Zoekresultaten 191-200 van de 46266 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:245 Hof van Discipline 's Gravenhage 240240

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij in een familiezaak over de wijze waarop verweerster heeft geprocedeerd en de wijze waarop zij zich in verschillende procedures over hem heeft uitgelaten. De raad heeft de klacht grotendeels gegrond verklaard en verweerster een voorwaardelijke schorsing opgelegd. Het hof vernietigt de beslissing van de raad voor zover het betreft de wijze waarop verweerster heeft geprocedeerd en met betrekking tot de opgelegde maatregel. Het hof is echter met de raad van oordeel dat verweerster zich onnodig grievend over klager heeft uitgelaten in verschillende processtukken en bekrachtigt de beslissing van de raad in zoverre. Het hof legt verweerster de maatregel berisping op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:198 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2679

    Klacht tegen neurochirurg. Klaagster had een zwelling in de hals waarvoor de huisarts haar heeft doorverwezen naar een ziekenhuis. Klaagster is daar neurologisch onderzocht en er is een MRI gemaakt. In verband met een verdenking van een cervicaal schwannoom (zeldzame zenuwtumor in de hals) is klaagster op haar verzoek voor een second opinion naar een ander ziekenhuis verwezen. Daar is de situatie van patiënte in een werkgroep besproken en is geadviseerd: “Vervolgen. Bij groei of klachten resectie”. De neurochirurg was als lid van deze werkgroep bij dit overleg betrokken. Klaagster is vervolgens voor verdere behandeling terugverwezen naar het eerste ziekenhuis. Klaagster verwijt de neurochirurg dat hij haar – tegen haar uitdrukkelijke wens in – heeft terugverwezen naar het eerste ziekenhuis en dat het tweede ziekenhuis haar niet als patiënt heeft overgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:204 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2762

    De gz-psycholoog was de regiebehandelaar van klager bij een GGZ-praktijk. Klagers eigen behandelaar kreeg een andere functie en stopte haar werkzaamheden bij de praktijk. Klager bleef contact met haar zoeken, ook nadat de voormalig behandelaar zei dat ze dat niet wilde en ook de gz-psycholoog hem daarop had gewezen. Om die reden ging de praktijk over tot beëindiging van de behandelingsovereenkomst en verwees klager terug naar de huisarts. Klager is van mening dat de gz-psycholoog geen dringende reden had voor de opzegging en dat hij geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor de voortgang van de behandeling. Verder klaagt hij over schending van de geheimhoudingsplicht doordat de gz-psycholoog zonder goede grond informatie over klager met collega’s en met de office-manager heeft gedeeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met dit oordeel.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:246 Hof van Discipline 's Gravenhage 240357

    Klaagster heeft een klacht ingediend tegen haar voormalige advocaat die haar bij heeft gestaan bij een civielrechtelijke procedure bij de kantonrechter. Volgens klaagster heeft verweerder onvoldoende met haar gecommuniceerd en heeft hij zonder haar goedkeuring processtukken ingediend. De raad heeft de klacht van klaagster op deze punten gegrond verklaard en heeft aan verweerder de maatregel van berisping opgelegd. Verweerder is in beroep gekomen tegen de gegrondverklaring en tegen de opgelegde maatregel. Het beroep slaagt. Het hof vernietigt de beslissing van de raad voor zover de klachtonderdelen d) en e) daarin gegrond zijn verklaard en verklaart deze klachtonderdelen alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:199 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2680

    Klacht tegen een neuroloog. Klaagster had een zwelling in de hals waarvoor de huisarts haar heeft doorverwezen naar een ziekenhuis. Klaagster is daar neurologisch onderzocht en er is een MRI gemaakt. In verband met een verdenking van een cervicaal schwannoom (zeldzame zenuwtumor in de hals) is klaagster op haar verzoek voor een second opinion naar een ander ziekenhuis verwezen. Daar is de situatie van patiënte in een werkgroep besproken en is geadviseerd: “Vervolgen. Bij groei of klachten resectie”. De neuroloog was als lid van deze werkgroep bij dit overleg betrokken. De neuroloog heeft de bevindingen van de werkgroep telefonisch met klaagster besproken en de verwijzend neuroloog van het eerste ziekenhuis schriftelijk op de hoogte gebracht. Klaagster is vervolgens voor verdere behandeling terugverwezen naar het eerste ziekenhuis. Klaagster verwijt de neuroloog dat zij a) haar – tegen haar uitdrukkelijke wens in – heeft terugverwezen naar het eerste ziekenhuis en dat het tweede ziekenhuis haar niet als patiënt heeft overgenomen en b) dat zij bij de terugverwijzing geen advies heeft gegeven over het risicoprofiel of hoe deze tumor klinisch-radiologisch te vervolgen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:205 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2763

    De psychotherapeut was de regiebehandelaar van klager bij een GGZ-praktijk. Klagers eigen behandelaar kreeg een andere functie en stopte haar werkzaamheden bij de praktijk. Klager bleef contact met haar zoeken, ook nadat de voormalig behandelaar zei dat ze dat niet wilde en ook de psychotherapeut hem daarop had gewezen. Om die reden ging de praktijk over tot beëindiging van de behandelingsovereenkomst en verwees klager terug naar de huisarts. Klager is van mening dat de psychotherapeut geen dringende reden had voor de opzegging en dat hij geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor de voortgang van de behandeling. Verder klaagt hij over schending van de geheimhoudingsplicht doordat de psychotherapeut zonder goede grond informatie over klager met collega’s en met de office-manager heeft gedeeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met dit oordeel.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:247 Hof van Discipline 's Gravenhage 240356

    Klager heeft een klacht ingediend tegen zijn voormalig advocaat die hem heeft bijgestaan in een civielrechtelijke procedure. Klager verwijt verweerder (voor zover in hoger beroep van belang) dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door zich zes dagen voor de zitting bij het gerechtshof te onttrekken. De raad heeft deze klacht gegrond verklaard en aan verweerder de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het hiertegen door verweerder ingestelde hoger beroep slaagt. De zitting bij het gerechtshof betrof een comparitie na aanbrengen met uitsluitend als doel het beproeven van een schikking. Omdat klager zelf te kennen had gegeven niet aanwezig te zullen zijn, was de kans dat de zitting doorgang zou vinden nihil, terwijl zelfs in het geval de zitting wel doorgang zou hebben gevonden er geen sprake kon zijn van procedureel nadeel voor klager. Het hof vernietigt de beslissing van de raad voor zover de klacht met betrekking tot de onttrekking door verweerder gegrond is verklaard en verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:206 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2830

    Ongegronde klacht tegen een tandarts. Klager is ontevreden over de behandeling door de tandarts. Klager verwijt de tandarts dat hij twee niet goed passende protheses heeft, dat hij (de tandarts) een behandeling met implantaten probeerde af te dwingen en dat hij zich in maart 2023 verbaal en fysiek intimiderend heeft gedragen ten opzichte van klager. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:18 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2025/24

    De moeder van klager heeft in haar testament de kandidaat-notaris met de meeste werkjaren binnen het kantoor van de notaris benoemd tot executeur/afwikkelingsbewindvoerder in haar nalatenschap. Na moeders overlijden heeft deze kandidaat-notaris de benoeming aanvaard en meteen daarna een andere executeur/afwikkelingsbewindvoerder in haar plaats gesteld. Klager verwijt (het kantoor van) de notaris betrokken te zijn bij deze onrechtmatige en onredelijke indeplaatsstelling.De kamer heeft de klacht tegen het notariskantoor niet-ontvankelijk verklaard. De klacht tegen de notaris is gegrond verklaard voor zover het gaat om de schending van haar zorgplicht tegenover klager en het onvoldoende bewaken van haar onafhankelijke positie. Aan de notaris wordt een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:248 Hof van Discipline 's Gravenhage 240311

    Klager heeft een klacht ingediend tegen de advocaat van de wederpartij. Klager verwijt verweerder zijn geheimhoudingsverplichting te hebben geschonden, door een e-mail van zijn advocaat integraal te citeren in zijn spreekaantekeningen. Het hof is met de raad van oordeel dat verweerder de normen van gedragsregel 26 en 27 niet heeft geschonden en bekrachtigt de beslissing van de raad.