Zoekresultaten 1-10 van de 20246 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:103 Hof van Discipline 's Gravenhage 240029

    Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:104 Hof van Discipline 's Gravenhage 230151

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder mocht niet optreden in een geschil tegen klaagster over een distributieovereenkomst. Deze distributieovereenkomst (en een daarbij behorende aandelenovereenkomst) was opgesteld door een advocaat die later zijn kantoorgenoot is geworden. In de opdrachtbevestiging had die advocaat de verplichting op zich genomen om in geval van een geschil niet voor een van bij overeenkomsten betrokken partijen op te treden. Het hof overweegt dat het verweerder als huidige kantoorgenoot van de advocaat die destijds de overeenkomsten had opgesteld, ook niet vrij stond om tegen klaagster op te treden. Toen verweerder op hoogte raakte van de verplichting van zijn kantoorgenoot had hij zich moeten terugtrekken om iedere schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:53 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-024/DB/OB/D

    Raadsbeslissing. Dekenbezwaar. Verweerster heeft gedurende een periode van circa vijf jaar in een zeer groot aantal (circa 2500) dossiers bij de indiening van gemeenschappelijke echtscheidingsverzoeken louter als doorgeefluik gefungeerd, zonder dat sprake is geweest van enige inhoudelijke betrokkenheid van verweerster bij de dossiers en zonder dat zij heeft voldaan aan de op haar rustende verplichtingen. Aldus heeft verweerster gehandeld in strijd met artikel 10a Advocatenwet, de artikelen 7.1 en 7.5 Voda en de gedragsregels 1, 2, 12, 14 en 16. Verweerster heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet en bovendien niet deskundig en niet integer gehandeld in de zin van artikel 10a Advocatenwet.  Verweerster heeft met haar handelen, dat gedurende meerdere jaren heeft voortgeduurd en in een groot aantal dossiers heeft plaatsgevonden, haar taak als advocaat miskend en het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van 12 weken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:105 Hof van Discipline 's Gravenhage 230152

    Klacht tegen kantoorgenoot advocaat wederpartij. Verweerder heeft bewerkstelligd, althans niet voorkomen, dat zijn kantoorgenoot is gaan optreden tegen klaagster in een geschil over een distributieovereenkomst. Deze distributieovereenkomst (en een daarbij behorende aandelenovereenkomst) was opgesteld door verweerder (mede) in opdracht van klaagster toe hij nog bij een ander kantoor werkzaam was. In de opdrachtbevestiging had verweerder de verplichting op zich genomen om in geval van een geschil niet voor een van bij overeenkomsten betrokken partijen op te treden. Het hof overweegt dat verweerder de verplichting om niet tegen klaagster op te treden in geval een geschil over een van de overeenkomsten  had meegenomen naar zijn nieuwe kantoor. Toen een van de andere betrokken partijen zich bij verweerder meldde voor een geschil met klaagster had verweerder de zaak naar een advocaat buiten zijn kantoor moeten verwijzen. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:54 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-126/DB/OB/D

    Raadsbeslissing. Dekenbezwaar. Verweerder heeft ondanks herhaalde verzoeken en met de deken gemaakte afspraken nog altijd niet de voor de ONK benodigde stukken aangeleverd, geen opgave van de kengetallen en geen kantooropgave gedaan, geen certificaten van behaalde opleidingspunten aan de deken verstrekt en geen opgave gedaan van zijn actuele kantooradres. Verweerder heeft de deken door zijn handelen en nalaten op ernstige wijze in zijn toezichthoudende taak gefrustreerd (gedragsregel 29) en niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Advocatenwet. Daarnaast heeft verweerder in strijd gehandeld met de bepalingen in de Verordening op de advocatuur (Voda) die zien op het voeren van een gedegen kantoororganisatie en  met de kernwaarden deskundigheid en integriteit (artikel 10a Advocatenwet). Verweerder heeft met zijn handelen het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad en zijn handelen is in strijd met de in artikel 10a Advocatenwet vastgelegde kernwaarden en met de in artikel 46 Advocatenwet omschreven normen. Dekenbezwaar gegrond. Gelet op de ernst van de feiten en omdat verweerder geen enkel inzicht in zijn situatie en uitleg over zijn handelen en nalaten heeft gegeven, is de raad van oordeel dat het niet verantwoord is dat verweerder de praktijk als advocaat nog langer uitoefent. Verweerder blijkt niet in staat om aan meerdere op hem rustende (administratieve) verplichtingen te voldoen, is onbereikbaar, onttrekt zich aan het toezicht van deken en verschijnt niet bij de tuchtrechter. Schrapping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:106 Hof van Discipline 's Gravenhage 230149

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder wordt verweten dat hij “spookfacturen” (niet terechte nota’s voor advocaatkosten) heeft verzonden aan een vennootschap waarvan klaagster medeaandeelhouder en medebestuurder was. Het hof oordeelt (anders dan de raad) dat klaagsters hun klacht te laat (niet binnen drie jaar na kennisneming van het verweten handelen) hebben ingediend en niet-ontvankelijk zijn in hun klacht.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:55 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-822/DB/LI

    Verzetbeslissing. Klacht over verweerster in hoedanigheid van deken. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:89 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-314/AL/OV

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:56 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-872/DB/ZWB 23-873/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerster in de bijstand aan klagers ex-partner de grenzen van de aan haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden. Klacht ongegrond. Voor zover klager erover klaagt dat verweerster niet heeft gehandeld in het belang van haar cliënte en dat zij het belang van haar cliënte heeft geschaad, is de klacht niet-ontvankelijk omdat niet is gebleken dat klager hierdoor in zijn belang is getroffen of kan worden getroffen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:90 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-345/AL/MN

    Klacht over eigen advocaat. De raad heeft geoordeeld dat verweerder (onder meer) processtukken te laat heeft ingediend en klager onvoldoende heeft geïnformeerd over de mogelijkheden van gefinancierde rechtsbijstand. Gelet op de ernst van dit handelen en de omstandigheid dat verweerder eerder door de tuchtechter is veroordeeld, is de raad van oordeel dat de oplegging van een berisping passend en geboden is.