Zoekresultaten 12031-12040 van de 42781 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:223 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-270

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerder heeft klager schriftelijk gewaarschuwd voor de risico’s van een hoger beroep.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:55 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/354742/KL RK 19-84

    De notaris zich teveel opgesteld als verlengstuk van cliëntwensen en onvoldoende actief invulling gegeven aan de taak die hij uit hoofde van zijn ambt dient te vervullen en die er in dit soort zaken in bestaat zo nodig ook daadwerkelijk als poortwachter op te treden. Klacht gegrond, maatregel vanwege verzachtende omstandigheden beperkt tot berisping in combinatie met geldboete

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:204 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-077

    Ongegrond verzet tegen voorzittersbeslissing. De voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast en acht geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:217 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-701

    Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:192 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-272

    In een stalkingszaak heeft verweerster niet de zorg jegens klaagster betracht zoals van haar verwacht mocht worden. Een opdrachtbevestiging met een plan van aanpak ontbrak, werkzaamheden zijn door verweerster niet voortvarend gedaan en zij heeft bij klaagster, die daar belang bij had, onduidelijkheid laten bestaan over de datum van een kort geding. Bij de dossieroverdracht heeft verweerster zich niet welwillend opgesteld richting opvolgend advocaat. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:276 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.005

    Klacht tegen psychotherapeut. De psychotherapeut is werkzaam bij een GGZ-instelling en heeft in 2016 met klager een gesprek gehad. Klager was door een collega van de psychotherapeut, na eerder telefonisch contact, per e-mail voor dit gesprek uitgenodigd. Het gesprek is niet goed verlopen. Klager verwijt de psychotherapeut onder meer dat hij een mens die nood heeft en hulp zoekt heeft mishandeld en hem opzettelijk verkeerd heeft geïnformeerd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:211 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-948

    Klacht over advocaat wederpartij. Door in haar brief aan het hof inhoudelijke mededelingen over de gevoerde schikkingshandelingen te doen en door haar brief aan de gemachtigde van klagers door te sturen naar het hof heeft verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Maatregel van een waarschuwing. 

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:199 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-619

    Wrakingsverzoek voorafgaand aan de zitting tegen de voorzitter van de raad. Processuele beslissingen bieden geen gerechtvaardigde grond voor een wraking. Met verweerder is de wrakingskamer voorts van oordeel dat geen verplichting voor een partij bestaat om ter zitting van de raad te verschijnen en de beslissing op een eventueel verzoek om de andere partij - voor zover dat wettelijk al mogelijk zou zijn - te verplichten alsnog te verschijnen, een procedurele beslissing is waarover niet geklaagd kan worden. Afwijzing verzoek tot wraking.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:224 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-300

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Het valt verweerder niet tuchtrechtelijk te verwijten dat hij, in het belang van zijn cliënte, de termijn om op de sommatie te reageren niet verder heeft verlengd.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2019:16 Kamer voor het notariaat Amsterdam 658206 / NT 18-59

    Klager verwijt de notaris dat hij partijdig en onzorgvuldig heeft gehandeld ter zake van het opmaken van de diverse notariële akten van 6 augustus 2018, meer specifiek met betrekking tot de voorwaarden waaronder de geldleningen van € 2.500.000,- en € 800.000,- door [B b.v.] ter beschikking zijn gesteld. De notaris heeft, nadat hij op 12 juli 2018 [B] persoonlijk had gesproken, op 19 juli 2018 telefonisch overleg gevoerd met de gemachtigde van klager over de geldleningen en een aantal suggesties gedaan over het opstellen van de leningdocumenten. Nadat hij de onderhandse concept-geldleningsovereenkomst van de gemachtigde van klager had ontvangen, heeft de notaris gelezen dat daarin een tweede pandrecht op de aandelen van [E b.v.] was opgenomen, hetgeen geen afdoende zekerheid voor [B] gaf, gelet op de bepaling in de verpandingsakte van [F] ten aanzien van een tweede pandrecht. Daarom heeft de notaris voorgesteld in plaats daarvan een pandrecht te vestigen op de aandelen in het kapitaal van [D b.v.] en het stemrecht op de verpande aandelen te verlenen aan de pandhouder, [B b.v.] De kamer overweegt dat de notaris de situatie aldus juridisch juist heeft geduid.