Zoekresultaten 14891-14900 van de 42215 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:152 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180002

    Eindbeslissing. Klacht advocaat wederpartij. Het hof acht - alles afwegende - het, gelet op de discrepantie tussen de deskundigenrapporten in de letselschadezaak en het grote financiële belang van de cliënte van verweerster (schadeverzekeraar), in de onderhavige zaak niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat verweerster haar cliënte niet heeft weerhouden een observatieonderzoek naar klagers door een privaat onderzoeksbureau te laten uitvoeren teneinde te bezien of daarmee de conclusies van een deskundige konden worden versterkt, hoezeer daarmee ook een ernstige inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van klagers. Dat de rechtbank in een later vonnis, nadat verweerster de betreffende conclusie al had genomen, het observatierapport heeft bestempeld als onrechtmatig verkregen bewijs doet aan het voorgaande niets af. Verder acht het hof het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat verweerster onder verwijzing naar de deskundigenrapporten een beroep heeft gedaan op wetsartikelen en daarbij wettelijke termen, zoals ‘opzettelijke misleiding’, heeft gehanteerd. Bekrachtiging. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:153 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180050

    Klacht over eigen advocaat. Het doorlopen van een interne klachtenprocedure van het kantoor van de advocaat in kwestie is geen vormvereiste voor de toegang tot de onderhavige tuchtprocedure. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de inboedellijst niet bij de rechtbank in te dienen. In het licht van de kernwaarde deskundigheid (zie art. 10a lid 1 sub c Advocatenwet) lag het op de weg van verweerder om navraag te doen bij zijn cliënt als hij een document, dat in het kader van de behartiging van de belangen van zijn cliënt nodig is voor het voeren van de procedure, niet (tijdig) heeft ontvangen van zijn cliënt. Voorts acht het hof niet geloofwaardig dat verweerder een klachtbrief van klager niet heeft ontvangen. Het is tuchtrechtelijk verwijtbaar dat verweerder niet heeft gereageerd op de klachtbrieven van klager. Bekrachtiging beslissing raad. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:147 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180060

    Klacht advocaat wederpartij. Het hof is van oordeel dat de inhoud van de mails tussen verweerster en de advocaat van klager geen blijk geeft van chantage door verweerster, maar eerder van een op zich zelf verstandige poging confraterneel aan te sturen op de-escalatie van het conflict. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht dat verweerster het dagboek van klager heeft ingebracht in de procedure bij het gerechtshof in 2012, omdat de termijn van drie jaren als bedoeld in art. 46g lid 1 sub a Aw was verstreken. Anders dan de raad is het hof van oordeel dat klager wel ontvankelijk is in zijn klacht over de verstrekking van zijn dagboek door verweerster aan een onderzoeksbureau. Het hof verklaart dit klachtonderdeel ongegrond. Al zou verweerster het dagboek ter beschikking van het onderzoeksbureau hebben gesteld, dan is dit niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Dit onderzoeksbureau is in opdracht van de cliënte van verweerster gevraagd een deskundig en objectief onderzoek in te stellen naar de informatie die de cliënte van verweerster over klager heeft. De deskundige heeft de relevantie van het aangeboden materiaal beoordeeld en verwerkt in het uiteindelijke rapport dat voor de cliënte van verweerster van belang kon zijn in het kader van het geschil dat aan de rechter is voorgelegd. Dit past binnen de ruime mate van vrijheid van een advocaat om de belangen van zijn cliënt te behartigen. Klacht deels niet-ontvankelijk. Voor zover ontvankelijk verklaard, is de klacht ongegrond. Deels bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:154 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180201

    Voorzittersbeslissing. Het hoger beroep is gericht tegen de ongegrondverklaring van het verzet van klaagster door de raad. Appelverbod (art. 46h lid 7 Aw). Het hoger beroep wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:148 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180047

    Klacht eigen advocaat. Niet gebleken is dat, zoals klaagster stelt, een vaste prijsafspraak zou zijn gemaakt tussen verweerder en klaagster. Voorts hoefde verweerder geen toevoeging aan te vragen, omdat klaagster een zakelijk geschil heeft voorgelegd aan verweerder. Verder is niet gebleken dat de kwaliteit van de dienstverlening van verweerder onder de maat is. Wel valt verweerder tuchtrechtelijk te verwijten dat hij zich in strijd met gedragsregel 28 lid 2 op een retentierecht en een eerder ingenomen standpunt van de deken beriep. De situatie van klaagster en verweerder was namelijk al snel anders ontwikkeld dan waar de deken vanuit mocht gaan en verweerder houdt een eigen verantwoordelijkheid om in lijn met de gedragsregels ( ic 28 lid 2) te handelen. Waarschuwing. Kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:155 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180073

    Art. 13-beklag. Niet ontvankelijk in beklag wegens overschrijding zes weken-termijn uit art. 13 lid 3 Advocatenwet. Geen (valide) argumenten gesteld of gebleken die de termijnoverschrijding verschoonbaar zouden kunnen maken.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:112 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-383/DB/ZWB

    Niet gebleken dat verweerder klager niet heeft teruggebeld noch dat hij de zaak niet voortvarend genoeg ter hand heeft genomen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2018:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2018/41

      Klacht tegen bedrijfsarts. Verweerder wordt verweten dat hij in strijd met zijn beroepsgeheim en zonder toestemming van klager de werkgever van klager heeft geïnformeerd over diens medicatiegebruik en in vervolg hierop de werkgever actief heeft geadviseerd in dat verband de loondoorbetaling van klager op te schorten. Volgens verweerder had hij hiervoor toestemming van klager en was het destijds, in 2011, niet ongeoorloofd de werkgever te informeren zoals verweerder deed. Het college is allereerst niet gebleken van enige toestemming van klager. Voorts oordeelt het college dat het een bedrijfsarts ook in 2011 niet was toegestaan een werkgever medische informatie over de werknemer te verschaffen en dat verweerder derhalve zijn beroepsgeheim jegens klager heeft geschonden. Met betrekking tot het advies van verweerder aan de werkgever van klager om de loondoorbetaling op te schorten heeft het college geoordeeld dat dit – ook in 2011 – onzorgvuldig was. Adviseren over loondoorbetaling behoort uitdrukkelijk niet tot de taak van de bedrijfsarts. Het is de werkgever die op basis van informatie van de bedrijfsarts over de arbeids(on)geschiktheid van de werknemer de medische belastbaarheid c.q. medische mogelijkheid tot werkhervatting van de werknemer, beoordeelt of de werknemer bij verzuim recht heeft op doorbetaling. Conclusie: klacht gegrond met als maatregel berisping.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2018:68 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1839

      Gz-psycholoog. Klacht: geen neuropsychologisch onderzoek verricht voor hersenoperatie en klaagster alleen gezien bij intake. College: gegrond. Neuropsychologisch onderzoek was uitgangspunt. Er kon niet worden uitgegaan van voldoende relevantie onderzoek uit 2004. Klaagster was toen 19 jaar oud en heeft ondertussen relevante ontwikkeling doorgemaakt. Geen verslaglegging in dossier. Onvoldoende inzicht in eigen handelen. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:111 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-384/DB/ZWB

    Niet gebleken dat verweerder had toegezegd om klager terug te bellen en niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager niet te woord te staan toen klager op verweerders kantoor verscheen. Kennelijk ongegrond.