Zoekresultaten 121-130 van de 329 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:84 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-109/AL/MN
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:84
Voorzittersbeslissing. Verweerder wordt in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van mevrouw R beklaagd. Klaagster heeft een financieel belang daarbij. Naar het oordeel van de voorzitter is niet gebleken dat verweerder door zijn optreden het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Klaagster klaagt deels over hetzelfde als waarover de rechtbank al gemotiveerd heeft beslist. De voorzitter maakt de overwegingen van de rechtbank tot de hare. Ook overigens is niet gebleken dat verweerder de belangen van klaagster als 1e hypotheekhouder heeft geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:59 Hof van Discipline 's Gravenhage 240315
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:59
Beklag artikel 13 ongegrond. Deken had geen reden om opnieuw een advocaat aan te wijzen. Bovendien is de procedure waarvoor klager een advocaat aangewezen wilde krijgen met een uitspraak geëindigd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:60 Hof van Discipline 's Gravenhage 240308
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:60
Klacht over advocaat wederpartij. Klager heeft zes klachtonderdelen geformuleerd. Hij verwijt verweerder onder andere dat hij in de civiele procedure tegen klager heeft gesteld dat klager facturen heeft geantedateerd. Ook verwijt hij verweerder dat hij onjuiste stukken en verklaringen in het geding heeft gebracht. Verder verwijt klager verweerder dat hij tijdens de mondelinge behandeling onheus is bejegend door een toehoorder en dat verweerder zich onnodig grievend over hem heeft uitgelaten door te zeggen “hij spoort niet” of woorden van gelijke strekking. De raad heeft de klachtonderdelen ongegrond verklaard. Het hof is het eens met de beslissing van de raad en bekrachtigt deze beslissing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:61 Hof van Discipline 's Gravenhage 240302
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:61
Beklag op grond van artikel 13 ongegrond. Klaagster heeft, ondanks vele verzoeken daartoe van de deken, geen (relevante) informatie gegeven waaruit blijkt welke vordering zij wenst in te stellen, wat de grondslag van die beweerdelijke vordering is, tegen wie zij een vordering wenst in te stellen, bij welke instantie zij een procedure wil starten en wat haar belang bij een dergelijke procedure is. Daardoor kan de haalbaarheid van een eventuele procedure niet worden beoordeeld. Evenmin kan worden beoordeeld of het zou gaan om een procedure waarvoor bijstand door een advocaat noodzakelijk/vereist is. De deken heeft het verzoek van klaagster op goede gronden afgewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:62 Hof van Discipline 's Gravenhage 240275D
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:62
Bij de deken zijn over een periode van bijna drie jaren verschillende signalen en meldingen vanuit de strafrechtketen binnengekomen die zien op het optreden van verweerder als advocaat in het detentierecht. Op grond hiervan wordt verweerder verweten dat hij bij herhaling tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door in diverse procedures en situaties met zijn opstelling en handelwijze blijk te geven van onbetamelijk en onprofessioneel gedrag. In deze zaak onderzoekt het hof aan de hand van de signalen en meldingen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang bezien, of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Met betrekking tot bepaalde signalen en meldingen is het hof van oordeel dat de feiten niet vast staan. Met betrekking tot andere signalen en meldingen is het hof van oordeel dat de feiten wel vast staan, maar dat verweerder tuchtrechtelijk geen verwijt valt te maken. Met betrekking tot overige signalen en meldingen valt verweerder tuchtrechtelijk een verwijt te maken. Het hof legt de maatregel van een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:61 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-936/DB/OB
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:61
Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tweemaal een eenstemmig uitstelverzoek gedaan zonder overleg met of akkoord van klaagster. Ook kan de raad met voldoende zekerheid vaststellen dat de ‘conclusie van antwoord en eis in reconventie’ niet door verweerder is opgesteld, maar door zijn cliënt(en). Verweerder heeft klaagster tot slot blootgesteld aan een confrontatie met de wederpartij. Door cliënten de processtukken fysiek te laten bezorgen op het kantoor van de advocaat van de wederpartij, brengt verweerder zijn collega’s in een positie waarbij zijn cliënt mogelijk zal proberen om inhoudelijk over de kwestie te spreken en aanvaart verweerder daarmee het risico dat er onaangenaamheden plaatsvinden bij het fysieke overhandigen van de stukken. Onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:63 Hof van Discipline 's Gravenhage 240068
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:63
Klaagster heeft een klacht ingediend tegen haar voormalige advocaat. Hij heeft haar ongeveer drie jaar bijgestaan in een geschil met haar ex-echtgenoot. Volgens klaagster heeft verweerder onvoldoende met haar gecommuniceerd en heeft hij haar belangen onvoldoende behartigd, door niet te reageren op haar brief en haar klachtbrief. Ook in de daaraan voorafgaande periode heeft verweerder volgens klaagster niet gereageerd op haar verzoeken en heeft hij enkele maanden niets in haar zaak gedaan. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en aan verweerder de maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken opgelegd. Verweerder is in beroep gekomen van deze gegrondverklaring en de opgelegde maatregel. Het hof is van oordeel dat de beslissing van de raad niet volledig in stand kan blijven en legt aan verweerder de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:62 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-924/DB/LI/D
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:62
Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft niet voldaan aan zijn plicht om de bevoegdheid van zijn opdrachtgever vast te stellen en de aan hem verstrekte opdracht, belangrijke afspraken en informatie schriftelijk vast te leggen. Ook heeft verweerder financieel niet integer gehandeld. Verweerder heeft enorme bedragen in rekening gebracht, zonder die deugdelijk te verantwoorden. Door te handelen zoals hij heeft gedaan is bij de raad het beeld ontstaan van een advocaat die zijn eigen belang extreem laat prevaleren boven dat van zijn cliënt. Dat geldt eveneens voor de vrijwaring die hij onder meer zijn cliënten ten behoeve van zichzelf heeft laten tekenen. Onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:58 Hof van Discipline 's Gravenhage 240359
- Datum publicatie: 08-04-2025
- Datum uitspraak: 04-04-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:58
Verzoek opheffing schorsing op grond van artikel 60ab van de Advocatenwet. Ten tijde van dit hoger beroep is op het dekenbezwaar als bedoeld in artikel 60ab lid 5 Advocatenwet echter onherroepelijk beslist, waarbij aan verzoeker een schorsing is opgelegd. Uit artikel 60ae Advocatenwet volgt dan dat de 60ab-schorsing van rechtswege is komen te vervallen. Gelet daarop heeft verzoeker geen rechtens te respecteren belang meer bij het onderhavige hoger beroep en wordt hij daarin niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:57 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-711/DB/ZWB
- Datum publicatie: 07-04-2025
- Datum uitspraak: 07-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:57
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.