Zoekresultaten 12101-12110 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:155 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-674 DB/OB

    Niet-ontvankelijk wegens verstrijken van de termijn ex. art. 46g.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:156 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-385 DB/ZWB

    Advocaat heeft bij herhaling bij de wederpartij van haar cliënten zonder (vermelding van) een juridische grondslag aangedrongen op medewerking aan het totstandbrengen van een door haar cliënten gewenste situatie. gegrond, waarschuwing, kostenveroordeling

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:199 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/262

    Klager heeft een klacht ingediend tegen een tandarts, die een second opinion met betrekking tot behandeling van klagers gebit heeft uitgevoerd. Klager verwijt de tandarts zonder zijn toestemming zijn bevindingen en het tandheelkundig dossier van klager aan de tandarts van klager (de eerste opiniegever) heeft verstrekt. Verweerder voert aan dat hij wel degelijk (veronderstelde) toestemming had. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:174 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-177

    Ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. De verzekeringsarts is niet als medisch behandelaar opgetreden, door het uitbrengen van een medisch advies heeft hij een medisch oordeel gegeven over de gezondheidstoestand van klager. In het traject van vaststelling van causaal verband tussen het ongeval en het letsel heeft de verzekeringsarts de informatie over psychiatrische problematiek van bijna twintig jaar geleden kunnen betrekken, omdat dit relevant is voor de huidige wijze van reageren op een trauma en de verwerking daarvan. De verzekeringsarts heeft er terecht op gewezen dat hij voor de aanlevering van informatie moet afgaan op de informatie de hem ter beoordeling wordt voorgelegd. Het rapport voldoet aan de criteria. Klacht ongegrond verklaard.    

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:175 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-077

    Ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft een medisch advies met daarin een oordeel over het bestaan van een causaal verband tussen het ongeval en de medische klachten van klaagster uitgebracht. Door een artikel over klaagster van het internet in zijn medisch advies te betrekken heeft de verzekeringsarts, hoewel hij het achteraf bezien anders zou doen, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Het gaat om openbaar toegankelijke informatie, die aan de verzekeringsarts door iemand anders is gegeven en waar de verzekeringsarts van de juistheid van de informatie uit mocht gaan. De verzekeringsarts is voorts niet schuldig aan fishing expedition. Het college acht het onder de gegeven omstandigheden niet onbegrijpelijk dat de verzekeringsarts ervan uit is gegaan dat de door klaagster gegeven toestemming niet alleen betrekking had op medische informatie uit het letselschadedossier maar ook uit de regresdossiers. Overige klachtonderdelen eveneens ongegrond. Klacht ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 102/2019

    Klacht tegen neuroloog betrefde een neurologisch deskundigenbericht. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 058/2019

    Beklaagde heeft klachtgericht gehandeld door, naast de algemene lichamelijke onderzoeken, een ECG te laten maken, bloedonderzoek te laten doen en patiënt te verwijzen naar een neuroloog, alwaar een MRI-scan werd gemaakt. Nu al deze onderzoeken geen aanwijzingen opleverden voor een terugkeer van de ziekte, kan beklaagde niet worden verweten dat zij nalatig is geweest in de behandeling van patiënt. Verder bleek tijdens het poliklinisch bezoek dat het stukken beter ging met patiënt, dat hij goed sliep, geen koorts had en dat zijn conditie nog steeds vooruit ging. Gelet op die constateringen kan beklaagde er geen verwijt van worden gemaakt dat zij patiënt op dat moment niet aan nadere onderzoeken heeft onderworpen en een langere tijd heeft laten verstrijken tussen dat bezoek en een volgend poliklinisch bezoek van patiënt. Nu er onvoldoende aanwijzingen waren voor een terugkeer van het mantelcellymfoom, kan beklaagde er evenmin een verwijt van worden gemaakt dat zij in de eerste vier maanden na de autologe stamceltransplantatie geen CT-scan heeft laten maken van patiënt. Beklaagde is, nadat patiënt weer in het ziekenhuis was opgenomen, niet meer als hoofdbehandelaar betrokken geweest bij patiënt. Er kan haar dan ook niet worden aangerekend dat de communicatie in die periode mogelijkerwijs gebrekkig is geweest.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 059/2019

    Beklaagde was supervisor van een arts-assistent. De arts-assistent was in de periode waarin zij patiënt poliklinisch volgde bijna aan het einde van haar opleiding (vijfde jaars) tot hematoloog. Beklaagde kon daarom de behandeling van patiënt door de arts-assistent vrijwel geheel onder haar verantwoordelijkheid laten plaatsvinden. Beklaagde heeft gedurende de hele periode waarin zij patiënt poliklinisch volgde veelvuldig overleg gehad met de arts-assistent. Dit overleg vond telkens plaats voorafgaand aan of volgend op het poliklinisch bezoek van patiënt. Nu de klachten die patiënt ondervond in de periode waarin de poliklinische bezoeken bij de arts-assistent plaatsvonden, pasten in het te verwachten beeld na een moeizame autologe stamceltransplantatie, die gecompliceerd was door een griepvirus, een ernstige darmontsteking, hartritmestoornissen en een traag beenmergherstel bij een krap transplantaat, valt beklaagde niet te verwijten dat hij als supervisor patiënt niet zelf heeft gezien, dan wel niet op andere wijze heeft ingegrepen bij de door de arts-assistent ingezette behandeling van patiënt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:198 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/163

    Klaagster verwijt verweerster, tandarts, haar verkeerd te hebben geadviseerd door haar in september mede te delen dat een behandeling (apix resectie) in het nieuwe kalenderjaar tijdig genoeg zou zijn, zonder haar daarbij te informeren over de risico's. Toen klaagster in maart van het nieuwe jaar een afspraak maakte, bleken twee kiezen niet meer te redden. De tandarts voert verweer.   Ongegrond

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:69 Accountantskamer Zwolle 18/2163 Wtra AK

    Betrokkene heeft in de periode van 2004 tot en met 2013 de jaarrekeningen van een vennootschap samengesteld. De eerste klacht is dat de jaarrekening over 2008 niet juist is samengesteld met als gevolg dat derden leningen aan de vennootschap hebben verstrekt die ze anders niet verstrekt zouden hebben. De tweede klacht is dat in de vennootschap een pensioenvoorziening in eigen beheer was opgenomen die niet verzekerd was en niet kon worden uitbetaald. Klagers hebben gesteld dat pas in juli 2018 is gebleken dat betrokkene fouten heeft gemaakt. De klacht is niet ontvankelijk wegens overschrijding van de drie- en zesjaarstermijn.