ECLI:NL:TGZRGRO:2012:YG1782 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2011/66
ECLI: | ECLI:NL:TGZRGRO:2012:YG1782 |
---|---|
Datum uitspraak: | 07-02-2012 |
Datum publicatie: | 07-02-2012 |
Zaaknummer(s): | G2011/66 |
Onderwerp: | Overige klachten |
Beslissingen: | Ongegrond/afwijzing |
Inhoudsindicatie: | Klager is vanwege maagklachten bij verweerder in behandeling geweest. Klager verwijt verweerder dat hij onvoldoende tijd heeft genomen om klager te onderzoeken. Ten onrechte zou verweerder hebben gesteld dat er tijdens het onderzoek geen afwijkingen zijn gevonden, met als gevolg dat klager geen adequate behandeling heeft gekregen. Klager vindt dat verweerder jegens hem in zijn behandeling te kort is geschoten en voelt zich niet serieus genomen. Verweerder stelt klager op een normale en zorgvuldige wijze te hebben onderzocht. Daarnaast weerspreekt verweerder dat er volgens hem geen geconstateerde afwijkingen zouden zijn geweest, met onvoldoende zorg als gevolg. Verweerder heeft klager zelfs ziekenhuisopname aangeboden, wat door klager is afgewezen. Verweerder heeft al met al voldoende zorg geboden en kan naar zijn mening geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. |
Rep. nr. G2011/66
7 februari 2012
Def. 011
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN
Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 25 juli 2011 binnengekomen klacht van:
A ,
wonende te B,
klager,
tegen
C,
internist,
wonende te D,
verweerder,
BIG-registratienummer:,
gemachtigde: mr. E.P. Haverkate
1. Verloop van de procedure
Het College heeft kennisgenomen van het dossier waarin zich onder meer bevinden:
- het klaagschrift ingekomen bij het College op 25 juli 2011 en gedateerd op 20 juli 2011;
- het verweerschrift met bijlagen ingekomen bij het College op 22 september 2011 en
gedateerd op 19 september 2011.
De zaak is behandeld op de openbare zitting op 13 december 2011. Klager is daar verschenen vergezeld door zijn partner. Ook verweerder is verschenen, bijgestaan door mevrouw mr. A.W. Hielkema.
2. Vaststaande feiten
2.1
Klager is geboren op 11 juni 1969 en was na doorverwijzing op 30 oktober 2009 door de neuroloog E vanaf 9 december 2009 in behandeling en onder controle bij de internist F in het ziekenhuis G vanwege toenemende maagklachten. Met het oog op de behandeling had F onder andere een colonoscopie afgesproken. Dit onderzoek is door klager indertijd wegens ziekte afgezegd. Ook een aangeboden ziekenhuisopname wijst klager in februari 2010 af. Wel heeft een CT-Scan op 3 februari 2010 plaatsgevonden waaruit volgens een brief van F van 10 mei 2010 aan de huisarts van klager afwijkingen in longen en maag bleken. Op enig moment heeft klager de beschikking over die brief en zijn verdere dossier gekregen. F was per 1 oktober 2010 niet meer in de Sionsberg werkzaam.
2.2
Verweerder was internist in de Sionsberg. Hij is daar inmiddels niet meer werkzaam. Verweerder heeft alle patiënten van F overgenomen waaronder klager. Klager bezocht verweerder voor de eerste (en laatste) keer tijdens een regulier halfjaarlijks controleconsult op 8 november 2010. Ongeveer een week na het consult heeft de partner telefonisch contact gehad met verweerder. De dag daarop heeft verweerder telefonisch contact gezocht met de partner van klager.
3. De klachten
De klachten houden het volgende in:
- Verweerder stak tijdens het controleconsult nauwelijks tijd in klager. Het controleconsult duurde slechts enkele minuten en klager werd afgescheept met Primperan.
- Ondanks dat er door F verdachte plekken in de longen en de dikke darm waren gevonden, meldt verweerder hierover niets en onderneemt niets.
- Tijdens een telefoongesprek dat kort na het controlebezoek plaatsvond, wordt verweerder door de partner van klager geconfronteerd met de bevindingen van F, zoals deze uit de brief van 10 mei 2010 bleken. Niettemin wilde hij geen actie ondernemen en afwachten welke kant het zou uitgaan. Een dag later biedt verweerder die telefonisch contact had gezocht met klager medewerking aan aan een second opinion-onderzoek en een aantal andere onderzoeken.
- Al met heeft verweerder klager niet serieus genomen.
4. Verweer
Er is volgens verweerder sprake geweest van een normaal en zorgvuldig controleconsult waarbij onder andere het gewicht van klager is vastgesteld. Verweerder had voldoende redenen om af te zien van een nader onderzoek en stelde voor met Primperan te starten en het resultaat daarvan een week na het consult te evalueren. Hij heeft medewerking aangeboden aan een second opinion-onderzoek. Verweerder meent dat hem tuchtrechtelijk en ook anderszins niets te verwijten is.
5. Beoordeling
Het College neemt in aanmerking dat uit het door verweerder verrichte onderzoek tijdens de halfjaarlijkse controle geen verslechtering van de conditie van klager bleek. Zo was er geen sprake meer van diarree en was het gewicht van klager in vergelijking met vorige metingen min of meer stabiel. Als gevolg hiervan vond verweerder het niet waarschijnlijk dat er verband was tussen de klachten en de bevindingen op de CT-scan. Hij heeft daarom van die bevindingen op de scan tijdens het consultatieconsult geen melding gemaakt. Daarbij gaven die bevindingen onvoldoende aanleiding tot direct en acuut onderzoek. Klager heeft niet weersproken dat verweerder de effecten van het tijdens het controleonderzoek voorgeschreven gebruik van Primperan na een week wilde evalueren. Hiervan is het niet gekomen, omdat klager het gebruik van Primperan staakte, aangaf geen prijs te stellen op verdere behandeling door verweerder en aankondigde een klacht tegen verweerder te zullen indienen.
Het College is van oordeel dat klager aan verweerder onvoldoende gelegenheid heeft geboden om tot een adequate behandeling, zoals onderzoek naar de verdachte plekken in de longen en de dikke darm, te geraken in geval dat alsnog noodzakelijk zou blijken.
Ook meent het College dat het in het voordeel van verweerder spreekt dat hij nog telefonisch contact heeft gezocht met klager na het door klager na het consultatieconsult geïnitieerd telefonisch contact.
Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat verweerder klager niet serieus heeft genomen.
Al met al oordeelt het College dat de klachten ongegrond zijn.
6. Beslissing
Het Regionaal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg te Groningen:
verklaart de klachten van klager ongegrond en wijst deze af.
Aldus gegeven door:
mevrouw Mr. K.M. Makkinga, voorzitter,
prof. Mr. L. Timmerman, lid-jurist,
mevrouw Drs. E.M. ter Braak, lid-geneeskundige,
drs. J.U.R. Niewold, lid-geneeskundige,
dr. A. Schaafsma, lid-geneeskundige,
bijgestaan door mevrouw mr. J. Visser, secretaris.
en uitgesproken op 7 februari 2012 door de voorzitter, in tegenwoordigheid van de secretaris.
De secretaris: De voorzitter: