Zoekresultaten 761-770 van de 1038 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:276 Hof van Discipline 's Gravenhage 240032

    Aan deze klacht gaat een hoog oplopende burenruzie vooraf, tussen twee broers, enerzijds en hun buren anderzijds. Tussen deze partijen zijn diverse procedures gevoerd. In een van de procedures hebben partijen op enig moment mediation geprobeerd. Tussen de broers en de buren is voor de mediation geheimhouding overeengekomen. De broers verwijten verweerder, advocaat van hun buren, dat hij de geheimhouding heeft geschonden door informatie uit de mediation te openbaren in een rechterlijke procedure. Het hof is met de raad van oordeel dat de prijsgegeven informatie ging over een door een van de broers jegens zijn buren geuite dreiging met een strafbaar feit en dat deze informatie daarom een uitzondering betrof op de overeengekomen geheimhouding. Het gebruik van de informatie diende bovendien een redelijk doel. Het hof bekrachtigt het oordeel van de raad dat de klacht ongegrond is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:189 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-585/DH/DH/D

    Raadsbeslissing. Dekenbezwaar tegen een Spaanse advocaat die is ingeschreven op het Nederlandse tableau op grond van artikel 16h Advocatenwet. Uitleg van Unierechtelijke (samenwerkings)verplichtingen voor buitenlandse advocaten op grond van Richtlijn 77/249/EEG en Richtlijn 98/5/EG.Verweerder heeft in strijd met artikel 16i Advocatenwet gehandeld door niet zijn oorspronkelijke beroepstitel van ‘abogado’ te voeren, maar die van ‘advocaat’. Verweerder heeft in strijd met artikel 16j Advocatenwet gehandeld door geen samenwerking te zoeken met een nationale advocaat. Tot slot heeft verweerder in strijd gehandeld met de kernwaarde deskundigheid. De kwaliteit van verweerders dienstverlening is op het gebied van procesvoering (ver) onder de maat en zijn processtukken zijn voor rechtscolleges onbegrijpelijk. Dekenbezwaar gegrond. Twaalf weken schorsing, waarvan zes weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:277 Hof van Discipline 's Gravenhage 240042

    Klacht tegen advocaat van de wederpartij. Klaagster is met de dochters van haar overleden man verwikkeld in een geschil over de erfenis. Verweerder is de advocaat van de dochters. Klaagster is van mening dat verweerder in zijn bijstand aan de dochters onnodig conservatoir beslag heeft gelegd en een procedure is gestart zonder het Centraal Testamentenregister te raadplegen. De raad was het daarmee niet eens. Deze onderdelen van de klacht zijn in beroep opnieuw aan de orde. Het hof verklaart het klachtonderdeel dat betrekking heeft op het niet raadplegen van het Centraal Testamentenregister alsnog gegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:272 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-657/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht over voormalig eigen advocaat. Verweerster heeft de zaak van klager zorgvuldig aangepakt. Verweerder heeft klager een realistische inschatting kunnen geven van de kans op een succesvolle zaak tegen de verkopers door de inschakeling van het deskundigenbureau en haar analyse van de zaak op grond van het rapport van de deskundige. Het feit dat klager niet tevreden is met het rapport van het deskundigenbureau en dat de conclusie van verweerster teleurstellend voor klager is, kan verweerster tuchtrechtelijk niet worden verweten. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:179 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2403

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster kwam bij de huisarts voor een ingegroeide teennagel. De huisarts voerde een behandeling uit waarbij een verdoving is gezet, een reep teennagel is verwijderd en de nagelriem is verkleind. Klaagster hield pijnklachten, kreeg een blaar en uiteindelijk is lokale necrose ontstaan. Klaagster verwijt de huisarts met name dat hij te laat heeft doorverwezen naar een plastisch chirurg. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met dit oordeel en verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:278 Hof van Discipline 's Gravenhage 240046

    Verweerster is een voormalig deken. In haar hoedanigheid van deken is zij opgetreden tegen klaagster. Klaagster heeft vervolgens verschillende klachten ingediend tegen verweerster, die telkens verband houden met het handelen van verweersters als deken tegen haar. Het hof is met de raad van oordeel dat klaagster in deze zaak opnieuw klaagt over zaken waarover ze eerder ook al heeft geklaagd. Ne bis in idem, klaagster is in haar klacht niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:273 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-202/AL/OV

    Raadbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. De raad is op basis van het verweer, de overgelegde stukken en de toelichtingen daarop niet gebleken dat verweerder onvoldoende deskundig en bekwaam rechtsbijstand aan klager heeft verleend. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:279 Hof van Discipline 's Gravenhage 240199

    Beklag op grond van artikel 13 Advocatenwet ongegrond. De bijstand die klaagster wenst hoeft niet te worden verleend door een advocaat.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:180 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2362

    Klacht tegen arts maatschappij en gezondheid. Klager verwijt de arts maatschappij en gezondheid dat zij, met het ondertekenen van de uitnodigingsbrief om een coronavaccinatie te halen, klager heeft geadviseerd zich te vaccineren met een coronaprik. Klager onderbouwt zijn klacht met bijlagen waaruit kan worden afgeleid dat hij kritiek heeft op het aangeboden vaccin. De arts maatschappij en gezondheid heeft, vanuit haar hoedanigheid van medisch programmamanager van het RIVM, de uitnodigingsbrief ondertekend waarin klager een coronaprik wordt aangeboden. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat het handelen waarover wordt geklaagd niet valt onder de eerste tuchtnorm en dat de arts ook niet in strijd met de tweede tuchtnorm. Klager is van die beslissing in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het handelen van de arts niet valt onder de eerste tuchtnorm en ook niet onder de tweede tuchtnorm. Het beklaagde handelen valt daarmee niet onder de reikwijdte van het tuchtrecht. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn klacht.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:274 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-213/AL/MN

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft zich in een familierechtelijk geschil niet professioneel en met onvoldoende distantie tot haar cliënte en het geschil opgesteld. Verweerster heeft zich niet de-escalerend opgesteld, wat in dit soort zaken wel van een advocaat wordt verwacht. Verweerster heeft hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Mede gelet op de omstandigheid dat verweerster niet eerder door de tuchtrechter is veroordeeld, wordt verweerster een waarschuwing opgelegd.