Zoekresultaten 21-30 van de 681 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:135 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-876/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een arbeidsrechtelijk geschil. Verweerster heeft het standpunt van haar cliënt over de echtheid van de handtekeningen onder de arbeidsovereenkomst naar voren gebracht. De door verweerster gekozen bewoordingen zijn niet te kwalificeren als grievende uitlatingen. Ook kan de raad niet vaststellen dat verweerster bewust feitelijke onjuistheden heeft verkondigd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:129 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-840/DH/RO

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zijn kantoorgenoot niet te weerhouden van het refereren naar een al ingebrachte vaststellingsovereenkomst met een geheimhoudingsbeding. Klacht in zoverre ongegrond. Klacht over het pogen om schilderijen aan een vuistpand te onttrekken niet ontvankelijk omdat daarover te laat is geklaagd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:136 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-802/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:175 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-837/AL/MN/D

    Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door (a) met het overleggen van de dickpics en met zijn uitlatingen over de wederpartij van zijn cliënte in de conclusie van antwoord de grenzen van het betamelijke in de betreffende familierechtelijke kwestie te overschrijden, (b) de benodigde PO punten in 2023 niet op orde te hebben waardoor verweerder niet voldeed aan de vereiste deskundigheid om zaken op het gebied van personen en familierecht te behandelen en (c) op 2 maart 2024 verkeerde prioriteiten te stellen en niet zelf te verifiëren of de betreffende gedetineerde consultatiebijstand wilde. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:176 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-340/AL/NN

    Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster de haar toekomende vrijheid als advocaat van de wederpartij van klager in een langdurig familierechtelijke procedure niet overschreden. Als partijdige advocaat diende zij namens haar cliente gemotiveerd verweer te voeren tegen het wijzigingsverzoek van de partneralimentatie door klager. Zij mocht daarbij afgaan op de verkregen informatie zonder nader onderzoek. In deze tuchtrechtelijke procedure wordt niet de civiele procedure overgedaan. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:172 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-928/AL/NN

    Klacht over de advocaat als wederpartij en over de advocaat in een geschil waarbij klaagster indirect betrokken was. De raad verklaart zich onbevoegd voor zover de klacht strafrechtelijke kwalificaties bevat en verklaart zich bevoegd voor zover de klacht geen strafrechtelijke kwalificaties bevat en verklaart de klacht in zoverre ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:173 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-798/AL/OV

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klaagster ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:174 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-108/AL/OV

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening in letselschadezaak. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door over haar bijstand niets schriftelijk aan klager te bevestigen. Als gevolg daarvan is achteraf onduidelijkheid ontstaan over de omvang van de opdracht, het plan van aanpak, de onderhandelingen met de verzekeraar en de betaling voor de werkzaamheden van verweerster. Deze onduidelijkheid heeft uiteindelijk geleid tot de klacht. Klacht grotendeels gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:117 Raad van Discipline Amsterdam 24-871/A/A

    Raadsbeslissing; gegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening eigen advocaat. Verweerster heeft vanaf het aannemen van de zaken in oktober 2022 tot aan het indienen van de klacht in april 2024 klaagster ruim anderhalf jaar aan het lijntje gehouden en al die tijd nauwelijks concrete werkzaamheden verricht voor klaagster. Verweerster was zeer slecht bereikbaar en heeft klaagster op cruciale momenten - zoals bij het verweer bij de kantonrechter, het verzet tegen het verstekvonnis en de inbeslagname van haar auto - in de kou laten staan. Ook het verzoek van klaagster om haar dossier terug te geven, heeft verweerster niet naar behoren afgehandeld. Verweerster had niet voorzien in haar waarneming, terwijl zij door ingrijpende persoonlijk omstandigheden niet (steeds) in staat was haar werk naar behoren te doen. Het gaat om ernstige tekortkomingen, waarmee verweerster niet alleen de belangen van kaagster, maar ook het vertrouwen in de advocatuur ernstig heeft geschaad. De raad heeft echter ook oog voor de ingrijpende persoonlijke omstandigheden waaraan verweerster is blootgesteld. Verweerster heeft bovendien op zitting uiteindelijk inzicht getoond in haar handelen. Dit alles maakt dat de raad de maatregel van een voorwaardelijke schorsing van vier weken en kostenveroordeling passend acht. Samenloop tussen de schorsing op grond van 60b Advocatenwet en de tuchtprocedure levert geen strijd met het ne bis in idem-beginsel op. Een 60b-procedure is immers geen tuchtrechtelijke procedure. De procedures kennen elk eigen criteria (zie Hof van Discipline, 12 juli 2010, ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0851).

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:118 Raad van Discipline Amsterdam 24-715/A/NH

    Ongegrond verzet.