Zoekresultaten 1-10 van de 13866 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:120 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2548

    Klacht tegen een directeur behandelzaken/klinisch psycholoog. Klaagster is in 2021 als minderjarige vanwege psychische klachten vrijwillig opgenomen in een GGZ-instelling. Verweerster is klinisch psycholoog/psychotherapeut en directeur behandelzaken van de GGZ-instelling. Nadat zich eind 2021 een incident heeft voorgedaan, heeft de GGZ-instelling tegen klaagster aangifte van zware mishandeling gedaan en is klaagster aangehouden. De pleegvaders van klaagsters verwijten de directeur behandelzaken/klinisch psycholoog namens klaagster dat zij als directeur behandelzaken ten aanzien van het ontslag van klaagster onzorgvuldig heeft gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2025/7998

    Klacht van de inspectie tegen verpleegkundige gegrond. Schorsing van twaalf maanden, waarvan drie voorwaardelijk. Bijzondere voorwaarden. De verpleegkundige wordt verweten dat zij seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld en medische informatie over patiënten met een derde heeft gedeeld. Het college oordeelt dat de verpleegkundige seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld door tijdens de afkoelingsperiode een seksuele relatie aan te gaan met een voormalig patiënt. Ook heeft de verpleegkundige haar beroepsgeheim geschonden. Er was geen situatie op grond waarvan zij haar beroepsgeheim mocht doorbreken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:121 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2702 en C2025/2703

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is in twaalf consulten over een periode van ruim drie maanden door de fysiotherapeut in de nek gemanipuleerd (gekraakt). De klacht omvat zeven onderdelen. Het Regionaal Tuchtcollege komt tot het oordeel dat de klacht op twee onderdelen gegrond is: er was geen informed consent en verweerder is te lang doorgegaan met dezelfde behandeling. Het Regionaal Tuchtcollege legt aan de fysiotherapeut de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt, onder bespreking van de informed consent over de behandeling van klaagster, zowel het beroep van klaagster als het beroep van de fysiotherapeut.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7222

    Verweerster, werkzaam bij een instelling die forensische ambulante zorg, klinische zorg en reclassering verleent, heeft als GZ-psycholoog zorg verleend aan klager. Klager is door het college niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Klager bedreigt verweerster langdurig na het beëindigen van de behandelrelatie tussen hen. Aan klager is door de rechtbank een contactverbod opgelegd. Het college oordeelt, aan de hand van de inhoud van brieven en de uitingen van klager in deze procedure, dat klager, hoewel de klacht op zichzelf wordt beoordeeld als een te behandelen klacht, zijn klacht enkel heeft willen indienen met als doel het contactverbod te omzeilen en bedreigingen te kunnen uiten aan het adres van verweerster. Het college overweegt, verwijzend naar artikel 3:303 BW, dat klager zijn klacht daarom zonder voldoende belang heeft ingediend en verklaart hem niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:122 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2704

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is eind 2016 eenmalig door de fysiotherapeut onderzocht en behandeld vanwege pijn in de onderrug. Nadien heeft klaagster last van haar bovenrug, schouder en nek. Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat zij verkeerd heeft behandeld (klachtonderdeel a). Daarnaast zou de fysiotherapeut van een telefoongesprek geen aantekening hebben gemaakt in het dossier (klachtonderdeel b). Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel a. ongegrond, klachtonderdeel b. gegrond en legt aan de fysiotherapeut geen maatregel op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:116 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2565

    .

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7374

    Kennelijk ongegronde klacht tegen orthopedagoog in de functie van gedragswetenschapper bij jeugdzorginstelling. De gedragswetenschapper ondersteunt, adviseert en coacht de jeugdbeschermers. Dat verweerster bij haar advisering geen contact heeft gehad met klaagster en/of de dochter past bij de wijze waarop zij haar functie uitoefent en is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:123 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2664

    Klacht tegen een kaakchirurg. De klacht gaat over de ingreep die klaagster op 22 mei 2015 heeft ondergaan bij de kaakchirurg, waarbij haar tongriem is weggehaald. Klaagster bleef na de behandeling klachten houden en is meerdere keren teruggegaan en gezien door collega’s van de kaakchirurg. Zij is ontevreden over het behandeltraject en het resultaat, onder andere omdat de behandeling en de risico’s niet aan haar zijn uitgelegd en zij meer klachten heeft dan voorheen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:117 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2658

    Klacht tegen een psychiater. Klagers zijn de ouders van een zoon (patiënt) die is overleden aan een overdosis/suïcide. Patiënt had psychiatrische klachten en had vanaf jonge leeftijd te maken met complexe verslavingsproblematiek. De psychiater was verbonden aan het FFACT-team (forensische flexibele assertieve community treatment) dat ambulante zorg verleende aan patiënt. Zij was de laatste twee jaar van zijn leven de regiebehandelaar van patiënt en verantwoordelijk voor zijn medicatie. Klagers verwijten de psychiater dat zij is tekortgeschoten bij het voorschrijven en monitoren van de medicatie (Baclofen). Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Klagers hebben beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de psychiater in de periode dat patiënt na een suïcidepoging bij zijn nicht verbleef onvoldoende de regie genomen en de verslaglegging in het medisch dossier onvoldoende is. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht alsnog gedeeltelijk gegrond, maar legt de psychiater geen maatregel op.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:118 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2481

    Klacht tegen een kaakchirurg. Klager is driemaal aan zijn kaak geopereerd door de kaakchirurg vanwege een onderbeet. Klager verwijt de kaakchirurg dat hij (a.) klager onvoldoende heeft geïnformeerd aan de operaties. Ook verwijt klager de kaakchirurg dat hij (b.) onzorgvuldig heeft gehandeld, waardoor klager dagelijks pijn heeft en zijn gezichtsvorm is veranderd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel a. gegrond. De kaakchirurg heeft klager onvoldoende geïnformeerd over de mogelijke complicaties. De door de kaakchirurg verstrekte informatiefolder is evenmin volledig. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel a. gegrond en legt aan de kaakchirurg op de maatregel van waarschuwing.