Zoekresultaten 12061-12070 van de 12826 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0768 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09189

    Klaagster verwijt verweerder dat hij de diagnose heeft gemist door de situatie waaraan moeder van klaagster leed af te doen als een griepje Verder heeft verweerder geweigerd patiënte door te verwijzen naar het ziekenhuis en hij heeft de ambulance niet willen bellen. Bij dit alles heeft verweerder zich jegens patiënte en de dochters onprofessioneel en respectloos gedragen. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht de klacht op twee onderdelen gegrond. Te weten tekortschieten ten aanzien van anamnese, onderzoek en diagnose tijdens de visite en de reactie tijdens het telefoongesprek met klaagster daags daarna. Het college voegt daar nog aan toe dat de documentatie van deze visite niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet.  

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0769 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1029

    Verweerder heeft nadat hij ziek werd tijdens een opname wegens desensibilisatie een onjuiste diagnose gesteld en patiënt ten onrechte zonder bloedkweken te nemen en ondanks de koorts naar huis laten gaan. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Volgens het college is naar het oordeel van het college de diagnose op zorgvuldige wijze tot stand gekomen; ter zake kan aan verweerder niets worden verweten. Het college oordeelt dat de klacht ongegrond is.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0756 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 050/2010

    Klacht van de Inspectie tegen een psychotherapeut, tevens gezondheidszorgpsycholoog over het aangaan van een intieme relatie met een (ex-)cliënte. Het college wijst op artikel III.2.3.7 van de Beroepscode van het NIP. Tegen voorgaande achtergrond behoeft het nauwelijks betoog dat het aangaan van een intieme relatie door verweerder met de cliënte in kwestie niet door de tuchtrechtelijke beugel kan. Het is maar de vraag of de behandelrelatie was beëindigd, al was de EMDR-therapie afgerond, omdat cliënte nog een beroep deed op verweerder bij door haar ondervonden problemen. In elk geval werd die relatie direct aansluitend aan de behandelrelatie aangegaan. Ook het bij cliënte thuis, ook ’s avonds, therapie geven acht het college onvoldoende professioneel, nu de daaraan ten grondslag liggende reden -oppasproblemen van cliënte- zulks niet rechtvaardigen. Verweerder heeft zakelijk en privé met elkaar vermengd, met alle risico’s van dien. Het college heeft bij het bepalen van de maatregel onder meer acht geslagen op de ernst van het feit, tegen de achtergrond van eerdere relaties die verweerder is aangegaan terwijl hij zich realiseerde of in elk geval had moeten realiseren dat dit in die context niet toegestaan was. Schorsing voor de duur van 6 maanden en publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0763 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.309

    Klacht tegen orthopedisch chirurg over met name het verschaffen van informatie over de mogelijke gevolgen van een operatieve ingreep aan de enkel.  Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht in alle onderdelen af. In beroep onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat voor de vraag of de arts klager had moeten informeren dat na de ingreep door klager ervaren klachten mogelijk het gevolg zijn van de ingreep, onderscheid moet worden gemaakt tussen klacht over doof gevoel en over de onmogelijkheid de tweede tot en met vijfde teen te heffen. Het dove gevoel is te beschouwen als een mogelijke complicatie en daarvoor is blijkens het dossier gewaarschuwd. De onmogelijkheid genoemde tenen te heffen kan in redelijkheid niet als gevolg van de operatieve ingreep worden beschouwd. Hiervoor hoefde de arts niet te waarschuwen. Het beroep tegen deze alsmede tegen de ongegrond verklaarde klachten over de behandeling en bejegening wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0757 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 204/2009

    Klacht tegen huisarts. De klacht betreft de moeder van klager, hierna patiënte te noemen. Klager trof patiënte thuis aan met een halfzijdige verlamming. Klager verwijt verweerster onder meer dat zij te laat bij patiënte is verschenen, patiënte niet in aanmerking heeft laten komen voor trombolyse en dat zij een melding bij de ambulance heeft gedaan voor besteld vervoer.  Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0764 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.310

    Verwijt aan anesthesist dat (1) klager niet is geïnformeerd over zenuwletsel en dat (2) neurologische uitval het gevolg is van door arts uitgevoerde anesthesie. Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat preoperatieve informatie is gegeven door een collega anesthesioloog en reeds daarom niet kan slagen. Overigens, aldus Regionaal Tuchtcollege, zijn de door klager ervaren klachten hoogst zelden beschreven als mogelijke complicatie van de uitgevoerde anesthesietechniek en hoefde daarvoor in redelijkheid ook niet gewaarschuwd te worden (artikel 7:448, lid 2 sub b BW). Ook het tweede onderdeel van de klacht faalt. De door klager ondervonden klachten zijn in redelijkheid niet aan te merken als mogelijk gevolg van de uitgevoerde anesthesie. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat, waar de arts is afgeweken van de wijze van verdoven zoals tijdens de preoperatieve informatie is uitgelegd, dit op juiste gronden is gedaan en voorts ook door de arts met klager is gecommuniceerd. Ook overigens onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht ongegrond is. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0758 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 057/2010

    Klacht tegen revalidatiearts. Klaagster verwijt verweerder dat hij, zonder medisch onderzoek te hebben  verricht,  in een schriftelijke rapportage een beoordeling heeft gegeven over de gezondheidstoestand van klaagster. Verweerder zou  in die rapportage uitspraken hebben gedaan en beoordelingen  hebben gegeven zonder (medische ) grondslag  waarbij verweerder is uitgegaan van veronderstellingen die de lichamelijke en geestelijke integriteit van klaagster raken.  Klacht gegrond. Het college legt verweerder de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0765 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.314

    Klager verwijt psychiater dat hij tijdens zijn detentie geen adequate behandeling heeft gekregen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en overweegt daartoe dat er geen sprake is van weigering. Het komt voor rekening van klager indien hij van aangeboden hulp geen gebruik wil maken. Klager diende psychiater tenminste de gelegenheid te bieden te beoordelen welke hulp klager nodig had. In beroep overweegt het Centraal Tuchtcollege dat de psychiater door gebrek aan medewerking van de zijde van klager niet heeft kunnen toekomen aan nadere diagnostiek en behandeling. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0759 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.256

      Klacht tegen anesthesioloog/pijnbestrijder. De arts heeft bij klaagster een discusdenervatie verricht. Klaagster verwijt de arts haar onvoldoende te hebben geïnformeerd, een onjuiste diagnose te hebben gesteld en haar onheus te hebben behandeld door het verdoven en de verrichting met een hand uit te voeren terwijl hij met zijn andere hand een telefoontoestel vasthield en telefoneerde. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de eerste twee klachtonderdelen ongegrond en het derde klachtonderdeel gegrond en berispt de arts. De arts komt van die beslissing in beroep. Hij betwist in beroep primair bij gebrek aan wetenschap de feitelijke vaststelling dat hij tijdens de behandeling heeft getelefoneerd. Subsidiair vindt hij de hem opgelegde maatregel te zwaar. Tegenover de consistente verklaring van klaagster acht het Centraal Tuchtcollege de verklaring van de arts in beroep dat hij zich het gebeuren niet meer herinnert ongeloofwaardig. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel de arts zich volledig had moeten concentreren op zijn medisch handelen. Daarbij past het voeren van een telefoongesprek niet en is ook overigens onbeleefd tegenover de betrokken patiënt. Het beroep wordt verworpen.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0766 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.033

    Klager verwijt GZ-psycholoog dat hij tijdens zijn detentie geen adequate behandeling heeft gekregen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en overweegt daartoe dat er geen sprake is van weigering. Het komt voor rekening van klager indien hij van aangeboden hulp geen gebruik wil maken. Klager diende GZ-psycholoog tenminste de gelegenheid te bieden te beoordelen welke hulp klager nodig had. In beroep overweegt het Centraal Tuchtcollege dat de GZ-psycholoog door gebrek aan medewerking van de zijde van klager niet heeft kunnen toekomen aan nadere diagnostiek en behandeling. Het beroep wordt verworpen.