Zoekresultaten 9931-9940 van de 13835 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:199 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.129
- Datum publicatie: 15-05-2014
- Datum uitspraak: 15-05-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:199
Klacht tegen chirurg. Bij klaagster is een spataderoperatie door middel van lasertechniek verricht. De chirurg heeft aan de op hem rustende informatieplicht voldaan. Deze informatieplicht strekt zich in beginsel niet uit tot de uitzonderlijke complicatie die zich bij klaagster heeft voorgedaan. Van medisch onzorgvuldig en/of verwijtbaar handelen is niet gebleken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond en het hoger beroep van klaagster wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:193 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.100
- Datum publicatie: 15-05-2014
- Datum uitspraak: 15-05-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:193
Klagers zijn de kinderen van de patiënt die werd behandeld vanwege een oesophaguscarcinoom en zich onverwacht heeft gesuïcideerd. Klagers maken de aangeklaagde waarnemend huisarts, zakelijk weergegeven, de volgende verwijten. De huisarts heeft 1) de NHG standaard M44 Depressieve stoornis in geval van sterk verhoogd suïciderisico niet heeft opgevolgd, 2)geen rekening gehouden met het feit dat patiënt pas 11 dagen Lexapro slikte en daarmee in de gevaarlijke periode zat, 3) geen contact heeft opgenomen met de psychiater, 4) ondanks dat zij de patiënt niet kende, de patiënt zonder zorgvuldig onderzoek naar zijn geestestoestand en zonder overleg met de psychiater naar huis gestuurd 5) geen crisisdienst van het RIAGG/Parnassia ingeroepen, dan wel geen spoedconsult aangevraagd bij de psychiater, 6) geen behandelplan opgesteld en geen contact met hem opgenomen om naar zijn toestand te informeren 7) geen contact opgenomen met de familieleden om met hen te overleggen over de situatie, 8) geen alarm geslagen na de “no show”, 9) na het overlijden geen contact opgenomen met de familie, 10) geen rekening gehouden met de wisselwerking tussen Esomeprazol en Escitalopram, welke medicijnen de patiënt beide innam. Het Regionaal Tuchtcollegewijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:194 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.328
- Datum publicatie: 15-05-2014
- Datum uitspraak: 15-05-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:194
Klacht: klager is de zoon van een inmiddels op 97-jarige leeftijd overleden patiënte. Klager verwijt de specialist ouderengeneeskunde : 1. Dat zij zonder het stellen van een diagnose en zonder het vaststellen van ongewenste verschijnselen is gestart met een behandeling die de dood als gevolg heeft gehad; 2. dat er sprake is van onduidelijkheid met betrekking tot de wilsafspraken van en met patiënte; en 3. dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan illegale euthanasie door de richtlijnen met betrekking tot euthanasie te negeren. Het RTG wijst de klacht als kennelijk ongegrond en zonder verder onderzoek in raadkamer af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:195 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.360
- Datum publicatie: 15-05-2014
- Datum uitspraak: 15-05-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:195
Klagers bejaarde moeder is opgenomen op de psychogeriatische afdeling van een verpleeghuis. Klager kon zich moeilijk vinden in de opname van zijn moeder en heeft tevergeefs getracht de opnamesituatie te beëindigen. De rechtbank heeft twee andere kinderen benoemd tot mentor. De mentoren hebben de aangeklaagde specialist ouderengeneeskunde (BOPZ-arts) aangegeven dat zij hun moeder mee wilden nemen voor een vakantie naar Indonesië. De arts heeft, onder voorwaarden, toestemming gegeven voor het tijdelijk vertrek van een maand van de moeder. Uiteindelijk is klagers moeder zonder dat klager het wist naar Indonesië vertrokken en daar (kennelijk ) gebleven. Klager verwijt de artsL: 1. dat hij de gezondheid van klagers moeder in gevaar heeft gebracht door te oordelen dat zij in staat was om de lange reis naar Indonesië te maken en 2. klager onvoldoende op de hoogte heeft gebracht van zijn handelen betreffende klagers moeder. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond en zonder verder onderzoek in raadkamer afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:189 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.221
- Datum publicatie: 15-05-2014
- Datum uitspraak: 15-05-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:189
Klaagster verwijt de arts dat deze een behandeling op 10 januari 2011 verkeerd heeft uitgevoerd, als gevolg waarvan de gezondheid van klaagster ernstig is geschaad. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen als zijnde kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:196 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.362
- Datum publicatie: 15-05-2014
- Datum uitspraak: 15-05-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:196
Klaagster verwijt verweerder dat hij tijdens verschillende polibezoeken onprofessioneel en onoorbaar zou hebben gehandeld, omdat hij: a) een pees en hoofdzenuw door een weefselgaatje uit haar rechterbeen zou hebben genomen c.q. getrokken; b) een poging zou hebben gedaan om haar te wurgen; c) aan haar been zou hebben gerukt, de pijngrens voorbij; d) de heupgewrichtkogel door het draaien met het been 3 à 4 cm zou hebben opgelicht; e) haar in de houdgreep zou hebben genomen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af als zijnde kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:190 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.312
- Datum publicatie: 15-05-2014
- Datum uitspraak: 15-05-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:190
De Inspectie verwijt de huisarts grensoverschrijdend gedrag door twee maal een langdurige seksuele relatie met patiënten te zijn aangegaan. Meerjarige, meervoudige, ernstige en wezenlijke schending van de zorg die verweerder voor de betrokken patiënten in acht had behoren te nemen. Op basis van het psychiatrisch rapport is het niet mogelijk dat de kans op herhaling nagenoeg wordt uitgesloten. Onverantwoord dat verweerder als hulpverlener rechtstreekse contacten heeft met (vrouwelijke) patiënten. Het Regionaal Tuchtcollege legt verweerder een gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid om het beroep van arts uit te oefenen op in zoverre dat het hem niet zal zijn toegestaan om rechtstreekse contacten met (vrouwelijke) patiënten te hebben. De Inspectie komt in hoger beroep tegen de opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege concludeert dat op basis van een psychiatrisch rapport waarin is geconcludeerd dat de kans op recidive van seksueel grensoverschrijdend gedrag matig is op een schaal van laag, matig en hoog risico, alsmede op basis van verklaringen van de arts die niet leiden tot de overtuiging dat hij op emotioneel vlak voldoende bestand is tegen een herhaling van seksueel grensoverschrijdend gedrag, dat het opleggen van de maatregel van doorhaling van de inschrijving van de arts in het BIG-register passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:197 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.402
- Datum publicatie: 15-05-2014
- Datum uitspraak: 15-05-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:197
Klaagster komt na een ziekmelding bij verweerder, arts werkzaam als arbo-arts, op spreekuur met klachten die verband houden met spanningen in de werkrelatie met een directe collega. Na tijdelijke terugkeer op het werk valt klaagster uit met een depressie. Zij komt onder behandeling van een psychiater. Na zes maanden start zij met re-integreren. Klaagster verwijt verweerder dat hij 1) niet gerechtigd is de titel van bedrijfsarts te voeren maar dat wel doet, 2) geen gedegen anamnese of onderzoek heeft verricht en desondanks ten aanzien van de oorzaken en mate van klaagsters arbeidsongeschiktheid, de diagnose en de prognose tot stellige conclusies kwam waarbij hij het oordeel van klaagster, behandelaars en verzekeringsartsen herhaaldelijk naast zich neer heeft gelegd, 3)de re-integratie van klaagster structureel heeft tegengewerkt en hierbij mogelijk de bedrijfseconomische belangen en wensen van de werkgever zwaarder heeft laten wegen dan de belangen van klaagster, 4) het medisch dossier onvoldoende heeft bijgehouden en voorts dat de officiële documenten niet, te laat en inhoudelijk onjuist zijn opgesteld en te weinig informatie bevatten, 5) jegens klaagster grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond, onder meer door in langdurige gesprekken aan klaagster vertrouwelijkheden over zichzelf te vertellen, door haar op kerstavond rond 18.00 uur op te bellen en door zich zeer respectloos en beledigend uit te laten over de behandelend psychiater. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in al zijn onderdelen gegrond en legt de arts een voorwaardelijke schorsing op voor de duur van drie maanden met een proeftijd van twee jaar en tevens is publicatie van de uitspraak gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het hoger beroep van de arts.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:191 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.384
- Datum publicatie: 15-05-2014
- Datum uitspraak: 15-05-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:191
De aangeklaagde huisarts heeft in opdracht van de sociale dienst een arbeids-medische keuring uitgevoerd bij klager. Naar aanleiding van deze keuring heeft verweerder een Rapportage Medisch Advies opgesteld. Klager verwijt de huisarts dat hij met de door hem opgestelde rapportage jegens klager tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen . In hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege een getuige gehoord. Op basis van de verklaring van deze getuige komt het Centraal Tuchtcollege tot het oordeel dat zich ten aanzien van de door de arts opgestelde Rapportage Medisch Advies van klager geen onregelmatigheden hebben voorgedaan, nu die rapportage onder supervisie van een deskundige in de zin van de wet tot stand is gekomen en ten tijde van de medische keuring onafhankelijke deskundige aanwezig waren voor consultatie door de arts. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:198 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.259
- Datum publicatie: 15-05-2014
- Datum uitspraak: 15-05-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:198
Betreft klacht over gegevensuitwisseling door psychiater in het kader van bemoeizorg. Klager klaagt erover dat de behandelend psychiater van zijn echtgenote, zonder klagers toestemming, onjuiste gegevens over hem heeft verstrekt aan Bureau Jeugdzorg, zonder te onderzoeken of die informatie juist was, waardoor volgens klager zijn pasgeboren dochter uit huis is geplaatst. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de psychiater een waarschuwing op. De psychiater komt in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht alsnog ongegrond.