Zoekresultaten 1-10 van de 21254 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:46 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-548/AL/GLD

    Verweerster heeft zich op een zitting als gemachtigde advocaat gepresenteerd, zonder daadwerkelijk door klager, aan wie zij ambtshalve was toegevoegd, maar met wie zij geen contact heeft gehad voorafgaand aan de zitting, te zijn gemachtigd. Ook heeft zij nagelaten om een aanhoudingsverzoek te doen, terwijl dat in deze zaak wel had gemoeten. Verweerster heeft hiermee gehandeld in strijd met artikel 46 Advocatenwet en met de kernwaarde deskundigheid. Hoewel het positief is dat verweerster stelt dat zij lering uit deze zaak heeft getrokken, twijfelt de raad er aan - mede gelet op haar verklaring op de zitting van de raad waarin ze stelt dat het belang van haar cliënt relevant is voor de vraag of een advocaat gemachtigd is - of zij werkelijk en volledig begrijpt wat zij in deze zaak verkeerd heeft gedaan. De raad acht het overigens zorgelijk dat verweerster deze casus op haar kantoor heeft besproken en dat verweerster en haar kantoorgenoten kennelijk gezamenlijk tot de conclusie zijn gekomen dat dit handelen van verweerster toelaatbaar is. De raad is rekening houdend met alle feiten en omstandigheden van oordeel dat de oplegging van een berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:29 Raad van Discipline Amsterdam 24-949/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. De voorzitter is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld binnen de vrijheid die zij heeft als advocaat van de wederpartij van klager. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerster is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:30 Raad van Discipline Amsterdam 24-965/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de voormalig advocaat. De voorzitter heeft niet kunnen vaststellen dat verweerder een usb-stick van klager achterhoudt en daarmee onbetamelijk handelt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:31 Raad van Discipline Amsterdam 24-962/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij. Op verweerder rust geen verplichting om op e-mails van klaagster te reageren. Bovendien is het in lijn met gedragsregel 25 om niet rechtstreeks met een wederpartij (klaagster) te communiceren als die zich laat bijstaan door een advocaat, hetgeen bij klaagster in de onderliggende procedure het geval was. De klacht is in zoverre kennelijk ongegrond. Verder heeft klaagster een onvoldoende rechtstreeks eigen belang bij haar verwijt over de wijze van factureren van verweerder aan zijn cliënte. De klacht hierover is kennelijk niet-ontvankelijk. Voor het overige is de klacht buiten de vervaltermijn van drie jaar ingediend en daarmee niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:32 Raad van Discipline Amsterdam 24-972/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van een door de Ondernemingskamer benoemde onderzoeker.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:27 Raad van Discipline Amsterdam 24-926/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Dat verweerster gebruik heeft gemaakt van ongeoorloofde middelen of dat zij de grenzen van de aan haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid op enige andere wijze heeft overschreden, wordt niet gevolgd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:28 Raad van Discipline Amsterdam 24-947/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht van een advocaat over de advocaat wederpartij in een medische tuchtprocedure. De stelling van verweerster dat klaagster een kruistocht voert tegen haar cliënte (een vertrouwensarts) kwalificeert binnen de context van het geschil niet als onnodig grievend. De klacht is in zoverre kennelijk ongegrond. Voor zover klaagster verweerster verwijt onvoldoende professionele distantie te behouden tot haar cliënte is de klacht kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks eigen belang.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:45 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-462/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht ingediend door korpschef van politie Oost Nederland. De klacht gaat over de bejegening van een politieambtenaar door verweerder. Het persoonlijk karakter van het advocatentuchtrecht brengt mee dat alleen deze politieambtenaar bij de deken kan klagen over de wijze waarop verweerder haar heeft bejegend en te woord heeft gestaan. De korpschef van de politie Oost Nederland mist hier een rechtstreeks eigen belang bij het verwijt dat verweerder wordt gemaakt over zijn onheuse bejegening van de politieambtenaar. Het mag zo zijn dat de politieambtenaar in dienst is van de politie en dat de korpschef, als vertegenwoordiger van de politie Oost Nederland, wil dat politieambtenaren met respect worden behandeld, zoals ter zitting is gesteld, maar dat betekent niet dat de korpschef in dit geval een eigen klachtrecht toekomt als bedoeld in de Advocatenwet. Klacht niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:40 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-869/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft als 5e opvolgend advocaat van klaagster in een erfrechtelijke procedure opgetreden. Naar het oordeel van de voorzitter is niet komen vast te staan dat verweerster klaagster daarbij heeft gemanipuleerd of onder druk heeft gezet. KLaagster heeft ingestemd met de door verweerster gevolgde strategie. De wijze van onttrekking als advocaat heeft op zorgvuldige wijze plaatsgevonden met oog voor de gerechtvaardigde belangen van klaagster. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:41 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-901/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familiezaak kennelijk ongegrond.