Zoekresultaten 191-200 van de 13415 resultaten

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:52 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/48

    Beklaagde wordt verweten dat hij het afgeven van stambomen van kortsnuitige honden faciliteert. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A23023/5641

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft klager in het kader van een second opinion onderzocht. Zij heeft de eerder gestelde diagnose Autismespectrumstoornis bevestigd en dat in een gesprek met klager en zijn ouders besproken. Klager verwijt de psychiater dat zij een diagnose heeft gesteld die niet helemaal juist was en die hem schade heeft berokkend en dat de psychiater hem tijdens het gesprek onheus heeft bejegend. Het college heeft geen aanwijzingen dat het onderzoek van de psychiater onzorgvuldig is geweest; de diagnose kon uit haar bevindingen volgen. Het college kan niet vaststellen dat klager onheus is bejegend. Klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6174

    Deels gegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster was onder behandeling bij een GGZ instelling in verband met PTSS. Voor de medicamenteuze ondersteuning kwam zij bij de psychiater in behandeling. Naast de medicatie heeft klaagster ook een (geneeskundige) verklaring gevraagd over haar behandeling/medicatie in verband met een lopende strafzaak waarin zij benadeelde partij is. Over deze verklaring is tussen klaagster en de psychiater wrijving ontstaan. Zij heeft hierover een klacht ingediend bij GGZ instelling. Daarna is de behandeling beëindigd tegen de wil van klaagster. Klaagster verwijt de psychiater onder meer onheuse bejegening ten aanzien van de gevraagde brief en onrechtmatige opzegging van de behandelovereenkomst. De klacht over de beëindiging van de behandelovereenkomst is gegrond verklaard. Het college begrijpt dat op medisch-inhoudelijke gronden de behandelingsovereenkomst met klaagster is beëindigd, maar de wijze waarop de psychiater de beëindiging van de behandelovereenkomst heeft vormgegeven is niet voldoende zorgvuldig. Het had op de weg van de psychiater, tevens regiebehandelaar, gelegen om hierover zelf een persoonlijk gesprek met klaagster te organiseren. De overige klachtonderdelen worden afgewezen. Klacht deels gegrond verklaard, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:109 Hof van Discipline 's Gravenhage 230176

    Klacht tegen advocaat wederpartij. De advocaat van de man wordt verweten in een procedure over het gezag van de dochter een tweetal verklaringen van een psycholoog van de man in het geding te hebben gebracht terwijl zij wist dat voor een van de verklaringen de psycholoog door het regionaal medisch tuchtcollege is berispt. Het hof volgt de raad dat het (ongeclausuleerd) overleggen van de verklaringen waarin grievende uitlatingen over de vrouw staan, onnodig waren. De belangen van klaagster zijn daardoor nodeloos geschaad. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5460

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een radioloog.  Klaagster heeft na een val van de trap vanwege pijnklachten aan de voet op 16 mei 2015 de SEH van het ziekenhuis bezocht. Bij de die dag gemaakte röntgenfoto’s was de radioloog betrokken. Klaagster verwijt de radioloog dat hij de luxatie van het Lisfranc-gewricht heeft gemist, waardoor een verkeerd behandelbeleid, namelijk een conservatief beleid, is ingesteld. De radioloog heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college constateert geen gebreken in de wijze van totstandkoming of de kwaliteit van de betreffende beelden. Daarvan valt de radioloog dan ook geen verwijt te maken. Het college oordeelt verder dat de radioloog in redelijkheid op de beelden van 16 mei 2015 geen Lisfranc-luxatie had moeten zien. Er waren geen, voor een dergelijke zeldzame luxatie, evidente standsafwijkingen of fracturen te zien op de röntgenfoto’s. Ook valt voornoemde luxatie vaak niet goed te constateren op beeld, dat was ook bij klaagster het geval. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is. 

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5312

    Bedrijfsarts: Verweerder wordt verweten dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden door zonder toestemming van klaagster medische informatie met klaagster te bespreken in video-driegesprekken waaraan ook haar werkgever heeft deelgenomen. Gegrond. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5459

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een radioloog.  Klaagster heeft na een val van de trap vanwege pijnklachten aan de voet op 16 mei 2015 de SEH van het ziekenhuis bezocht. Bij de die dag gemaakte röntgenfoto’s was de radioloog niet betrokken. De radioloog was alleen betrokken bij het beoordelen van de röntgenfoto’s van de voet op 6 juli 2015. Enkele dagen later is klaagster na een second opinion geopereerd in een ander ziekenhuis in verband met verdenking op een luxatie van het Lisfranc-gewricht. Klaagster verwijt de radioloog dat hij de luxatie van het Lisfranc-gewricht van haar voet heeft gemist, waardoor een verkeerd behandelbeleid, namelijk voortgang van het conservatief beleid, is ingesteld. De radioloog heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Bij het laatste röntgenonderzoek op 6 juli 2015, zijn er opnamen gemaakt van beide voeten in twee richtingen en ook belaste opnamen. Dit traject is adequaat en overeenkomstig de staande praktijk  Het college constateert geen gebreken in de wijze van totstandkoming of de kwaliteit van de betreffende beelden. Daarvan valt de radioloog dan ook geen verwijt te maken. Het college oordeelt verder dat de radioloog in redelijkheid op de beelden van 6 juli 2015 geen Lisfranc-luxatie had moeten zien. De vergelijking tussen de linker- en de rechtervoet, waarbij de behandelend chirurg de radioloog overigens gericht gevraagd heeft naar een mogelijke luxatie in het Lisfranc gewricht, toont geen standsafwijkingen, wat wel te verwachten is bij een dergelijke luxatie. Ook valt voornoemde luxatie vaak niet goed te constateren op beeld, dat was ook bij klaagster het geval. Het college oordeelt dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5949

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een radioloog. Klaagster verwijt de radioloog dat hij haar niet op de hoogte heeft gebracht van het feit dat zij een justitiële monitor in haar hoofd heeft. Hij had dit 1) moeten zien op een CT-scan die hij heeft beoordeeld op 26 februari 2021, nadat patiënte zich met een hoofdtrauma had gemeld op de SEH van het ziekenhuis en 2) dit met klaagster moeten bespreken. De radioloog heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. De leden-radiologen van dit college hebben de beelden goed bekeken en geen lichaamsvreemde voorwerpen waargenomen. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat zich in het hoofd van klaagster een (justitiële) monitor bevindt. Dat betekent dat het college niet kan vaststellen dat de radioloog een fout zou hebben gemaakt. Bovendien behoort het tot de taak van de arts die een onderzoek aanvraagt (de SEH-arts) om de uitslag van dat onderzoek met de patiënt te bespreken. De radioloog kan geen tuchtrechtelijke verwijt worden gemaakt. De klacht is daarom kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5865

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een radioloog. Bij klager is in 2018 een röntgenfoto van de buik gemaakt. Een radioloog in opleiding heeft onder supervisie van verweerster de foto beoordeeld en daarvan verslag gedaan. Klager verwijt verweerster dat hij een overdosis straling heeft gekregen bij het maken van de X-buikoverzichtsfoto en dat hij op 14 augustus 2018 is geweigerd op de SEH. De radioloog heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college heeft het beschikbare dosisrapport opgevraagd en bestudeerd van de door een laborant gemaakte röntgenfoto. Op basis daarvan heeft het college vastgesteld dat klager geen overdosis aan straling heeft gekregen bij het maken van de röntgenfoto. Het klachtonderdeel is ongegrond. Voorts stelt het college vast dat de radioloog niet betrokken is bij de zorg van klager op de SEH op 14 augustus 2018. Beide onderdelen van de klacht zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5866

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een radioloog. Bij klager is in 2018 een röntgenfoto van de buik gemaakt. De radioloog, verweerder was destijds in opleiding en heeft, onder supervisie van een andere radioloog, de foto beoordeeld en daarvan verslag gedaan. Klager verwijt de radioloog dat hij een overdosis straling heeft gekregen bij het maken van de X-buikoverzichtsfoto en dat hij op 14 augustus 2018 is geweigerd op de SEH. De radioloog heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college heeft het beschikbare dosisrapport opgevraagd en bestudeerd van de door een laborant gemaakte röntgenfoto. Op basis daarvan heeft het college vastgesteld dat klager geen overdosis aan straling heeft gekregen bij het maken van de röntgenfoto. Het klachtonderdeel is ongegrond. Voorts stelt het college vast dat de radioloog niet betrokken is bij de zorg van klager op de SEH op 14 augustus 2018. Beide onderdelen van de klacht zijn kennelijk ongegrond.