Zoekresultaten 14231-14240 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:267 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.102

    Klacht tegen tandarts. In 2015 kwam klager bij verweerder, tandarts, onder behandeling. Klager verwijt verweerder dat hij: 1) klager niet adequaat heeft geadviseerd en geïnformeerd over de voorgenomen behandeling, kansen en risico´s, 2) een inadequate behandeling heeft ingezet, 3) een niet passende etsbrug heeft geleverd, 4) niet vooraf een behandelplan heeft gepresenteerd of begroting heeft gemaakt, 5) klager niet heeft geïnformeerd over de mogelijke vergoeding door de zorgverzekeraar, en 6) onjuiste nota´s bij de zorgverzekeraar heeft ingediend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel 2 gegrond verklaard en de tandarts ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voor het overige is de klacht in eerste aanleg afgewezen. Klager heeft tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege beroep ingesteld, voor zover de klacht ongegrond is verklaard. De tandarts heeft incidenteel beroep ingesteld tegen die beslissing, voor zover de klacht gegrond is verklaard. Ter zitting in beroep heeft de gemachtigde van klager medegedeeld dat klager zijn inleidende klacht volledig intrekt. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege en verstaat dat de inleidende klacht van klager door intrekking is vervallen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:221 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-586/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klachten over handelen verweerder in zijn hoedanigheid van curator deels niet-ontvankelijk (artikel 46g lid1 sub a) en kennelijk ongegrond verklaard. De voorzitter sluit zich aan bij het oordeel van de rechtbank in haar beschikking van april 2019 dat verweerder bij de uitoefening van zijn taak als curator heeft gehandeld zoals in redelijkheid mag worden verlangd van een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator/advocaat en dat hij zijn taak met nauwgezetheid en inzet heeft verricht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:215 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-169/DH/DH

    Klacht gegrond. Verweerder heeft de door klaagster aan hem verstrekte opdracht niet vervuld en vervolgens daarover (nadien) ten opzichte van klaagster onvoldoende duidelijkheid. Verweerder is ten opzichte van klaagster tekortgeschoten in zijn zorgplicht. Op grond van alle omstandigheden en de ernst van de gegrond bevonden klacht, waarvan klaagster nu nog de (nadelige) gevolgen ondervindt, alsmede gelet op het tuchtrechtelijk verleden van verweerder is de maatregel van een schorsing voor de duur van vier weken passend en geboden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:53 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/353088 KL RK 19-66

    Klachten betreffende overdracht woning, uitoefenen druk door notaris, schijn partijdigheid, onzorgvuldig handelen

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:209 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-355/DH/DH/D

    Dekenbezwaar. Geen overschrijding driejaarstermijn. Verweerder heeft taak als medebestuurder van een stichting derdengelden niet naar behoren uitgevoerd. Maatregel berisping. Proceskosten.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:261 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.494

    Klacht tegen psychiater. Het CBR heeft klager verwezen naar de aangeklaagde psychiater om te beoordelen of hij volgens de regels geestelijk en lichamelijk in staat is om te rijden. Klager verwijt de psychiater dat hij in verband met een medisch onderzoek naar zijn rijvaardigheid in verband met mogelijk risicovol gebruik van alcohol, klager uitsluitend op basis van verhoogde leverwaarden ongeschikt heeft verklaard. De psychiater zou ondeskundig zijn. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en legt een berisping op. Het Centraal Tuchtcollege acht de klacht eveneens voor hetzelfde deel gegrond, maar legt in plaats van een berisping een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:268 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.105

    Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de gehandicapte dochter van klaagster, patiënte. Zij verwijt verweerster onvoldoende zorg en een verkeerde diagnose en behandeling van de teen van patiënte. Na verwijzing naar het ziekenhuis bleek sprake van botinfectie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:222 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-317/DH/RO

    Klacht over kwaliteit dienstverlening is deels gegrond verklaard. Verweerder heeft nagelaten om aan klager een opdrachtbevestiging te versturen en heeft voorts, nadat hem bleek dat klager (vooralsnog) niet in aanmerking zou komen voor detentiefasering, hij onvoldoende actie voor klager heeft ondernomen, hem vervolgens in het ongewisse gelaten en ook nadien niet behoorlijk (schriftelijk) heeft gecommuniceerd met klager. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:216 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-162/DH/DH

    Verweerder heeft de vrouw geadviseerd om de omgangsregeling stil te leggen en om daarmee te handelen in strijd met een beslissing van de rechter. Verweerder heeft nagelaten om tekst en uitleg te geven aan klager over zijn advies aan de vrouw. Verweerder heeft ook nagelaten om met de deken in overleg te treden over zijn advies aan de vrouw. Verweerder heeft de belangen van klager in ernstige mate veronachtzaamd en de raad acht, mede in aanmerking nemend het tuchtrechtelijk verleden van verweerder en verweerders nalaten enige inhoudelijke reactie en hiermee inzicht in zijn drijfveren te geven de maatregel van schorsing voor de duur van acht weken, waarvan vier weken voorwaardelijk, passend.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:262 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.011

    Klacht tegen psychotherapeut. Klager is gedurende drie maanden vrijwillig opgenomen geweest in een GGZ-instelling waar verweerder als psychotherapeut werkzaam was. Voorafgaand aan de opname heeft een collega van verweerder de intake gedaan. De klacht houdt onder meer in dat intake en behandeling niet overeenkwamen, klager niet gehoord of gezien is en diagnose en conclusie van het behandelresultaat niet juist waren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.