Zoekresultaten 11-20 van de 21748 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:121 Hof van Discipline 's Gravenhage 240329
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:121
Klacht over de advocaat van de wederpartij. Volgens klager heeft verweerder samen met zijn cliënt (mr. P), een advocaat met wie klager een advocatenkantoor heeft gehad, en de schoonzoon van die cliënt, het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bewust misleid tijdens de mondelinge behandeling in een civiele procedure door opzettelijk onjuiste cijfers aan het hof te presenteren. Volgens de raad is daarvan niet gebleken. De klacht is ongegrond verklaard. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen die beslissing van de raad. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:115 Hof van Discipline 's Gravenhage 250201W
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:115
Wraking. Verzoeker stelt dat de tuchtrechters de noodzakelijke specialistische kennis van het bestuursrecht ontberen. Door dit kennisgebrek kunnen volgens het wrakingsverzoek de betrokken rechters namelijk (al dan niet onbewust) normen uit een ander rechtsgebied toepassen (subjectieve partijdigheid door een verkeerd intern referentiekader) of de specifieke bestuursrechtelijke waarborgen en de machtsongelijkheid miskennen, hetgeen de schijn van vooringenomenheid wekt en leidt tot een voor verzoeker nadelige, onjuiste rechtsvinding (objectieve partijdigheid). De wrakingskamer wijst het wrakingsverzoek af. In het kader van de beoordeling van een wrakingsverzoek is de vraag of sprake is van voldoende deskundigheid niet van belang. De eventuele afwezigheid van voldoende deskundigheid op het gebied van het bestuursrecht kan op zichzelf niet leiden tot de conclusie dat de tuchtrechter(s) wier wraking is verzocht bevooroordeeld en/of vooringenomen, dus partijdig, is (zijn).
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:122 Hof van Discipline 's Gravenhage 240112
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:122
Klacht de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat het klachtonderdeel dat ziet op het rechtstreeks benaderen van klaagster gegrond is en heeft aan verweerder de maatregel van berisping opgelegd. Op de zitting van het hof heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat hij zich kan vinden in het oordeel van de raad dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en dat zijn beroep alleen nog ziet op de opgelegde maatregel. Het hof ziet geen aanleiding om een andere maatregel op te leggen dan de raad heeft gedaan, te weten een berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:116 Hof van Discipline 's Gravenhage 250141
- Datum publicatie: 08-07-2025
- Datum uitspraak: 04-07-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:116
Uit artikel 13 lid 3 Advocatenwet volgt dat het instellen van beklag alleen mogelijk is indien het verzoek om toewijzing van een advocaat is afgewezen. De deken heeft onderaan de beslissing een rechtsmiddelenclausule opgenomen waardoor ten onrechte de indruk is gewekt bij klager dat hij een rechtsmiddel kon aanwenden tegen de toewijzende beslissing. De ten onrechte in de toewijzingsbeslissing opgenomen rechtsmiddelenclausule stelt het bepaalde in artikel 13 lid 3 Advocatenwet niet terzijde. Dit betekent dat klager niet kan worden ontvangen in zijn beklag. Artikel 13 lid 3 Advocatenwet biedt ook geen juridische grondslag om te vragen om een nieuwe aanwijzingsbeslissing van de deken als klager zich niet kan vinden in de werkwijze van de aangewezen advocaat (en/of de deken).
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:104 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-163/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:104
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat, aan wie klagers dossier door de rechtsbijstandsverzekeraar is uitbesteed. De raad is van oordeel dat niet valt in te zien op welk punt verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerder heeft na ontvangst van de doorverwijzing van de verzekeraar gedaan wat van hem mocht worden verwacht, toen klager protesteerde heeft verweerder pas op de plaats gemaakt en na ontvangst van een bericht van mr. M dat hij klager verder zou bijstaan heeft verweerder zich onttrokken. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:171 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-520/AL/GLD
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 10-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:171
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:105 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-159/DB/LI
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:105
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder is tekort geschoten in de behartiging van klagers belangen. Verweerder heeft niet schriftelijk vastgelegd wat hij tijdens het gesprek van 28 mei 2024 met klager had afgesproken, heeft niets in klagers zaak gedaan en zich, ondanks diverse contactpogingen van klager, onbereikbaar gehouden. Gelet op de aard van de gegrond bevonden tuchtrechtelijke verwijten acht de raad een voorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken passend en geboden.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:106 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-164/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:106
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de declaraties en de kwaliteit van de dienstverlening. Mede in het licht van het gemotiveerde verweer van verweerder, is de raad van oordeel dat klaagster de klachtonderdelen over de kwaliteit van de verleende bijstand onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden heeft onderbouwd. De raad overweegt verder dat de tuchtrechter niet de bevoegdheid heeft om declaratiegeschillen te beslechten, doch slechts waakt tegen excessief declareren. Dat daarvan in dit geval sprake is, is niet gebleken. De raad is van oordeel dat klaagster dit klachtonderdeel ook in de onderhavige klachtprocedure onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden heeft onderbouwd. Van een onduidelijke of ontoelaatbare tariefafspraak is voorts geen sprake. De verwijten dat verweerder de klacht niet serieus heeft genomen en dat verweerder klaagster heeft geïntimideerd en geprobeerd klem te zetten missen feitelijke grondslag. In alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:107 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-094/DB/LI
- Datum publicatie: 07-07-2025
- Datum uitspraak: 07-07-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:107
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door nodeloos een gerechtelijke procedure jegens klager te voeren en een deurwaarder op hem af te sturen. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:296 Hof van Discipline 's Gravenhage 240300
- Datum publicatie: 04-07-2025
- Datum uitspraak: 31-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:296
Verzoek tot verwijzing van een klacht tegen de deken afgewezen. Klager heeft geklaagd over de deken naar aanleiding van een afwijzende beslissing van die deken op het verzoek om op grond van artikel 13 Advw een advocaat aan te wijzen. De voorzitter overweegt dat een klacht tegen een deken geen middel is om de inhoud van andere zaak, waarin een rechtsmiddel openstaat, ter discussie te stellen. Klager kan het onderzoek naar en de afwijzende beslissing op zijn verzoek aan verweerster om een advocaat aan te wijzen ter discussie stellen binnen de kaders van een beklagprocedure op grond van artikel 13 Advw. Klager heeft het beschikbare rechtsmiddel ook ingesteld. Binnen de kaders van de beklagprocedure op grond van artikel 13 Advw kan de klager naar voren brengen op welke punten het onderzoek en de beslissing van de deken niet deugen en dat het hof tot een andere conclusie zou moeten komen dan de deken.