Zoekresultaten 11161-11170 van de 12897 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1745 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.144

    Klager is TBS-gedetineerd. In het kader van een beoordeling TBS-verlenging heeft de rechtbank besloten dat klager ter observatie opgenomen diende te worden in het Pieter Baan Centrum (PBC) voor een multidisciplinaire rapportage gericht op diagnostiek en een inschatting van het delictgevaar.  De aangeklaagde  gz-psycholoog is vast gerechtelijk deskundige bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie PBC. De gz-psycholoog heeft in deze hoedanigheid over klager gerapporteerd. De klacht houdt in dat de gz-psycholoog zich in de multidisciplinaire PBC rapportage onvoldoende deskundig en onafhankelijk heeft opgesteld en de gezinspathologie van klager onjuist heeft geduid. Volgens klager is sprake van onjuiste diagnostiek. Het RTG heeft de klacht in al haar onderdelen als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1746 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.149

    Klager is TBS-gedetineerd. De aangeklaagde gz-psycholoog is verbonden aan de TBS-kliniek waar klager heeft verbleven en heeft in haar hoedanigheid van hoofd behandeling een verlengingsadvies TBS voor akkoord getekend. In dit rapport wordt opgemerkt dat vanwege het uitblijven van significante behandelresultaten het recidive risico onaanvaardbaar hoog was op korte en middellange termijn en wordt geadviseerd de TBS met twee jaar te verlengen. De klacht houdt in dat de gz-psycholoog een verlengingsadvies TBS heeft ondertekend dat niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen en dat zij hiermee de rechtbank onjuist heeft geïnformeerd met als gevolg dat de rechtbank de termijn van TBS met twee jaren heeft verlengd. Voorts heeft klager aangevoerd dat hij de werkwijze van de gz-psycholoog als zeer onprofessioneel en haar opstelling als partijdig heeft ervaren. Het RTG heeft de klacht in al haar onderdelen als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1747 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.152

    Klager is TBS-gedetineerd. De aangeklaagde psychiater is werkzaam in de TBS-kliniek waar klager heeft verbleven. De psychiater heeft een briefrapport met betrekking tot klager mede voor akkoord getekend. In dit rapport is verzocht klager te herselecteren. Klager heeft geweigerd aan de onderzoeken zijn medewerking te verlenen. De klacht houdt in dat de psychiater zich van onjuiste en ondeugdelijke methodiek heeft bediend bij voormelde aanvraag om herselectie. Klager spreekt verder van onethisch handelen. De psychiater heeft in de klacht tevens gelezen het verwijt dat zij in het kader van de herselectie de rechtbank verkeerd heeft geïnformeerd. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1748 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.255

    Klager verwijt de psychiater dat hij op onzorgvuldige wijze de diagnose waanstoornis heeft gesteld en ten onrechte voorbij is gegaan aan door vorige behandelaars gestelde diagnose. Voorts verwijt de klager dat de psychiater hem nimmer heeft gezien of gesproken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat uit het medisch dossier blijkt dat klager gedrag heeft vertoond dat het vermoeden van een waanstoornis rechtvaardigde. Het verwijt dat de psychiater klager nimmer heeft gezien of gesproken is feitelijk onjuist. De psychiater heeft niet verwijtbaar gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat klager ondanks het verzoek daartoe heeft nagelaten aanvullende gronden van zijn hoger beroep in te dienen. Nu klager niet ter zitting is verschenen en ook overigens niet in de gelegenheid is geweest toe te lichten waarom hij zijn beroepsgronden niet heeft aangevuld, kan klager niet op die grond niet-ontvankelijk worden verklaard. De behandeling in hoger beroep heeft het Centraal College echter niet geleid tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het College in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1749 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.266

    Klager (zelf tandarts) verwijt adviserend tandarts hem in e mail (klachtonderdeel A) en brieven (klachtonderdelen B en C) te hebben neergezet als tandarts die vak niet verstaat en/of fraudeert. RTG heeft klager in klacht niet-ontvankelijk verklaard. CTG deelt oordeel RTG dat klager niet tuchtrechtelijk aansprakelijk is ogv eerste tuchtnorm (art. 47 lid 1 onder A. Wet BIG) . Klachtonderdelen B. en C. vallen evenmin onder de tweede tuchtnorm (art. 47 lid 1 sub b). Klachtonderdeel A. valt wel onder bereik tweede tuchtnorm. Klager in zoverre ontvankelijk. Klachtonderdeel A. wordt gegrond verklaard. Te maken verwijt zo ernstig dat berisping wordt opgelegd. In zoverre beroep geslaagd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1743 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.141

    Klager  is TBS-gedetineerd. De aangeklaagde gz-psycholoog is als hoofd behandeling verbonden aan de TBS-kliniek waar klager heeft verbleven. Klager weigert mee te werken aan de onderzoeken. De gz-psycholoog heeft het verplegings- en behandelingsplan met betrekking tot klager voor akkoord getekend. In dit rapport is vermeld dat het niet is gelukt om tot een basis voor behandeling te komen en dat klager aangeboden is voor herselectie. De klacht houdt in dat de gz-psycholoog een verplegings- en behandelingsplan heeft opgesteld dat niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen en dat de gz-psycholoog voorts onvoldoende onderzoek heeft gedaan. Het RTG heeft de klacht in al haar onderdelen als kennelijk ongegrond zonder verder onderzoek in raadkamer afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1750 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.010

    De tandarts heeft bij klaagster implantaten geplaatst en een brugconstructie aangebracht. Klaagster verwijt verweerder: 1. onvoldoende onderzoek, controle en voorbereiding alvorens over te gaan tot het plaatsen van de implantaten; 2.onvoldoende informatie over de risico’s en alternatieven van de ingreep en onvoldoende informed consent; 3. foute indicatiestelling en onvolkomenheden in de uitvoering van de behandeling, die onzorgvuldig en onvakkundig was; 4.onvoldoende nazorg; 5. onvoldoende informatie over de benodigde gebitshygiëne; 6. onterecht in rekening gebrachte behandelingen (ter zitting ingetrokken). Het RTG verklaart de klachten deels gegrond en deels ongegrond en legt de tandarts de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing van het RTG en verklaart de klacht alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1744 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.143

    Klager is TBS-gedetineerd. Klager weigert zijn medewerking aan onderzoeken.  De aangeklaagde psychiater is verbonden aan de TBS-kliniek waar klager heeft verbleven. De psychiater heeft een rapport met betrekking tot klager mede voor akkoord getekend.  In dit rapport is verzocht klager te herselecteren. De klacht houdt in dat de psychiater zich van onjuiste en ondeugdelijke methodiek heeft bediend bij de aanvraag om herselectie. Klager spreekt verder van onethisch handelen en verwijt de psychiater verder dat zij als directeur verantwoordelijk is voor de onzorgvuldige behandeling en geen verantwoording neemt. Het RTG heeft de klacht als kennelijk ongegrond en zonder verder onderzoek in raadkamer afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft klager voor zover hij de klacht in hoger beroep heeft uitgebreid niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep en heeft voor het overige het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG1740 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-047d

    Klager verwijt de verpleegkundige dat ze op onvriendelijke wijze heeft kenbaar gemaakt dat patiënte niet opnieuw verschoond zou worden en geen pijnstillende middelen heeft toegediend.  Voorts verwijt klager de verpleegkundige dat er geen evaluatie van de opname op de IC heeft plaatsgevonden, hoewel deze was toegezegd. Klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG1741 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-148

    Klager verwijt de verpleegkundige dat zij professioneel ernstig is tekort geschoten in de psychiatrische dienstverlening ten koste van cliënt, de gedragscode van het ziekenhuis met voeten heeft getreden, misbruik heeft gemaakt van de kwetsbaarheid van cliënt en zichzelf ten koste van cliënt heeft verrijkt. Schorsing van de inschrijving in het register van de Wet BIG voor de duur van zes maanden, waarvan een periode van drie maanden voorwaardelijk wordt opgelegd met een proeftijd van twee jaar.