Zoekresultaten 201-210 van de 45005 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7598

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De echtgenote van klaagster is als gevolg van COVID-19 (bij uitgebreid onderliggend lijden) overleden. Nadat de patiënt daags na een positieve zelftest telefonisch overleg met de huisarts heeft gevoerd, heeft de huisarts de klachten onvoldoende uitgevraagd, te weinig rekening gehouden met het feit dat patiënt behoorde tot een risicogroep en heeft een ontoereikend vangnetadvies gegeven. Ook na het bekend worden van een positieve PCR-test, had de huisarts een proactief beleid moeten voeren. Klacht grotendeels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:87 Hof van Discipline 's Gravenhage 250072

    Klaagster wenst aanwijzing van een advocaat om cassatieberoep in te stellen De termijn om cassatie in te stellen is inmiddels verstreken. Dit betekent dat klaagsters doel – een rechtsmiddel instellen tegen deze beslissing – niet meer kan worden bereikt, zodat aanwijzing van een advocaat voor dat doel zinloos is geworden. Reeds op die grond dient het beklag van klaagster te worden afgewezen. Overigens is het hof met de deken, gezien het procesadvies van de cassatieadvocaat, van oordeel dat de procedure die klaagster had willen voeren geen redelijke kans van slagen heeft. Dit is een gegronde reden om het verzoek af te wijzen, wat de deken dan ook terecht heeft gedaan. Door klaagster zijn geen feiten en omstandigheden naar voren gebracht, die haar standpunt dat het cassatie-advies zonder haar toestemming is uitgebracht ondersteunen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7416

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Het komt niet vast te staan dat de huisarts een heupfractuur bij klaagster heeft gemist. Er bestonden tijdens het eerste bezoek geen aanwijzingen voor een trauma of een heupfractuur en tijdens het tweede onderzoek heeft de huisarts adequaat gehandeld door patiënte (met spoed) naar het ziekenhuis te verwijzen. Het verwijt dat het inwinnen van informatie van zorgpersoneel leidt tot tunnelvisie treft geen doel. Datzelfde geldt voor het verwijt dat ten onrechte werd uitgegaan van een psychische oorzaak van de klachten. Er zijn geen aanwijzingen dat klaagster en haar mentor niet serieus genomen zijn. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:88 Hof van Discipline 's Gravenhage 240064

    Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:134 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-724/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht onder eigen advocaat. De raad verklaart diverse klachten over de eigen advocaat ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7723

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts was destijds werkzaam op de huisartsenpost waar klaagster twee keer in vier dagen tijd op consult kwam. Tijdens het eerste bezoek was er geen aanleiding om klaagster door te verwijzen en het college acht het beleid en overleg met een internist zorgvuldig. Tijdens het tweede bezoek aan de HAP heeft de huisarts zorgvuldig gehandeld door klaagster vanwege ernstige verslechtering van de situatie door te verwijzen naar de SEH voor nader onderzoek. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:82 Hof van Discipline 's Gravenhage 250158 250159

    Het hof stelt vast dat de klachten van klager verband houden met de werkzaamheden die verweersters als deken uitvoeren. Van de door hem geformuleerde klacht is echter alleen het eerste stukje geconcretiseerd. In het niet te woord (willen) staan van klager is echter naar het oordeel van het hof geen tuchtrechtelijk verwijt te ontwaren. Voor het overige is de door klager geformuleerde klacht niet onderbouwd. Daarom zal het hof de klachten niet verwijzen. Daarnaast is ontevredenheid over de gang van zaken in het onderzoek door een deken in verband met een door een klager ingediende tuchtklacht in het algemeen geen valide grond om een tuchtklacht tegen de betreffende deken in te dienen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:47 Accountantskamer Zwolle 24/3093 Wtra AK

    Betrokkene is samenstellend accountant van een onderneming. Hij deed ook werkzaamheden voor één van de aandeelhouders voor wie hij onder andere privé-en fiscale aangiften deed. Na het overlijden van die aandeelhouder zijn de aandelen overgegaan naar diens echtgenote, moeder van klaagster. De medeaandeelhouder wilde de aandelen van de echtgenote overnemen. Betrokkene heeft klaagster bericht dat hij geen werkzaamheden meer voor haar moeder kon verrichten, omdat hij de andere aandeelhouder adviseerde. Hij is aangebleven als accountant van de onderneming en heeft als adviseur van de medeaandeelhouder een aandelenwaardering opgesteld. Klaagster verwijt betrokkene onder meer dat hij een aandelenwaardering in het voordeel van de medeaandeelhouder heeft opgesteld, dat hij geen actie heeft ondernomen naar aanleiding van signalen over handelen in strijd met wet- en regelgeving door de onderneming en dat betrokkene volmachten heeft laten opstellen die zeer ruime bevoegdheden gaven aan de medeaandeelhouder.De klacht is gedeeltelijk gegrond. Alhoewel betrokkene als samenstellend accountant wist dat na het overlijden van de aandeelhouder geen aandeelhoudersvergaderingen waren gehouden, heeft hij geen actie ondernomen. Hij heeft de bedreiging voor zijn objectiviteit als gevolg van het zowel optreden als accountant van de onderneming als het optreden als adviseur van een van de aandeelhouders niet tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht. Ook heeft de door hem opgestelde aandelenwaardering geen deugdelijke grondslag. De klachten over het opstellen van conceptvolmachten en tekortschietende communicatie zijn ongegrond. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Aan betrokkene is de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:89 Hof van Discipline 's Gravenhage 240282

    Verweerster heeft haar cliënte (de ex-echtgenote van klager) in het kader van een echtscheidingsprocedure geadviseerd om geld van de gezamenlijke rekeningen af te halen en op haar eigen rekening te zetten. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en een waarschuwing opgelegd. Het hof bekrachtigt de beslissing, maar verzwaart de maatregel tot een berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:83 Hof van Discipline 's Gravenhage 250099

    Afwijzing verzoek tot aanwijzing van een advocaat als bedoeld in artikel 13 lid 1 Advocatenwet. Het hof oordeelt dat het verzoek van klaagster om aanwijzing van een advocaat op goede gronden is afgewezen. De deken heeft terecht geoordeeld dat uit de VSO niet blijkt dat deze overeenkomst opengebroken kan worden.