Zoekresultaten 1-10 van de 444 resultaten

  • ECLI:NL:TDIVBC:2025:5 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/16

    Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen een dierenarts. De klacht gaat over de veterinaire zorg die de dierenarts heeft verleend aan een drachtige rund waarvan de vrucht niet meer leefde. Volgens appellant is de dierenarts tekort geschoten in zijn veterinaire zorg door geen keizersnede uit te voeren bij het rund, waardoor het rund onnodig lang heeft geleden en uiteindelijk geslacht moest worden. Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen een dierenarts. De klacht gaat over de veterinaire zorg die de dierenarts heeft verleend aan een drachtige rund waarvan de vrucht niet meer leefde. Volgens appellant is de dierenarts tekort geschoten in zijn veterinaire zorg door geen keizersnede uit te voeren bij het rund, waardoor het rund onnodig lang heeft geleden en uiteindelijk geslacht moest worden. De klacht is in eerste aanleg ongegrond verklaard.Het Veterinair Beroepscollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2025:3 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/09 VB 2024/10 VB 2024/11

    Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen drie dierenartsen. De zaak heeft betrekking op het paard van appellante, dat is geopereerd aan het linker voorbeen. De klachten tegen de dierenartsen gaan onder meer over de uitgevoerde ingreep en het recovery- en nazorgtraject. Het Veterinair Tuchtcollege heeft de klachten van appellante tegen alle drie de dierenartsen ongegrond verklaard.Het Veterinair Beroepscollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2025:4 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/13

    Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen een dierenarts. De zaak heeft betrekking op de kat van appellante. Appellante is met haar kat naar het dierenziekenhuis gegaan waar de dierenarts werkzaam is, nadat de kat 24 uur niet had gegeten en gedronken en last had van diarree. De kat is vervolgens opgenomen geweest en er hebben verschillende onderzoeken en behandelingen door de dierenarts plaatsgevonden. Tijdens de opname verslechterde de situatie van de kat en is de kat uiteindelijk overleden. Appellante maakte de dierenarts onder meer verwijten over het niet doorsturen naar een ander dierenziekenhuis, de behandeling en de dossiervoering. De klacht is door het Veterinair Tuchtcollege deels gegrond verklaard en voor het overige ongegrond. Voor zover de klacht ongegrond is verklaard, komt appellante daarvan in beroep.Het Veterinair Beroepscollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2025:1 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/04 VB 2024/05

    Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen twee dierenartsen. De zaak heeft betrekking op de kat van appellante, die was opgenomen en behandeld voor nierproblemen. De kat is uiteindelijk, vanwege een verslechterde gezondheidstoestand en een slechte prognose, geëuthanaseerd. De klachten gaan onder meer over de uitgevoerde behandeling en de dossiervoering. Het Veterinair Tuchtcollege heeft de klacht van appellante tegen de ene dierenarts ongegrond verklaard en tegen de andere dierenarts deels gegrond. Het Veterinair Beroepscollege verwerpt de beroepen.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2025:2 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/07

    Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege. De klacht is gericht tegen een dierenarts en gaat over het uitvoeren van een gebitsbehandeling bij de hond van appellante. Aanvankelijk betrof het een gebitsreiniging en uiteindelijk zijn 19 elementen verwijderd. Kort na de behandeling is de hond, vanwege een verslechterde gezondheidstoestand, geëuthanaseerd. De verwijten zien op het handelen voor, tijdens en na de behandeling van de hond. De klacht is in eerste aanleg ongegrond verklaard. In beroep komt het Veterinair Beroepscollege tot het oordeel dat het Veterinair Tuchtcollege de klacht – voor zover appellante daarvan in beroep komt – ten onrechte ongegrond heeft verklaard. Naar het oordeel van het Veterinair Beroepscollege heeft de dierenarts verwijtbaar gehandeld. Dit betreft de informatieverstrekking over de behandeling, de wijze waarop de diagnose tot stand is gekomen en de behandeling zelf is uitgevoerd, de nazorg en de dossiervoering. Het beroep is gegrond en aan de dierenarts wordt de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2024:24 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/02

    De klachtambtenaar heeft beroep ingesteld tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege. De klacht gaat over het verrichten van diergeneeskundige handelingen tijdens een tuchtrechtelijke schorsing. De klacht is in eerste aanleg niet-ontvankelijk verklaard omdat de uitoefening van de diergeneeskunde tijdens een schorsing volgens het Veterinair Tuchtcollege niet onder de werking van het tuchtrecht valt. Daarnaast heeft het Veterinair Tuchtcollege niet kunnen vaststellen dat de dierenarts bij (een van) de gedragingen is tekortgeschoten in de zorg die hij ten opzichte van één of meer dieren met betrekking tot welke zijn hulp is ingeroepen behoort te verlenen. Hiertegen is door de klachtambtenaar beroep ingesteld.In beroep komt het Veterinair Beroepscollege tot het oordeel dat het Veterinair Tuchtcollege de klacht terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, zij het op andere gronden. Uit de Wet dieren kan worden afgeleid dat slechts een dierenarts die is ingeschreven in het Diergeneeskunderegister is onderworpen aan het tuchtrecht. Gebleken is dat de dierenarts vanwege zijn eerdere schorsing daadwerkelijk was uitgeschreven uit het Diergeneeskunderegister. Het Veterinair Beroepscollege ziet in de systematiek en tekst van de Wet dieren geen ruimte om de dierenarts niettemin ingeschreven te achten. Gelet hierop was de dierenarts tijdens zijn tuchtrechtelijke schorsing niet onderworpen aan het tuchtrecht. Het Veterinair Beroepscollege heeft het beroep van de klachtambtenaar daarom verworpen. Verder heeft het Veterinair Beroepscollege in de uitspraak een “wenk aan de wetgever” opgenomen.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2024:25 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/01

    Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak in een klacht tegen een dierenarts. De klacht heeft betrekking op de merrie en het pasgeboren veulen van appellant en houdt – kort gezegd – in dat de dierenarts is tekort geschoten in de zorg die hij had behoren te verlenen.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2024:10 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/03

    Hond. De zaak gaat over een klacht van een Stichting tegen een dierenarts die diergeneeskundige handelingen heeft verricht met kortsnuitige honden, waarbij de zogenoemde Cambridge-methode is toegepast. De vraag is of de dierenarts daarmee heeft gehandeld in overeenstemming met de open norm van artikel 3.4 van het Besluit houders van dieren. Het Veterinair beroepscollege beantwoordt die vraag in de uitspraak ontkennend. Het Veterinair beroepscollege is van oordeel dat de dierenarts ten onrechte geen toepassing heeft gegeven aan de methode zoals beschreven in het rapport van de Universiteit Utrecht, faculteit diergeneeskunde, van 21 januari 2019 waarin een van de Cambridge-methode deels afwijkende methode voor de keuring van kortsnuitige honden wordt beschreven. De stichting meent dat de dierenarts bij zijn handelingen die laatste, Utrechtse methode had moeten volgen, ook gelet op de aan het onderzoek van de dierenarts verbonden potentiële nadelige gevolgen voor het fokken met kortsnuitige honden die met toepassing van de Cambridge-methode zijn goedgekeurd maar bij toepassing van de met het rapport van de Universiteit Utrecht beschreven methode niet zouden zijn goedgekeurd. Het Veterinair Beroepscollege heeft aan de dierenarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd.[Beroep gegrond.]

  • ECLI:NL:TDIVBC:2024:9 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2023/17 VB 2023/18

    Hond. Beroep van diereigenaar tegen uitspraak in twee klachten tegen dierenartsen. De beslissing van het Veterinair Tuchtcollege wordt vernietigd in de zaak tegen dierenarts 1. Het Veterinair Tuchtcollege had de ondubbelzinnige uitlating van appellante in eerste aanleg moeten beschouwen als het intrekken van die klacht tegen dierenarts 1 door appellante en de behandeling van de klacht moeten staken.Het beroep in de zaak tegen dierenarts 2 wordt verworpen. Dierenarts 2 is jegens de hond niet tekortgeschoten in de veterinaire zorg die zij heeft verleend als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet dieren.[Beroepen ongegrond.]

  • ECLI:NL:TDIVBC:2024:8 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2023/15 VB 2023/16

    De Klachtambtenaar en de twee dierenartsen hebben beroep ingesteld tegen twee uitspraken van het Veterinair Tuchtcollege.De klachten tegen beide dierenartsen is dat zij in strijd met de geldende regelgeving antibiotica hebben afgeleverd gedurende een jaar en daarmee sprake is van een onzorgvuldige beroepsuitoefening.