus niet te verwijten dat hij de toevoeging niet meteen besproken heeft. Verweerder heeft klager echter niet voldoende voorgelicht over het recht op een toevoeging en de gevolgen van het afzien daarvan. Verweerder is tekortgeschoten aldus in goede voorlichting aan klager over de financiering van zijn bijstand. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder heeft gecontroleerd of klager voor een toevoeging in aanmerking kwam en, indien dat zo was, klager een gewogen beslissing kon nemen tussen bijstand op grond van een toevoeging of op betalende basis. Waarschuwing.