Zoekresultaten 81-90 van de 44627 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:41 Accountantskamer Zwolle 24/3592 Wtra AK

    Gegronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van één maand opgelegd. PE-zaak. Betrokkene heeft voor het jaar 2023 geen PE-portfolio opgesteld.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:35 Accountantskamer Zwolle 24/3582 Wtra AK

    Gegronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van doorhaling voor de duur van drie maanden opgelegd. PE-zaak. Betrokkene heeft voor het jaar 2023 geen PE-portfolio opgesteld. Er is sprake van recidive.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7571

    Ongegronde klacht tegen een tandarts. Klager (patiënt) verwijt de tandarts dat klager twee niet goed passende protheses heeft, dat de tandarts een behandeling met implantaten probeerde af te dwingen en dat hij klager tijdens een consult onheus heeft bejegend. Het college overweegt de instabiliteit en beperkte functionaliteit niet het gevolg was van een technisch niet-correct vervaardigde prothese. Uit de stukken blijkt niet dat sprake was van dwang of koppelverkoop voor de behandeling met implantaten. De gang van zaken tijdens het consult is niet vast te stellen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:29 Accountantskamer Zwolle 24/3595 Wtra AK

    Gegronde klacht, betrokkene krijgt de maatregel van doorhaling voor de duur van drie maanden opgelegd. PE-zaak. Betrokkene heeft voor het jaar 2023 geen PE-portfolio opgesteld. Er is sprake van recidive.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:69 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2517

    Klacht tegen een gz-psycholoog. Klager verbleef in de penitentiaire inrichting waar de gz-psycholoog werkzaam was. Klager heeft één consult bij de gz-psycholoog gehad. Klager verwijt de gz-psycholoog dat (1) hij haar heeft verzocht om hem te testen, maar dat zij zei dat dit niet kan omdat klager geen psychiatrische of psychische problemen heeft en klager het voor buiten en de rechter wil gebruiken, (2) er in het medisch dossier van klager uitlatingen over ziektebeelden zijn gedaan, zonder dat de gz‑psycholoog klager daar voorafgaand van op de hoogte heeft gesteld en (3) het medisch dossier incompleet is. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7272

    Kennelijk ongegronde klacht. Huisarts wordt in verband met een euthanasieverzoek onvoldoende en warrige communicatie over de gezondheidstoestand van de patiënte verweten, onvoldoende bereikbaar en beschikbaar zijn, onduidelijke verslaglegging en het in strijd met de wens van patiënte niet uitvoeren van euthanasie. Door patiënte opgesteld behandelverbod. Beoordeling en herbeoordeling van de gezondheidstoestand van patiënte en het te voeren beleid. De verwarring van klager op dit punt is te begrijpen, maar dat wil niet zeggen dat sprake is van onzorgvuldig handelen. Uitgangspunt is dat medisch dossier een juiste weergave is van wat is genoteerd en besproken, tenzij er aanwijzingen zijn voor het tegendeel. Die aanwijzingen zijn er niet. Onvoldoende onderbouwing dat huisarts niet bereikbaar en beschikbaar zou zijn. Medisch dossier is voldoende helder en duidelijk. Euthanasiewens van patiënte is wel degelijk serieus genomen. Terechte beslissing om euthanasie niet uit te voeren en geheel in lijn met de geldende richtlijnen.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7268

    Kennelijk ongegronde klacht. SCEN-arts wordt verweten dat hij veel te laat bij patiënte op consult kwam en zich niet aan de wet heeft gehouden door het verzoek tot euthanasie niet te honoreren. KNMG-richtlijn ‘Steun en consultatie bij euthanasie’. Wettelijke vereisten voor het honoreren van het verzoek om euthanasie. Huisbezoek is tijdig afgelegd. Omdat patiënte niet meer aanspreekbaar was kon SCEN-arts niet vaststellen of aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:70 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2546

    Klacht tegen een vaatchirurg. Klager heeft na een ongeval in 2002 klachten aan zijn linker onderbeen waarvan hij veel beperkingen ondervindt. Klager werd door de huisarts in 2018 verwezen naar de vaatchirurg. De vaatchirurg heeft klager meerdere keren gesproken en aanvullend onderzoek laten verrichten. In 2022 werd klager weer door de huisarts naar de vaatchirurg verwezen, dit keer in verband met een nieuwe spatader op zijn been. De vaatchirurg heeft onderzoek verricht en klager op zijn verzoek doorverwezen naar een ander ziekenhuis. Klager verwijt de vaatchirurg onder meer dat hij ten onrechte de diagnose posttrombotisch syndroom (PTS) niet met hem heeft besproken en hiervoor geen doorverwijzing heeft gegeven. Daarnaast verwijt klager de vaatchirurg dat hij op basis van alleen een echo een verkeerde diagnose zou hebben gesteld als klager niet had aangedrongen op een MRI. Tot slot stelt klager dat de vaatchirurg hem onheus heeft bejegend. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2025:3 Kamer voor het notariaat Amsterdam 753951 / NT 24-18

    1.1. De notaris heeft aangevoerd dat hij geen enkele aanleiding had om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid en de mogelijkheid tot vrije wilsvorming van erflaatster, maar hij heeft die stelling onvoldoende onderbouwd. In de gegeven omstandigheden had de notaris niet af mogen gaan op het oordeel van een van zijn medewerksters, zoals hij blijkens zijn bericht aan de bewindvoerder wel heeft gedaan. Dat de notaris erflaatster zelf heeft gesproken over de inhoud van de akte is niet komen vast te staan, laat staan op welke wijze dit zou zijn gebeurd. De notaris heeft de kamer er daarom niet van kunnen overtuigen dat hij zich met de vereiste zorgvuldigheid een indruk heeft gevormd van de wilsbekwaamheid van erflaatster en dat hij zich er naar behoren van heeft verzekerd dat erflaatster deze akte zelf heeft gewild en bij het vormen van haar wil niet op ongewenste wijze is beïnvloed. De klacht is daarom gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7305

    Verweerder, anesthesioloog, wordt verweten a) een injectie vanwege pijnklachten te diep te hebben geplaatst waardoor een zenuw is beschadigd en b) klager niet direct na de behandeling te hebben doorverwezen. Het college overweegt dat niet is komen vast te staan dat de naald onjuist is geplaatst. Direct na de behandeling was er geen indicatie om klager door te verwijzen. De door klager gestelde telefonische benaderingen na de ingreep richting verweerder zijn niet gebleken. Oordeel college: Klacht kennelijk ongegrond.