Zoekresultaten 10401-10410 van de 44756 resultaten
-
ECLI:NL:TGDKG:2021:25 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/680145 / DW RK 20/84 LvB/SM
- Datum publicatie: 12-04-2021
- Datum uitspraak: 19-03-2021
- ECLI:NL:TGDKG:2021:25
Beslissing op verzet. Tegenover de (gemotiveerde) verklaring van klager dat het exploot niet aan hem betekend is (of kan zijn geweest) heeft de gerechtsdeurwaarder slechts ingebracht geen herinneringen te hebben aan de betekening. Deze omstandigheid brengt met zich mee dat de gerechtsdeurwaarder evenmin kan bevestigen dat het exploot (wel) correct aan klager is uitgebracht. Het verzet is gegrond. De beslissing van de voorzitter wordt vernietigd. Aan de gerechtsdeurwaarder wordt de maatregel van berisping opgelegd en wordt zij in de kosten van de procedure veroordeeld. *****UITSPRAAK IN HOGER BEROEP: 21 december 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3944. Het hof:- vernietigt de bestreden beslissing;en, opnieuw beslissende:- verklaart de klacht ongegrond. *****
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:68 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.061
- Datum publicatie: 09-04-2021
- Datum uitspraak: 09-04-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:68
Klacht tegen een huisarts. Klager is de zoon van zijn inmiddels overleden moeder. De huisarts was destijds de opleider van een arts in het derde jaar van de opleiding die ten tijde van de klacht bij hem in de praktijk werkzaam was en tegen wie klager ook een klacht heeft ingediend. De collega huisarts (in opleiding) zag de moeder van klager in de laatste levensfase met orgaan falen. In overleg met de verzorgenden heeft zij een comfortbeleid afgesproken om het sterven draaglijk te maken. Een deel van de medicatie is in verband daarmee gestaakt. Klager verwijt de huisarts dat de medicatie van moeder is beëindigd zonder voorafgaand overleg met hem en zonder hem daarover te informeren. Klager acht de huisarts als opleider medeverantwoordelijk. Bovendien was hij de vaste huisarts van moeder. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:69 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.158
- Datum publicatie: 09-04-2021
- Datum uitspraak: 09-04-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:69
Klaagster is bekend met hersenschade en de ziekte van Lyme. Voorts lijdt klaagster aan het posturaal orthostatisch tachycardia syndroom waarbij er te weinig bloed in haar hoofd komt als zij rechtop staat of zit. Het UWV heeft vastgesteld dat klaagster arbeidsvermogen heeft en haar Wajong uitkering verlaagd van 75 naar 70 procent. Klaagster heeft hiertegen bezwaar gemaakt. De aangeklaagde verzekeringsarts heeft een bezwaargeneeskundige rapportage uitgebracht. Het UWV heeft het bezwaar vervolgens ongegrond verklaard. Hiertegen heeft klaagster beroep aangetekend. Hangende dit beroep is klaagster gezien door een klinisch psycholoog die PTSS bij klaagster heeft gediagnosticeerd. Het rapport van de klinisch psycholoog is door de rechtbank meegenomen bij de beoordeling en heeft het beroep van klaagster ongegrond verklaard. Hiertegen heeft klaagster beroep aangetekend bij de Centrale Raad van Beroep. Dit beroep is nog aanhangig. Klagers verwijten de verzekeringsarts dat hij de beoordeling van de klinisch psycholoog met ongeldige en onjuiste argumenten ter zijde heeft geschoven en daarmee onprofessioneel en onverantwoord heeft gehandeld. Door de handelswijze van de verzekeringsarts zijn de PTSS klachten van klaagster sterk toegenomen. De diagnose PTSS is volgens klagers door een bevoegde en bekwame klinisch psycholoog gesteld en gebaseerd op objectieve gegevens.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:70 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.173
- Datum publicatie: 09-04-2021
- Datum uitspraak: 09-04-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:70
Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de niet tijdigheid van de verwijzing naar een neuroloog, de inhoud van de verwijsbrief naar mdl-artsen, het aandringen op casemanagement binnen de huisartsenpraktijk, het verstrekken van onjuiste informatie aan het tuchtcollege en het achterhouden van een deel van het medisch dossier bij overdracht hiervan aan de opvolgend huisarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/256
- Datum publicatie: 09-04-2021
- Datum uitspraak: 09-04-2021
- ECLI:NL:TGZRAMS:2021:38
Verweerster, Wlz-verpleegkundige, wordt onder andere verweten dat zij zorg heeft geweigerd door geen Volledig Pakket Thuis te regelen voor betrokkene. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:71 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.200
- Datum publicatie: 09-04-2021
- Datum uitspraak: 09-04-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:71
Klacht tegen huisarts. Gemiste diagnose. Klager heeft in het weekend drie keer de centrale huisartsenpost heeft bezocht, waar hij is gezien door drie verschillende waarnemend huisartsen. Aanleiding voor deze contacten was steeds borstkasklachten. Klager is niet naar het ziekenhuis verwezen voor nader hartonderzoek. De dinsdag daarop bleek dat klager een semi-recent myocardinfarct had doorgemaakt. De hier beklaagde huisarts heeft klager in de weekenddienst - als tweede - gezien. Klager verwijt de huisarts dat onvoldoende onderzoek is gedaan waardoor de diagnose hartinfarct is gemist. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard met publicatie van de beslissing in geanonimiseerde vorm. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht alsnog gegrond en legt een waarschuwing op met geanonimiseerde publicatie.
-
ECLI:NL:TACAKN:2021:26 Accountantskamer Zwolle 19/1793 Wtra AK
- Datum publicatie: 09-04-2021
- Datum uitspraak: 09-04-2021
- ECLI:NL:TACAKN:2021:26
Controle jaarrekening van een NV die juridisch is gefuseerd met een LLP. Activa en passiva van de NV zijn (kort na balansdatum) overgedragen aan nieuw opgerichte tak van de LLP, die activiteiten van de NV voortzet. Klaagster is uittredend aandeelhoudster van de NV; er is een conflict ontstaan, onder meer over de vordering van klaagster op de NV. De overdracht van de activa en passiva is een transactie na balansdatum met belangrijke gevolgen voor de NV. De toelichting op de jaarrekening en het bestuursverslag maakt melding van een juridische omzetting, maar dat is niet verenigbaar met een activa- en passivatransactie. Dat een deel van de passiva, waaronder de schuld aan klaagster, is achtergebleven blijkt niet, en evenmin de omvang daarvan. Uit het bestuursverslag blijkt verder niet wat de toekomst van de NV is. Klaagster heeft betrokkene gewezen op de tekortkoming in de toelichting op de jaarrekening en het bestuursverslag en heeft gevraagd de goedkeurende verklaring in te trekken of te herzien. Betrokkene heeft in eerste instantie in overleg met het bestuur van de NV geprobeerd te komen tot een gewijzigde concepttekst, maar heeft de oude tekst gehandhaafd nadat klaagster opmerkingen had bij de nieuwe tekst omdat de jaarrekening een getrouw beeld zou geven. Betrokkene heeft zich onvoldoende professioneel-kritisch opgesteld ten aanzien van de hem verstrekte informatie. Het controledossier bevat niet de afwegingen die betrokkene heeft gemaakt ten aanzien van de financiële gevolgen van de activa-passivatransactie, of de toelichting in het bestuursverslag voldoende duidelijk maakt of de NV is overgedragen en dat er nog geen besluit is over de toekomst van de NV. Betrokkene had moeten aandringen op het wijzigen van het bestuursverslag en had daar niet op moeten terugkomen. Klacht gegrond wegens niet het naleven fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: berisping.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:66 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.030
- Datum publicatie: 09-04-2021
- Datum uitspraak: 09-04-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:66
Klacht tegen huisarts. Klaagster is bekend met schizofrenie waarvoor zij werd behandeld met depot medicatie. Klaagster is op eigen initiatief gestopt met deze medicatie en verwijt verweerder met name dat hij haar niet goed heeft begeleid door na te laten te adviseren niet met de medicatie te stoppen en haar niet over de risico’s daarvan te informeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2021:67 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.060
- Datum publicatie: 09-04-2021
- Datum uitspraak: 09-04-2021
- ECLI:NL:TGZCTG:2021:67
Klacht tegen een huisarts, destijds arts in het derde jaar van de opleiding tot huisarts. Klager is de zoon van zijn inmiddels overleden moeder. De huisarts zag de moeder in de laatste levensfase met orgaan falen. In overleg met de verzorgenden heeft de huisarts een comfortbeleid afgesproken om het sterven draaglijk te maken. Een deel van de medicatie is gestaakt. Klager verwijt de huisarts dat de medicatie van zijn moeder is beëindigd zonder voorafgaand overleg met klager en zonder hem daarover te informeren. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:52 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-865/DH/RO/D
- Datum publicatie: 07-04-2021
- Datum uitspraak: 01-02-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:52
Beslissing naar aanleiding van dekenbezwaar. Verweerster heeft in haar uitlatingen jegens een wederpartij en zijn advocaat en jegens de deken blijk gegeven van onvoldoende professionaliteit en distantie. Daarnaast heeft zij meermaals geen medewerking verleend aan een -voorhaar aangepast- kantoorbezoek. Zij heeft daarmee onbetamelijk gehandeld jegens die wederpartij, zijn advocaat en de deken en de deken gefrustreerd in zijn toezichthoudende taak. Verweerster heeft geen enkele blijk gegeven van inzicht in het onbetamelijke van haar handelen. De raad acht het daarom geïndiceerd om een maatregel op te leggen, waarbij consequenties zullen volgen indien verweerster nogmaals de tuchtrechtelijke grens overgaat en/of haar medewerking aan een kantoorbezoek blijft weigeren. De raad legt een voorwaardelijke schorsing van twee maanden op, met als bijzondere voorwaarde dat verweerster op eerste verzoek van de deken meewerkt aan een kantoorbezoek door de deken.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1040
- Pagina: 1041
- Pagina: 1042
- ...
- Pagina: 4476
- Volgende pagina zoekresultaten