Zoekresultaten 12111-12120 van de 45116 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:61 Accountantskamer Zwolle 20/907 Wtra AK

    Klager is een jeugdzorginstelling en moet jaarlijks een financiële productieverantwoording afleggen met daarbij een controleverklaring aan een aantal gemeenten. Klager heeft voor 2019 een opdracht aan betrokkene verstrekt. De opdracht is uitgevoerd met toepassing van het Algemeen Accountantsprotocol, de financiële productieverantwoording WMO en Jeugdwet 2018 (en 2019). De klacht gaat over onzorgvuldig factureren en niet willen minderen van de factuur. De klacht is ongegrond. Over declaraties kan (tuchtrechtelijk) slechts met succes worden geklaagd, indien de betrokken accountant bij het opstellen en indienen van de declaraties in strijd met de van hem te verlangen zorgvuldigheid, integriteit of professionaliteit heeft gehandeld. Uit wat klager heeft aangevoerd over het onzorgvuldig factureren door betrokkene blijkt niet dat betrokkene met het opstellen en indienen van de factuur deze norm heeft overtreden. Ook is met de wijze van specificeren de norm ‘dat van een accountant verwacht mag worden dat hij zijn facturen desgevraagd specificeert en aldus aan zijn opdrachtgever inzichtelijk maakt welke werkzaamheden hij heeft verricht en in rekening brengt’ niet door betrokkene overschreden. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is dat betrokkene de kwestie niet in der minne heeft willen regelen. Het laatste woord over de declaratie is aan de Raad voor Geschillen of eventueel de burgerlijke rechter.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:176 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.252

    Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij: 1. ten onrechte de diagnose Borderline heeft vastgesteld en een onjuist behandeladvies heeft gegeven, namelijk Vaardigheden emotie-regulatie stoornis (VERS) behandeling; 2. ten onrechte weigert de diagnose in te trekken; 3. door de onjuiste behandeling klaagsters klachten heeft verergerd; 4. klaagster fysieke en emotionele schade heeft berokkend door haar niet serieus te nemen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart het eerste en het tweede klachtonderdeel kennelijk ongegrond en de klacht voor het overige kennelijk niet-ontvankelijk. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:177 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.297

    Klacht tegen gz-psycholoog. Verweerster is als regie-behandelaar betrokken bij de behandeling van de dochter van klager. Klager heeft verweerster per brief vertrouwelijk om een gesprek verzocht. Verweerster heeft dit verzoek met de dochter en haar moeder gedeeld. Klager verwijt verweerster dat zij hiermee haar beroepsgeheim heeft geschonden en dat zij een interventie heeft gepleegd ten aanzien van de dochter en haar gezinsrelaties. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing in eerste aanleg, verklaart het eerste klachtonderdeel alsnog geheel en het tweede klachtonderdeel gedeeltelijk gegrond, legt aan verweerster een waarschuwing op en gelast publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:178 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.031

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager is lange tijd onder behandeling geweest bij een expertisecentrum voor persoonlijkheidsproblematiek en heeft tegen een groot aantal behandelaren een klacht ingediend. Verweerster heeft in het kader van de behandeling gedurende circa drie maanden contact met klager gehad. Daarna heeft klager per e-mail het vertrouwen in verweerster opgezegd. Klager verwijt verweerster – kort gezegd – dat zijn vertrouwen in de gezondheidszorg kapot is gemaakt. Meer specifiek verwijt klager verweerster dat zij heeft gefraudeerd door, ook nadat de behandelrelatie door klager was opgezegd, in zijn dossier tijd te schrijven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:179 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.032

    Klacht tegen verpleegkundige. Klager is lange tijd onder behandeling geweest bij een expertisecentrum voor persoonlijkheidsproblematiek en heeft tegen een groot aantal behandelaren een klacht ingediend. Verweerder heeft in het kader van de behandeling gedurende circa drie maanden contact met klager gehad. Daarna heeft klager het vertrouwen in verweerder opgezegd. Klager verwijt verweerder – kort gezegd – dat zijn vertrouwen in de gezondheidszorg kapot is gemaakt. Meer specifiek verwijt klager verweerder onder andere dat hij heeft gefraudeerd door, ook nadat klager de behandelrelatie had opgezegd, in zijn dossier tijd te schrijven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast de publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:180 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.047

    Klacht tegen een huisarts. De klacht betreft de behandeling van de inmiddels door suïcide overleden echtgenoot van klaagster (patiënt). Patiënt was bij de huisarts onder behandeling voor huidklachten. De vorige huisarts heeft de diagnose actinische keratose gesteld. De beklaagde huisarts heeft (ook) Aldara crème voorgeschreven. Klaagster verwijt de huisarts in algemene zin dat patiënt en zij zich niet gehoord en gezien hebben gevoeld. Ten aanzien van de behandeling verwijt klaagster de huisarts 1. dat zij op meerdere momenten tijdens de behandeling medisch onzorgvuldig heeft gehandeld, 2. dat er geen ‘informed consent’ voor de behandeling met de crème Aldara was, 3. dat de huisarts onvoldoende dossier heeft gevoerd en 4. dat de huisarts na het overlijden van patiënt onzorgvuldig en nalatig heeft gehandeld in de nazorg. Het Regionaal Tuchtcollege verklaard de klachten ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:60 Accountantskamer Zwolle 20/155 Wtra AK

    Klacht over accountant die een rapportage heeft opgesteld ten behoeve van een gerechtelijke procedure. De Accountantskamer heeft al eerder geoordeeld over een andere rapportage van deze accountant. Omdat het hier gaat om een andere opdracht is geen sprake van een klacht over eenzelfde gedraging. Niet gebleken van misbruik van tuchtprocesrecht. Klacht gegrond nu accountant geen hoor en wederhoor heeft toegepast, niet alleen niet ten aanzien van klager, maar ook niet ten aanzien van de accountant over wiens rapport hij conclusies trekt. Ook wist betrokkene dat hij niet over alle documenten beschikte, of kon dat vermoeden. Klacht voor het overige ongegrond. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 256/2019

    Klacht tegen GZ-psycholoog ongegrond. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld bij de aanvullende rapportages aan het gerechtshof. Beklaagde mocht de werkdiagnose overnemen. Beklaagde is niet verantwoordelijk voor de na de regelovertreding opgelegde ordemaatregelen. Er is geen persoonlijk handelen gebleken wat betreft het ochtendbulletin en de kliniekraad.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 218/2019

    Klacht tegen nefroloog. Beklaagde wordt verweten dat hij niet de zorgvuldigheid in acht heeft genomen die van hem mocht worden verwacht. Hij heeft verwarrende c.q. onjuiste informatie verstrekt met betrekking tot het zoutgehalte; er zijn geen juiste bloedanalyses gedaan waardoor een S-Aureus bacterie is opgelopen c.q. die bacterie is teruggekomen; beklaagde heeft geen aandacht geschonken aan ernstige buikpijnen gedurende de tweede opname waardoor er obstipatie en een darmperforatie is ontstaan; tijdens of na de stoma operatie hebben zich twee CVA’s voorgedaan die voorkomen hadden kunnen worden; het beschermkapje van een stomazakje was niet verwijderd waardoor klaagster helse pijnen heeft doorstaan; er zitten leemtes in het medisch dossier; klaagster zou onder druk zou zijn gezet om de klacht in te trekken. Het college heeft vastgesteld dat beklaagde geen onjuiste informatie heeft verstrekt. Beklaagde heeft veel aandacht heeft besteed aan het vinden van de bron van de bacteriemie. De juiste diagnostiek is uitgevoerd en klaagster is op de juiste wijze behandeld. Meer of andere bloedanalyses waren medisch gezien niet noodzakelijk. Beklaagde heeft onderzoek gedaan naar aanleiding van de buikklachten en heeft adequaat gehandeld. . Dat zich CVA’s hebben voorgedaan valt beklaagde niet tuchtrechtelijk te verwijten. Het verzorgen van een stoma betreft verpleegkundig handelen hetgeen beklaagde niet valt te verwijten. Er zijn geen leemtes in het dossier aangetoond. Het laatste klachtonderdeel is ingetrokken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/071

    Klaagster dient een klacht in tegen een psychiater en een arts, beiden werkzaam bij de crisisdienst. Klaagster is bekend met een schizo-affectieve stoornis, die al jaren stabiel is. Vlak na de bevalling van haar eerste kind raakt zij psychotisch ontregeld. Zij verwijt de artsen - kort gezegd - in gebreke te zijn gebleven ten aanzien van het leveren van goede medische zorg in een crisissituatie met betrekking tot een acute psychotische ontregeling. Dit betreft met name het herhaaldelijk weigeren van een psychiatrische beoordeling ondanks herhaalde verzoeken vanuit de familie, terwijl er duidelijke concrete signalen waren van ontregeling en het een onveilige situatie betrof voor klaagster zelf en haar pasgeboren baby. De artsen voeren verweer. Deels gegrond, berisping