Zoekresultaten 20651-20660 van de 44264 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:140 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.447

    Klacht tegen een huisarts. De kern van het verwijt (ook in beroep) is dat de huisarts klager bot en/of onheus bejegend heeft, toen klager in de wachtruimte van diens praktijk zat omdat hij een vraag had aan een van de doktersassistentes. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege komt op grond van het schriftelijk en mondeling debat tijdens de terechtzitting in beroep omtrent het handelen van de huisarts tot dezelfde bevindingen als het Regionaal Tuchtcollege en neemt hetgeen het Regionaal Tuchtcollege onder ‘5. De beoordeling van de klacht’ heeft overwogen over de handelwijze van de huisarts hier over. Daarmee onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat er geen aanwijzingen zijn voor enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen of nalaten van de huisarts. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:93 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1058/DB/OB

    Advocaat heeft gemotiveerd uitgelegd waarom de cliënt in een zaak wegens een zakelijk belang niet voor een toevoeging in aanmerking kwam. In een andere zaak is de toevoegingsaanvraag weliswaar even blijven liggen, maar heeft de behandeling van de zaak geen vertraging opgelopen, aangezien gedurende de toevoegingsaanvraag door de advocaat wel werkzaamheden zijn verricht. Gelet op de omvang en de complexiteit van het dossier geen sprake van dusdanig traag handelen, waarvan verweerder tuchtrechtelijk een verwijt dient te worden gemaakt. Dit geldt ook voor de termijn waarbinnen gereageerd is op de ingediende klacht. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:135 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.199 t/m C2016.235

    Klacht tegen 37 huisartsen. Klager presenteert zich als initiator en woordvoerder van een burgerinitiatief dat zich verzet tegen sluiting van een dependance van een huisartsenpost in een gemeente (waar klager niet woonachtig is), waardoor de inwoners van die gemeente voor acute zorgvragen zijn aangewezen op een andere huisartsenpost (in de gemeente waar klager woont). Klager verwijt verweerders – kort gezegd – dat zij weigeren deel te nemen in een door klager voorgestane waarnemingsregeling. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht, primair omdat hij niet kan worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbende en subsidiair omdat er geen sprake is van schending van een tuchtnorm. Het Centraal Tuchtcollege volgt het college in eerste aanleg in het oordeel dat klager in casu niet als rechtstreeks belanghebbende kan worden aangemerkt en derhalve niet in zijn klacht kan worden ontvangen. Aan beantwoording van de vraag of de gemaakte verwijten onder een van de tuchtnormen van artikel 47 lid van de Wet BIG valt komt het Centraal Tuchtcollege daarmee niet toe. Het beroep van klager wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:136 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.300

    Klager werd volgens het mutatierapport van de politie aangehouden omdat hij gevaarlijk rijgedrag had vertoond. Hij weigerde mee te werken aan een alcoholtest. Omdat klager zeer verward en mogelijk psychisch niet in orde overkwam is verweerder, forensisch arts, ingeschakeld. Klager is diabetespatiënt. De politie heeft het rijbewijs van klager ingevorderd. Met verwijzing naar het mutatierapport en de mededeling van de politie aan het CBR verwijt klager verweerder dat hij: 1) een uitspraak heeft gedaan over het innemen van klagers rijbewijs, 2) klager geen spreekkamer heeft aangeboden, 3) de politie heeft geïnformeerd over de suikerziekte, 4) niet heeft uitgelegd wat hij zou onderzoeken en rapporteren, 5) ten onrechte een verwijsbrief heeft geschreven, 6) klager geen afschrift van zijn dossier heeft gegeven, 7) geen onderzoek heeft gedaan, en 8) de huisarts heeft geïnformeerd terwijl klager dar niet mee akkoord was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 3 en 4 gegrond verklaard en de arts ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voor het overige is de klacht afgewezen en is publicatie gelast van de beslissing na het onherroepelijk worden daarvan. Nadat de arts in beroep is gegaan van deze beslissing heeft het Centraal Tuchtcollege de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege vernietigd en de klacht ook in de onderdelen 3 en 4 als ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:89 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1015/DB/OB

    Klager sub 3 overlijdt. Na de deken en verweerster te hebben gehoord geen redenen van algemeen belang, die nopen tot voortzetting van de behandeling van zijn klacht. Verweerster heeft in haar beslagrekest de beslagrechter onjuist en onvolledig ingelicht in de zin van het bepaalde in artikel 21 Rv en handelt daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar. Aangezien de vordering waarvoor beslagverlof werd gevraagd, enige grondslag ontbeert, had het voor verweerster duidelijk moeten zijn dat het beslagverlof op onterechte gronden was gevraagd en verkregen. Onder deze omstandigheden had verweerster op verzoek/sommatie van klaagsters het beslag dienen op te heffen en is het tegen beter weten in en zonder redelijk doel handhaven van het beslag tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2016:4 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 16/01

    Hond. Nalatig handelen bij onder narcose brengen en bij de operatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:137 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.389 t/m c2016.425

    Klacht tegen 37 huisartsen. Klager verzet zich persoonlijk maar ook namens een burgerinitiatief tegen sluiting van een dependance van een huisartsenpost in de gemeente waar klager woonachtig is, waardoor de inwoners van die gemeente voor acute zorgvragen zijn aangewezen op een huisartsenpost in een andere gemeente. Klager verwijt verweerders – kort gezegd – dat zij weigeren deel te nemen in een waarnemingsregeling in een extra huisartsenpost in de woonplaats van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht omdat er geen sprake is van schending van een tuchtnorm. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep klager.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:90 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-253/DB/OB

    (Vermeende) fouten en onjuistheden in het proces-verbaal van de zitting rechtvaardigen vormen geen grond voor wraking. Verzoek tot wraking afgewezen.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2016:5 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 16/02

    Operatie hond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:138 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.309

    Klacht tegen verpleegkundige over toediening verkeerde hoeveelheid insuline aan diabetespatiënt en de wijze waarop gehandeld werd toen een lage bloedsuikerwaarde werd geconstateerd. Regionaal Tuchtcollege verwerpt de klacht en ook het beroep wordt verworpen. Het Centraal Tuchtcollege overweegt wel dat, hoewel van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van de verpleegkundige geen sprake is, de verpleegkundige er beter aan gedaan zou hebben als zij op het moment dat de lage bloedsuikerwaarde werd geconstateerd de huisartsenpost of diabetesverpleegkundige had geconsulteerd, dan wel in elk geval de thuiszorgverpleegkundige die later in de dienst bij klager thuis zog komen had geïnformeerd. Korte geanonimiseerde samenvatting van de zaak, zoals steeds per zaak te vinden is op de site www.tuchtrecht.nl