Zoekresultaten 11-20 van de 56 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:132 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4312
- Datum publicatie: 23-05-2023
- Datum uitspraak: 23-05-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:132
Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Het college kan jegens de gz-psycholoog geen (duidelijke) klacht halen uit de stukken van klager. Met de gz-psycholoog meent ook het college dat er vermoedelijk sprake is van persoonsverwarring nu de gz-psycholoog nimmer werkzaam is geweest in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum en nu een gz-psycholoog ook niet bevoegd is tot het (laten) toedienen van dwangmedicatie. Dat de gz-psycholoog dit gedaan zou hebben volgt ook niet uit de stukken. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:133 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4538
- Datum publicatie: 23-05-2023
- Datum uitspraak: 23-05-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:133
Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klager stelt dat het aan de GZ-psycholoog is te wijten dat hij een LPFZ-status heeft gekregen en dat de GZ-psycholoog dit onder valse beschuldigingen heeft aangevraagd. Naar het oordeel van het college is de aanvraag van de LFPZ-status zorgvuldig overwogen en voldoende onderbouwd. Het college ziet geen aanknopingspunten om te oordelen dat sprake is van valse beschuldigingen jegens klager. Het college heeft verder kennisgenomen van een deel van de door klager aangeleverde beslissingen tot afzondering. Het college overweegt dat niet blijkt dat de beslissingen tot afzondering van klager op onzorgvuldige wijze zijn genomen. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5140
- Datum publicatie: 22-05-2023
- Datum uitspraak: 12-05-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:106
Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat deze zonder klaagster te hebben gezien over haar heeft geoordeeld op basis van verklaringen van familieleden. De huisarts zou hebben geoordeeld dat klaagster aan een psychose zou leiden, als gevolg waarvan klaagster gedwongen opgenomen is geweest. De huisarts is werkzaam bij de praktijk waar klaagster ingeschreven is. Zij was echter afwezig toen het voorgaande speelde en heeft hier dus geen betrokkenheid bij gehad. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:107 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5012
- Datum publicatie: 22-05-2023
- Datum uitspraak: 12-05-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:107
Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat deze zonder klaagster te hebben gezien over haar heeft geoordeeld op basis van verklaringen van familieleden. De huisarts zou hebben geoordeeld dat klaagster aan een psychose zou leiden, als gevolg waarvan klaagster gedwongen opgenomen is geweest. De huisarts is werkzaam bij de praktijk waar klaagster ingeschreven is. Hij was echter afwezig toen het voorgaande speelde en heeft hier dus geen betrokkenheid bij gehad. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5141
- Datum publicatie: 22-05-2023
- Datum uitspraak: 12-05-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:108
Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat deze zonder klaagster te hebben gezien over haar heeft geoordeeld op basis van verklaringen van familieleden. De huisarts zou hebben geoordeeld dat klaagster aan een psychose zou leiden, als gevolg waarvan klaagster gedwongen opgenomen is geweest. De huisarts heeft uitgelegd waarom zij op basis van verklaringen van familieleden en naar aanleiding van online posts van klaagster het vermoeden heeft ontwikkeld dat klaagster aan een acute psychotische ontregeling leed. Zij heeft de GGZ crisisdienst over dit vermoeden geïnformeerd, die vervolgens nader onderzoek heeft gedaan naar de situatie van klaagster. Het college is van oordeel dat de huisarts onder de gegeven omstandigheden niets verwijtbaars heeft gedaan en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5351
- Datum publicatie: 22-05-2023
- Datum uitspraak: 12-05-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:109
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen arts die zorgverzekeraar adviseert. Klaagster is verzekerd bij de zorgverzekeraar. Omdat zij vreest dat medewerkers van de verzekeraar onbevoegd kennis nemen van haar medische gegevens, dient zij een verzoek om een rugoperatie in het buitenland te mogen ondergaan rechtstreeks bij de arts in op het adres van diens privé-praktijk, tevens privé-adres van de arts. Dit adres heeft zij op internet gevonden. De arts bericht klaagster dat zij haar aanvraag niet bij hem maar bij de verzekeraar moet indienen en dat hij de toegestuurde medische stukken zal vernietigen. Klaagster verwijt de arts dat hij de aanvraag had moeten beoordelen. Gezien zijn geheimhoudingsplicht had hij haar niet mogen verwijzen naar de verzekeraar. De voorzitter van het tuchtcollege oordeelt dat de arts geen verwijt treft. Verzekerden moeten hun aanvragen indienen op de wijze zoals de verzekeraar aangeeft. Dat vloeit voort uit de verzekeringsovereenkomst. De arts mocht naar de verzekeraar verwijzen en mocht vertrouwen op de regels die de verzekeraar hanteerde om verantwoord met medische gegevens van verzekerden om te gaan. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4300
- Datum publicatie: 22-05-2023
- Datum uitspraak: 16-05-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:21
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager kan zich op een groot aantal punten niet vinden in de wijze waarop de bedrijfsarts het verzuimspreekuur met hem heeft aangepakt en het verdere begeleidingstraject heeft vormgegeven. Zo verwijt hij de bedrijfsarts onder andere dat hij vooroverleg heeft gevoerd met de werkgever en dat hij werd aangesproken als “boze witte man” tijdens het verzuimspreekuur. De bedrijfsarts stelt dat het gebruikelijk en juist is dat hij, voorafgaand aan een verzuimspreekuur, van de werkgever informatie krijgt over de aard en de achtergrond van de ziekmelding. Naar het oordeel van het college is deze gang van zaken inderdaad niet ongebruikelijk en, anders dan klager stelt, niet in strijd met de wet of met de vertrouwelijkheid. Wat betreft het aanspreken van klager als “boze witte man” erkent de bedrijfsarts deze bewoordingen. Hij heeft hiermee het ijs willen breken, maar vindt de aanpak achteraf ondoordacht en onprofessioneel en heeft al tijdens het gesprek gemerkt dat zijn woorden verkeerd vielen. Het college is het met klager (en de bedrijfsarts) eens dat deze bewoordingen ongepast zijn, zeker nu de bedrijfsarts kennelijk is afgegaan op de informatie van de werkgever en juist van hem had mogen worden verwacht dat hij het gesprek open zou ingaan. Dit te meer omdat, zoals ter zitting is verklaard, hij wist dat het gesprek gezien de voorgeschiedenis een zekere lading had en klager verontwaardigd was over de gang van zaken. Het college verklaart dit klachtonderdeel daarom gegrond. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4944
- Datum publicatie: 22-05-2023
- Datum uitspraak: 12-05-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:104
Klacht tegen orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. Klaagster is bij de orthopedisch chirurg terechtgekomen na verwijzing door de huisarts in verband met voetklachten. De klacht heeft onder meer betrekking op de bejegening door de orthopedisch chirurg en het door hem uitgezette beleid ten aanzien van de voetklachten. Niet kan worden vastgesteld dat de orthopedisch chirurg tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4141-4142 en H2022/5021-5022
- Datum publicatie: 22-05-2023
- Datum uitspraak: 22-05-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:22
Twee klachten van de inspectie tegen een gz-psycholoog/psychotherapeut. De zorgverlener wordt onder meer het toepassen van aanrakingen in de behandeling en onvoldoende dossiervoering verweten. Het college: de aanrakingen zijn niet gebruikelijk binnen de behandelrelatie en de zorgverlener handelde daarbij niet volgens de eisen van zijn beroepsgroep. Er is niet gebleken dat de patiëntes toestemming voor de aanrakingen hebben gegeven nadat zij voldoende duidelijke uitleg hadden gekregen. Er is sprake van onvoldoende dossiervoering. Een klacht geheel en de andere klacht gedeeltelijk gegrond. Doorhaling van beide registraties.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5166
- Datum publicatie: 22-05-2023
- Datum uitspraak: 12-05-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:105
Kennelijk ongegronde klacht tegen psychiater. De klacht gaat over de behandeling van klager in een psychiatrische instelling. Klager stelt dat de psychiater zijn behandeling na overplaatsing heeft verzwaard zonder hem gesproken of gezien te hebben. Daarnaast stelt klager dat belangrijke betrokkenen niet voldoende zijn meegenomen en geïnformeerd en dat er tegen het advies van de eerdere psychiater in is gegaan, terwijl hij de casus beter kent.