Zoekresultaten 21-30 van de 361 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:139 Raad van Discipline Amsterdam 24-228/A/A

    Raadsbeslissing; Klacht van een advocaat over een advocaat in een erfrechtkwestie. Voor zover verweerder wordt verweten onvoldoende deskundig te zijn om zijn cliënte bij te staan, betreft dit een kwestie die speelt tussen verweerder en zijn cliënte. De wederpartij - en al helemaal de advocaat van de wederpartij (in dit geval klager) - staat hier buiten. De klacht is in zoverre niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang. Voor zover verweerder wordt verweten zijn schadeclaim kracht te hebben bijgezet door te dreigen met een tuchtklacht, geldt dat - hoewel deze zaken in één e-mail zijn opgenomen - niet gebleken is dat verweerder tussen beide zaken een verband heeft gelegd. De klacht is in zoverre ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:140 Raad van Discipline Amsterdam 24-249/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat in een artikel 12 Sv procedure. Verweerders bijstand voldeed zowel inhoudelijk als voor wat betreft zijn communicatie met klaagster aan hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht. Van een gebrek aan inzet of voorbereiding is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:141 Raad van Discipline Amsterdam 24-250/A/A

    Raadsbeslissing; Gedeeltelijk gegronde klacht over de advocaat wederpartij zonder oplegging van een maatregel. Verweerder heeft in strijd met gedragsregel 6 lid 2 executoriaal derdenbeslag laten leggen zonder klaagster of haar advocaat hierover vooraf te informeren. Verweerders vrees voor verhaalsfrustratie kan een legitiem bijzonder belang opleveren om gedragsregel 6 lid 2 terzijde de stellen. In dit geval is echter onvoldoende gebleken van een geobjectiveerd legitiem belang. Nu verweerders beweegredenen voor zijn handelwijze evenwel integer waren en voortkwamen uit een oprechte bezorgdheid voor zijn kwetsbare cliënten (een ouder echtpaar) en verweerder een schoon tuchtrechtelijk verleden heeft, acht de raad een maatregel niet aangewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:217 Hof van Discipline 's Gravenhage 230349

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft de ondernemingsraad (OR) van de onderneming van klaagster bijgestaan in een Cao kwestie. Verweerder wordt verweten zonder opdracht van het bestuur werkzaamheden te hebben verricht, de zaak onnodig te hebben laten escaleren en de confrontatie op te zoeken na een zitting bij de Bedrijfscommissie. Ook wordt verweerder verweten excessief te hebben gedeclareerd. Het hof verwijt verweerder dat hij onnodig de confrontatie heeft opgezocht en op onderdelen excessief heeft gedeclareerd. Klacht deels gegrond. Deels vernietiging raadbeslissing. Maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:211 Hof van Discipline 's Gravenhage 230232

    Klagers komen in beroep tegen een verzetbeslissing van de raad. Appelverbod niet doorbroken, omdat de gronden zien op de motivering en inhoudelijke beoordeling van de beslissing van de raad. Voor zover wel beroep openstond tegen de verzetbeslissing (want verzet gegrond) is hoger beroep niet-ontvankelijk, omdat de klacht te laat is ingediend. Ten slotte staat geen beroep open tegen de beslissing van de raad om de zaak na het overlijden van oorspronkelijke klaagster in het algemeen belang (niet) voort te zetten. Beroep deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:224 Hof van Discipline 's Gravenhage 230323

    In deze zaak heeft klaagster klachten ingediend tegen een advocaat die haar ex-partner heeft bijgestaan in een echtscheidingsprocedure. De klachten zien erop dat verweerder de zoon van partijen als speelbal heeft ingezet om een rechtszaak te beïnvloeden in het voordeel van zijn cliënt. De klachten zijn gegrond. Het hof maakt zich daarbij, net als de raad, ernstig zorgen om het gebrek aan inzicht van verweerder in de onjuistheid van zijn handelen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:205 Hof van Discipline 's Gravenhage 230308

     Klacht over eigen advocaat is (anders dan de raad oordeelde) wel ontvankelijk en deels gegrond. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:218 Hof van Discipline 's Gravenhage 240220

    Beklag tegen beslissing deken om geen advocaat aan te wijzen (art 13). De deken had in eerste instantie een advocaat aangewezen die tot een negatief procesadvies kwam en de zaak heeft neergelegd. De deken hoeft geen tweede advocaat aan te wijzen voor dezelfde zaak, temeer nu het advies van de eerst aangewezen advocaat goed gemotiveerd en onderbouwd is. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:212 Hof van Discipline 's Gravenhage 240172

     Artikel 13 Aw. Beklag tegen afwijzing verzoek tot aanwijzing van een advocaat ongegrond. De deken heeft een advocaataangewezen. Klaagster heeft ervoor gekozen van zijn diensten geen gebruik te maken. Geen reden tot aanwijzing van  een (andere) advocaat.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:225 Hof van Discipline 's Gravenhage 240127

      Beklag ex artikel 13 Aw ongegrond.