Zoekresultaten 1341-1350 van de 1366 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:157 Hof van Discipline 's Gravenhage 230297
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 03-06-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:157
Klager was statutair bestuurder-directeur van een stichting. Verweerder heeft de voorzitter van de stichting geadviseerd en in het verlengde daarvan de stichting bijgestaan in procedures tegen klager. Klager klaagt erover dat verweerder de stichting niet had mogen bijstaan, omdat de voorzitter niet zelfstandig bevoegd was om de stichting te vertegenwoordigen. Ook beklaagt hij zich over door verweerder gegeven onjuiste adviezen, verkondigde onwaarheden en het bespreken van interne zaken van de stichting met onbevoegden. De raad heeft de klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:109 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2165
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 10-06-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:109
Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de instelling waar de verpleegkundige heeft gewerkt. De klacht gaat over het feit dat de verpleegkundige zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen tegenover een kwetsbare patiënte die aan zijn zorg was toevertrouwd en dat hij medicatie heeft ontvreemd en aan de patiënte heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de verpleegkundige de maatregel van schorsing op voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk. De verpleegkundige is van deze beslissing in beroep gekomen. Hij verzoekt het Centraal Tuchtcollege om de klacht gedeeltelijk gegrond te verklaren en om geen, althans een minder zware, maatregel op te leggen zoals een volledig voorwaardelijke schorsing. Het Centraal Tuchtcollege is ook van oordeel dat de klacht in zijn geheel gegrond is, en dat de maatregel van schorsing van twaalf maanden waarvan zes voorwaardelijk, passend en geboden is.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:15 Accountantskamer Zwolle 23/2277 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 07-06-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:15
De klacht is gedeeltelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk ongegrond. Betrokkene is werkzaam als medebestuurder van een STAK. Klaagster is ook medebestuurder van de STAK en enig certificaathoudster. Klaagster heeft eerder een tuchtklacht ingediend tegen betrokkene en haar dochter heeft dat ook gedaan. Klaagster verwijt betrokkene in deze klacht dat hij vanaf 2021 geen administratie voor de STAK heeft gevoerd en dat hij heeft geweigerd om informatie aan klaagster te verstrekken. Daarnaast verwijt klaagster hem dat hij de kosten van eerdere juridische procedures, waaronder de twee tuchtprocedures, bij de STAK heeft gedeclareerd en dat hij geen maatregelen heeft genomen om de problemen met betrekking tot deze en andere declaraties op te lossen. Naar het oordeel van de Accountantskamer heeft betrokkene wel een administratie voor de STAK gevoerd en kan niet worden geconcludeerd dat hij klaagster onvoldoende van informatie heeft voorzien. Dat betrokkene de kosten van de tweede tuchtprocedure heeft gedeclareerd is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Hetzelfde geldt voor het niet nemen van maatregelen met betrekking tot andere declaraties, omdat daarvoor geen aanleiding bestond. De klacht is in zoverre ongegrond. De klacht is voor het overige niet-ontvankelijk, omdat in de eerste en tweede klachtprocedure al is geklaagd over de kosten van de andere juridische procedures, waaronder de eerste tuchtprocedure.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:158 Hof van Discipline 's Gravenhage 230014
- Datum publicatie: 10-06-2024
- Datum uitspraak: 03-06-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:158
Verweerder heeft voor een CV een procedure gevoerd, maar heeft klager (een stille vennoot) daarover niet geïnformeerd, terwijl klager een groot (financieel) belang had en bovendien bij uitstek het verzoekschrift had kunnen onderbouwen en nadere informatie had kunnen verstrekken, op een ook voor de CV cruciaal punt. Anders dan de raad acht het hof de klacht hierover ongegrond. Er was geen sprake van tegengestelde belangen binnen de CV met betrekking tot de gevoerde procedure. Daarom deed zich niet de situatie voor dat verweerder conform het Lexence-arrest de stille vennoot had moeten informeren.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:150 Hof van Discipline 's Gravenhage 240167
- Datum publicatie: 07-06-2024
- Datum uitspraak: 07-06-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:150
Beklag op grond van artikel 13 ongegrond
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:117 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-081/DH/DH
- Datum publicatie: 06-06-2024
- Datum uitspraak: 03-06-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:117
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een bestuursrechtelijke procedure. Gedragsregel 21 is niet van toepassing, omdat klager niet werd bijgestaan door een advocaat. Geen sprake van een schending van gedragsregel 20 of het beginsel van fair play. Verweerder heeft zijn verweerschrift binnen twee weken na aanvang van de procedure ingediend. Hij heeft er bij het indienen van zijn verweerschrift geen rekening mee hoeven houden dat de griffie van de rechtbank het verweerschrift pas anderhalve maand later zou doorsturen. Bovendien is niet gebleken dat klager daadwerkelijk is benadeeld door het late ontvangen van het verweerschrift. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-143/DH/RO
- Datum publicatie: 06-06-2024
- Datum uitspraak: 05-06-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:118
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. De voorzitter ziet – na een verzoek daartoe van klaagster – geen aanleiding om het dekenbezwaar uit het dossier te verwijderen. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klaagster te beschuldigen van valsheid in geschrifte. Er is voorafgaand aan die beschuldiging onderzoek gedaan bij de oorspronkelijke auteur. Evenmin is tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klaagster te beschuldigen van het schenden van haar zorgplicht, te beschuldigen van het opzettelijk misbruiken van de positie van overheidsinstanties ten opzichte van verweerders cliënt. of klaagster te sommeren om een rectificatie te sturen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:119 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-243/DH/DH
- Datum publicatie: 06-06-2024
- Datum uitspraak: 05-06-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:119
Voorzittersbeslissing. Klacht over bijstand van de advocaat bij een geschil met een onderwijsinstelling in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Dat klaagster achteraf bezien onkennelijk ongelukkig is met een passage in het bezwaarschrift, betekent niet dat verweerder een verwijt valt te maken. De klacht is verder niet of onvoldoende onderbouwd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5907
- Datum publicatie: 06-06-2024
- Datum uitspraak: 04-06-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:58
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen arts, werkzaam bij arbodienst. Klaagster is langdurig uitgevallen voor haar werk als activiteitenbegeleidster nadat zij een klokkenluidersmelding had gedaan over fraude binnen haar team. In het kader van haar re-integratie hebben er meerdere contacten met verweerster plaatsgevonden. Volgens klaagster heeft verweerster verkeerde (re-integratie)adviezen gegeven, waardoor haar gezondheid ernstig is geschaad. Hierover maakt zij verweerster meerdere verwijten. Het college verklaart de klacht gegrond voor zover deze betrekking heeft op het ontbreken van uitleg aan klaagster dat verweerster onder supervisie werkte, het weigeren van toegang tot het spreekuur en het zonder kenbare afweging niet meenemen van Long COVID in de vraagstelling beroepsziekte aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Het college legt aan de arts hiervoor een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:115 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-660/DH/DH
- Datum publicatie: 06-06-2024
- Datum uitspraak: 03-06-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:115
Verzet gegrond. Klacht alsnog ongegrond.