Zoekresultaten 171-180 van de 200 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7261
- Datum publicatie: 13-03-2025
- Datum uitspraak: 11-03-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:28
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster was uitgevallen voor haar werk maar volgens de bedrijfsarts in staat haar werk uit te voeren. Klaagster gaf bij de bedrijfsarts aan een second opinion te willen. Het verwijt is dat de bedrijfsarts de aanvraag voor een second opinion heeft getraineerd en niet adequaat heeft gefaciliteerd. Het college oordeelt dat de bedrijfsarts bij het verzenden van de aanvraag voor de second opinion voortvarender te werk had moeten gaan. Klacht gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:36 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2551
- Datum publicatie: 13-03-2025
- Datum uitspraak: 12-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:36
Klacht tegen een bedrijfsarts. Verweerder is als bedrijfsarts betrokken geweest bij de begeleiding van klager bij ziekte. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij a. onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat de bedrijfsarts ondanks zijn verzoek heeft nagelaten medische informatie van behandelaars op te vragen en bij zijn adviezen te betrekken, b. dat hij een deskundigenoordeel van het UWV niet heeft betrokken bij zijn besluitvorming en c. dat hij discriminatie op de werkvloer bagatelliseerde en suggereerde dat de klachten van klager niet ernstig genoeg waren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de eerste twee klachtenonderdelen gegrond verklaard. Gezien een eerder opgelegde maatregel, de ernst van de normschendingen en het feit dat de bedrijfsarts er geen enkele blijk van heeft gegeven in te zien wat er verkeerd is aan zijn handelen heeft het Regionaal Tuchtcollege de maatregel van schorsing voor de duur van één maand opgelegd. Zowel de bedrijfsarts als klager zijn van de beslissing in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart in beroep alleen klachtonderdeel b. gegrond en legt aan de bedrijfsarts de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:31 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2451
- Datum publicatie: 12-03-2025
- Datum uitspraak: 12-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:31
Klacht tegen een cardioloog. De klacht gaat over de behandeling van de echtgenote van klager. Zij had een afwijkende aortaklep met een stenose en werd daarom jaarlijks gecontroleerd door de cardioloog. Begin 2017 werd bij echo-onderzoek een progressie naar ernstige aortaklepstenose met een goede systolische linkerventrikelfunctie gezien. In de loop van 2017 kreeg de echtgenote last van kortademigheid en benauwdheid. Bij de (reguliere) controle eind januari 2018 concludeerde de cardioloog dat een operatie noodzakelijk was. De echtgenote verbleef in afwachting van de operatie thuis. Hierna is haar conditie verslechterd. Zij werd in het ziekenhuis opgenomen, waar zij overleed. Klager verwijt de cardioloog onder meer dat hij zijn echtgenote niet eerder heeft laten opereren en niet vaker dan éénmaal per jaar heeft gecontroleerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachtonderdelen c, e en f gegrond, legt een waarschuwing op en verklaart de klacht voor het overige ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep voor zover dit betrekking heeft op de klachtonderdelen c, e en f en verwerpt het beroep voor het overige.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6321
- Datum publicatie: 12-03-2025
- Datum uitspraak: 12-03-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:31
Verweerster, SEH-arts, wordt verweten dat zij op de Spoed Eisende Hulp onvoldoende onderzoek heeft laten verrichten naar de voet van klager. Volgens klager had verweerster meer onderzoek moeten verrichten naast het verrichte lichamelijk onderzoek en de vervaardigde röntgenfoto. Klager stelt dat verweerster en haar collega, onvoldoende alert waren en meer alert hadden moeten zijn vanwege de postoperatieve status van de voet van klager en vanwege de neurologische aandoening van klager. Verweerster meent niet tuchtrechtelijk verwijtbaar te hebben gehandeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6649
- Datum publicatie: 12-03-2025
- Datum uitspraak: 12-03-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:32
Verweerster, SEH-arts, wordt verweten dat zij op de Spoed Eisende Hulp onvoldoende onderzoek heeft laten verrichten naar de voet van klager. Volgens klager had verweerster meer onderzoek moeten verrichten naast het verrichte lichamelijk onderzoek en de vervaardigde röntgenfoto. Klager stelt dat verweerster en haar collega, onvoldoende alert waren en meer alert hadden moeten zijn vanwege de postoperatieve status van de voet van klager en vanwege de neurologische aandoening van klager. Verweerster meent niet tuchtrechtelijk verwijtbaar te hebben gehandeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:30 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2433
- Datum publicatie: 12-03-2025
- Datum uitspraak: 12-03-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:30
Klacht tegen een huisarts. Klaagster was in een stad ingeschreven bij een huisartsenpraktijk. De eigenaar van deze praktijk ging in 2022 met pensioen. De praktijk werd overgenomen door een andere praktijk in dezelfde stad. Klaagster wilde zich inschrijven bij de praktijk van de beklaagde huisarts, omdat deze dichter bij haar huis is. Omdat klaagster al een huisarts in de stad had, kon zij niet bij de praktijk van de beklaagde huisarts worden ingeschreven. Deze praktijk voert het beleid dat in principe geen patiënten worden ingeschreven die al een huisarts in de stad hebben. Klaagster vindt dat de weigering van de huisarts om haar als patiënt aan te nemen onredelijk is. Het Regionaal Tuchtcollege acht klaagster kennelijk niet-ontvankelijk in haar klacht. Het Centraal Tuchtcollege acht klaagster wel ontvankelijk in haar klacht, maar oordeelt dat de klacht ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7494
- Datum publicatie: 11-03-2025
- Datum uitspraak: 11-03-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:58
Ongegronde klacht tegen tandarts. De tandarts heeft bij klaagster facings geplaatst. Klaagster was niet tevreden over de kleur en verwijt de tandarts ook dat hij de facings onjuist heeft geplaatst. De omstandigheid dat de kleur na plaatsing niet naar wens is, is op zichzelf niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De tandarts heeft voor het bepalen van de kleur overleg gehad met klaagster. Het verwijderen van de facings kan ongemak opleveren, gelet op het dossier en de toelichting van partijen acht het college het niet aannemelijk dat er sprake was van onnodige en vermijdbare overlast en pijn. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7194
- Datum publicatie: 07-03-2025
- Datum uitspraak: 07-03-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:51
Kennelijk ongegronde klacht tegen psychiater over verplichte zorg in de vorm van een gedwongen opname en toedienen antipsychotica, nadat eerder de medicatie was afgebouwd. Het college oordeelt dat de ontregeling van klager zodanig was, dat niet meer met rust en gesprekken kon worden volstaan. Een minder bezwarend alternatief was niet voor handen.Kenmerk: onjuiste behandeling
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7283
- Datum publicatie: 07-03-2025
- Datum uitspraak: 07-03-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:52
Kennelijk ongegronde klacht tegen psychiater. Klacht van moeder, tevens mentor, over toediening van zuclopentixol aan met zorgmachtiging opgenomen zoon zonder voorafgaand overleg met moeder. Zoon is wegens schizofrenie en stoornis in het gebruik van cannabis in behandeling en er was sprake van ernstige psychische decompensatie. Moeder is ontvankelijk ondanks ontbreken machtiging, gezien toestand zoon. Besluit is weloverwogen genomen en moeder is geïnformeerd.Kenmerk: onvoldoende informatie
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7448
- Datum publicatie: 07-03-2025
- Datum uitspraak: 07-03-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:53
Kennelijk ongegronde klacht tegen psychiater. Klacht van moeder, tevens mentor, over (versnelde opbouw) van clozapine aan met zorgmachtiging opgenomen zoon en weigering om met moeder te communiceren. Zoon is wegens schizofrenie en stoornis in het gebruik van cannabis in behandeling en er was sprake van ernstige psychische decompensatie. Moeder is ontvankelijk ondanks ontbreken machtiging, gezien toestand zoon. Besluit is weloverwogen genomen en moeder is geïnformeerd. Kennelijk ongegrond. Wel had de communicatie met moeder beter gekund.Kenmerk: onvoldoende informatie