Zoekresultaten 121-130 van de 1382 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:77 Accountantskamer Zwolle 21/533 en 21/535 Wtra AK

    Klaagster is een filmproducent aan wie een subsidie is verleend ten behoeve van de productie van een film. Aan de subsidie waren voorwaarden verbonden. Zo moet de eindafrekening worden gecontroleerd door een accountant. Omdat de subsidieverstrekker nog vragen had bij de eindafrekening van de film hebben zij betrokkenen gevraagd hiernaar onderzoek te doen.Volgens klaagster bevat de opdracht geen rationeel doel en ontbreekt het normenkader. Ook lijkt het erop dat het de opdrachtgever erom te doen was klaagster in een negatief daglicht te stellen en staan betrokkenen niet neutraal tegenover haar. Verder stelt klaagster dat er 3 definitieve rapporten zijn opgesteld met onverklaarbare verschillen en dat zij niet is gehoord.De klachten zijn ongegrond. In het rapport is toegelicht wat de vragen zijn en met welk doel het onderzoek is verricht. Dat de opdrachtgever de reputatie van klaagster wilde schaden is niet aannemelijk geworden, zodat betrokkenen niet reeds hierom hun medewerking aan het onderzoek hadden moeten weigeren.Tot slot is geen sprake van drie definitieve rapporten, maar van verschillende conceptrapporten. Klaagster heeft alle concepten ontvangen en kon daarop reageren. Betrokkenen hebben betoogd dat zij alle reacties en stukken van klaagster hebben bekeken. Dat betrokkenen niet alle 103 reacties hebben overgenomen en alle 36 bijlagen bij het rapport hebben gevoegd maakt niet dat zij hieraan zijn voorbij gegaan.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:78 Accountantskamer Zwolle 21/926 Wtra AK

    Bij een kantoortoets in 2012 heeft klaagster vastgesteld dat het stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk van betrokkene niet op orde is. Klaagster heeft betrokkene in de gelegenheid gesteld een verbeterplan op te stellen en uit te voeren. Daarna is klaagster niet in de gelegenheid geweest om een hertoets uit te voeren. Vijf van de zes geplande hertoetsmomenten zijn door betrokkene kort van tevoren afgezegd en eenmaal kon de hertoets vanwege de coronamaatregelen niet doorgaan. Ook heeft betrokkene de oriëntatievragenlijst niet ingevuld. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene onvoldoende medewerking heeft verleend aan een beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening als bedoeld in de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen. Hij heeft daarmee in strijd gehandeld met het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van doorhaling op en een verbod tot het opnieuw inschrijven in het register voor de duur van twee jaren.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:74 Accountantskamer Zwolle 20/175 Wtra AK

    Klacht van een raadslid over de accountant die in opdracht van de gemeenteraad een onderzoek heeft ingesteld over een langslepende kwestie die in het verleden heeft geleid tot het vertrek van een burgemeester en een wethouder. De Accountantskamer stelt vast dat betrokkene alleen de eerste, inventariserende en oriënterende fase van het onderzoek door middel van een rapport heeft afgerond en dat de opdracht voor de vervolgfase van het onderzoek is uitgebleven. Geen assurance-opdracht omdat de opdracht niet als assurance-opdracht is aangenomen en niet aan het stramien voor assurance-opdrachten is voldaan. De klachtonderdelen zijn vaak moeilijk te lezen en te begrijpen en veelal niet of onvoldoende onderbouwd en toegelicht. De accountant heeft een onderbouwd en gemotiveerd verweer gevoerd. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:75 Accountantskamer Zwolle 20/2253 Wtra AK

    Klaagster, wijlen haar echtgenoot en hun zoon waren vennoten in een vennootschap onder firma. In 2013 zijn klaagster en haar echtgenoot uitgetreden. Het kantoor van betrokkene heeft die uittreding begeleid, onder andere bij de waardering van het vermogen van de vof. Die waardering heeft ertoe geleid dat klaagster en haar echtgenoot een schuld aan hun zoon hadden. Klaagster meent dat bij de begeleiding door het kantoor van betrokkene fouten zijn gemaakt. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond. Betrokkene had de opdracht de jaarrekening van de vof samen te stellen. Hij was niet betrokken bij de waardering van het vermogen van de vof en er bestond voor hem geen aanleiding nader onderzoek te doen naar de daaruit voortvloeiende schuld van klaagster en haar echtgenoot aan hun zoon. Betrokkene is niet vaktechnisch verantwoordelijk voor het handelen van zijn kantoorgenoot, die bovendien onder het tuchtrecht voor registerbelastingadviseurs (RB) valt. 

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:76 Accountantskamer Zwolle 21/645 Wtra AK

    Betrokkene heeft in opdracht van de curator van een gefailleerde besloten vennootschap, waarvan klager bestuurder was, een bestandsvergelijking gemaakt van twee voorraadposities. Volgens klager heeft betrokkene zich bij het uitvoeren van zijn opdracht niet gehouden aan de relevante voorschriften. Ook klaagt klager erover dat betrokkene ten onrechte niet heeft vastgesteld dat er geen onregelmatigheden zijn aangetroffen tijdens het door hem verrichte onderzoek. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond, omdat betrokkene bij de uitvoering van de opdracht geen van de fundamentele beginselen van artikel 2 van de VGBA heeft geschonden. Klager heeft zijn stelling dat betrokkene de opdracht had om een opdracht tot het verrichten van specifieke werkzaamheden (Standaard 4400N), onvoldoende aannemelijk gemaakt. Klager heeft een persoonsgericht onderzoek, of althans een onderzoek met persoonsgerichte kenmerken verricht. Handreiking 1112 sluit toepasselijkheid van Standaard 4400N uit. Betrokkene was niet gevraagd om te onderzoeken of sprake was van onrechtmatigheden, maar alleen om de administratie van de voorraad te analyseren.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:73 Accountantskamer Zwolle 17/1946 Wtra AK

    Klacht ongegrond. Een accountant heeft van klager en zijn ex-vrouw de opdracht gekregen om een bindend advies uit te brengen over de afwikkeling van het tussen hen gesloten echtscheidingsconvenant. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat de accountant bij zijn werkzaamheden als bindend adviseur niet objectief is geweest. Ook volgt uit het feit dat het onderzoek bijzonder lang heeft geduurd (bijna vijf jaar) in dit geval niet dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, omdat deze lange duur voor een deel niet aan de accountant kan worden toegerekend. Daarnaast heeft de accountant overwogen dat het voor zijn bindend advies zeer van belang was dat dit een deugdelijke grondslag had. Daarom heeft hij de waarheidsvinding laten prevaleren boven een kortere doorlooptijd. Daarbij heeft hij veel waarde gehecht aan hoor en wederhoor. Betrokkene heeft klager en zijn ex-vrouw op hun verzoek veelvuldig in de gelegenheid gesteld om op elkaars standpunten te reageren en heeft het hun toegestaan om aanvullende stukken in te dienen, ook als de deadline al was verstreken. Het verwijt dat de accountant geen urenspecificatie aan klager heeft verstrekt slaagt ook niet, omdat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de accountant heeft gevraagd om zijn uren te specificeren.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:64 Accountantskamer Zwolle 21/421 Wtra AK

    herstelbeslissing

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:62 Accountantskamer Zwolle 21/421 Wtra AK

    Klaagster is gehuwd geweest met de opdrachtgever van betrokkene. Over de gevolgen van de echtscheiding lopen nog procedures. Klacht over stukken die door betrokkene zijn opgesteld en die in de juridische procedures zijn ingebracht.Klacht is deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn, voor het overige ontvankelijk. Klacht ziet op door betrokkene opgesteld memo over de geschiedenis van de ondernemingen van de opdrachtgever. Betrokkene heeft onvoldoende doorgevraagd over de aanleiding van de opdracht. Ook zijn hierin conclusies geformuleerd, hetgeen niet past bij de het standpunt van betrokkene dat sprake is van een ‘geheugensteuntje’. De conclusies ontberen een deugdelijke grondslag. Verder ziet de klacht op de jaarrekening 2019 en met name de toelichting bij de continuïteitsveronderstelling. Deze is niet correct onderbouwd. In zoverre is de klacht gegrond.Klacht ongegrond voor zover is gesteld dat betrokkene willens en wetens een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven en onjuist fiscaal advies heeft gegeven. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:63 Accountantskamer Zwolle 21/422 Wtra AK

    Klacht tegen accountant die werkzaamheden verrichtte als bestuurder van een VvE. Klacht gedeeltelijk gegrond; schending van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Oplegging maatregel van waarschuwing. Betrokkene heeft door de gekozen wijze van verwerking, waarbij geen rekening is gehouden met overlopende posten, gehandeld in strijd is met het in het reglement van de VvE voorgeschreven stelsel van baten en lasten. Betrokkene heeft de leden niet tijdig geïnformeerd over een betaling ten laste van het spaarsaldo. Betrokkene heeft, zonder de leden te informeren, een drietal uitgaven die geen verband hielden met meerjarig onderhoud ten laste gebracht van het reservefonds meerjarig onderhoud. Een vordering op een lid van de technische commissie van de VvE is ten onrechte gerubriceerd als “kas”. De jaarrekening van de VvE bevat hoofdzakelijk cijfermatige specificaties, maar er zijn ook tekstuele toelichtingen gegeven die verdergaan dan enkel cijfermatige specificaties. Hieruit volgt dat de jaarrekening een financieel overzicht is in de zin van Standaard 4410.2, onder 1, sub b en dat Standaard 4410 van toepassing is op de opdracht tot het opstellen van de jaarrekening van de VvE. Betrokkene heeft ten onrechte geen samenstellingsverklaring afgegeven.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:66 Accountantskamer Zwolle 21/736 Wtra AK

    De Accountantskamer heeft de accountant eerder in verband met het niet voldoen aan de PE-verplichtingen de maatregel van (onder andere) geldboete opgelegd. De accountant heeft deze geldboete niet betaald. Op grond van artikel 5 lid 4 Wtra is de accountant de nadere maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden opgelegd. Het is de accountant zwaar aangerekend dat hij zonder aanvaardbare reden een tuchtrechtelijke uitspraak niet heeft nageleefd.