Zoekresultaten 1071-1080 van de 2370 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:192 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-363/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter is van oordeel dat het verweerster vrij stond om de zaak van klaagster niet aan te nemen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:82 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742929 / DW RK 23/435 MK/RH

    Onafhankelijkheid gerechtsdeurwaarder. Beslissing op verzet. In de bestreden beslissing is getoetst aan artikel 3 van de Gerechtsdeurwaarderswet. De letterlijke tekst van dit artikel levert geen beletsel voor de gerechtsdeurwaarder op om de opdracht uit te voeren. De gerechtsdeurwaarder had zich echter vervolgens de vraag moeten stellen of hij op grond van integriteitsregels de opdracht heeft kunnen aannemen zonder dat zijn onafhankelijkheid in het geding zou komen althans dat de schijn gewekt kon worden dat dit het geval was. Het betrof een privékwestie van de opdrachtgever. De gerechtsdeurwaarder had ter beantwoording van die vraag de Gerechtsdeurwaardersverordening moeten raadplegen. In de toelichting bij de Gerechtsdeurwaardersverordening zijn de kernwaarden geformuleerd voor de gerechtsdeurwaarder. Deze zijn: betrouwbaar en integer, onafhankelijk en onpartijdig, dienstbaar en vakbekwaam, nader geformuleerd in hoofdstuk 4 van de verordening. Op grond van deze kernwaarden moet een gerechtsdeurwaarder zichzelf telkens de beroepsethische vraag stellen wat een goed gerechtsdeurwaarder in een concrete casus betaamt. Niet is gebleken dat de gerechtsdeurwaarder deze afweging heeft gemaakt, terwijl hij door de opdracht te aanvaarden wel de schijn van belangenverstrengeling heeft gewekt. Daarmee heeft hij naar het oordeel van de kamer in strijd gehandeld met de Gerechtsdeurwaardersverordening en dus klachtwaardig. Daarnaast wordt vastgesteld dat in het proces-verbaal constateringen zijn beschreven, die de indruk wekken dat die door de gerechtsdeurwaarder zijn gedaan. Het betreft echter constateringen waarbij hij zelf niet aanwezig was. Beide klachten zijn gegrond. De maatregelen van berisping en boete zijn opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:180 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6739

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. De gynaecoloog heeft klaagster behandeld vanwege prolapsklachten. In 2018 heeft de gynaecoloog klaagster geopereerd middels een uterusextirpatie en een voor- en achterwandplastiek. Klaagster is niet tevreden over de behandeling en over de bejegening door de gynaecoloog, en heeft hierover – samengevat – negen klachtonderdelen ingediend. Het college is van oordeel dat alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6960

    Klacht tegen huisarts kennelijk niet-ontvankelijk. Klager verwijt huisarts in een aangifte medische informatie te hebben gedeeld en daarmee zijn beroepsgeheim te hebben geschonden. De voorzitter is van oordeel dat sprake is van ne bis in idem nu in Z2022/5187 hetzelfde feitencomplex is beoordeeld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6803

    Klacht tegen een traumachirurg kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een auto-ongeval gehad en belandde op de spoedeisende hulp. Zij is diezelfde avond ontslagen uit het ziekenhuis. Later bleek dat haar heiligbeen gebroken was. De traumachirurg heeft klaagster gesproken nadat zij pijnklachten bleef houden en door de dokter werd doorverwezen naar het ziekenhuis. Klaagster verwijt de traumachirurg dat hij laconieke nazorg heeft geleverd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6675

    Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde kennelijk ongegrond. Na verwijzing door de huisarts heeft de specialist ouderengeneeskunde een huisbezoek afgelegd bij klager en zijn moeder, die hij verzorgde. Hierna heeft zij een multidisciplinair overleg (MDO) gepland met verschillende betrokken zorgverleners. Geconcludeerd werd dat opname in een 24-uurs setting noodzakelijk was. De moeder van klager is uiteindelijk na een Rechterlijke Machtiging opgenomen. Zij is binnen enkele maanden na haar opname overleden. Klager vindt dat de specialist ouderengeneeskunde de fysieke klachten van zijn moeder niet serieus heeft genomen en ten onrechte heeft gezegd dat klager ontkende dat zijn moeder aan de ziekte van Alzheimer leed. Ook verwijt klager de specialist ouderengeneeskunde dat zij heeft geweigerd filmmateriaal te bekijken waaruit bleek dat moeder veel helderder van geest was, als zij niet ziek was.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:189 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-238/AL/MN

    Raadbeslissing. Verweerder heeft in zijn stukken een bestuurslid van een vereniging analfabeet genoemd. Die kwalificatie, en hetgeen daarbij verder is vermeld, is naar het oordeel van de raad volstrekt onnodig nu dit niets toevoegt aan de zaak als zodanig en de raad kan zich goed voorstellen dat de gekozen bewoordingen als grievend zijn ervaren. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij de-escalerend optreedt en algemene fatsoensnormen in acht neemt. Klachtonderdeel gegrond. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:190 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-253/AL/GLD

    Verweerster is de patroon van de advocaat die een curator in een faillissement als advocaat bijstond. De curator zijn diverse tuchtrechtelijke verwijten gemaakt die (deels) ook diens advocaat worden verweten en ook verweerster als patroon van de advocaat. Tegen zowel de curator, diens advocaat als de patroon van de advocaat is een tuchtrechtelijke procedure gestart. De raad overweegt dat de klachtonderdelen in de zaak tegen verweerster identiek zijn aan die tegen de advocaat waarvan verweerster de patroon is. De onderbouwing van die klacht is enkel dat verweerster patroon van de advocaat is. Reeds geoordeeld is dat de advocaat geen tuchtrechtelijk verwijt treft. Daarmee heeft ook haar patroon niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Verder overweegt het de raad nog het volgende dat de advocaat een faillissementscurator bijstond die ook zelf advocaat is. Bovendien houdt de rechter-commissaris toezicht op het beheer van de curator en de curator is aan de rechter-commissaris verantwoording verschuldigd. Door ook de patroon van de advocaat van de curator te betrekken in een klacht wekt klager de indruk wild om zich heen te slaan zonder redelijk belang. Dit is misbruik van het klachtrecht. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:80 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730408 / DW RK 23/69 MK/RH

    Van een gerechtsdeurwaarder wordt verlangd, dat bij het inzien van de BRP uiterste zorgvuldigheid wordt betracht, gelet op de ernstige gevolgen die fouten bij de raadpleging met zich brengen. Vastgesteld moet dan ook worden dat de gerechtsdeurwaarder deze zorgvuldigheid niet in voldoende mate heeft betracht nu hij de geheimhouding van de adresgegevens over het hoofd heeft gezien. Het is niet de taak van een gerechtsdeurwaarder om het lichaam van een dagvaarding te controleren op juistheid of onderbouwing. Een gerechtsdeurwaarder is in het algemeen slechts gehouden marginaal te toetsen wat hij betekent, wat bij een dagvaarding inhoudt dat hij controleert of de dagvaarding voldoet aan de in de wet gestelde eisen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:191 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-252/AL/GLD

    Verweerster stond als advocaat een kantoorgenot bij die optrad als curator in een faillissement. De curator zijn diverse tuchtrechtelijke verwijten gemaakt die (deels) ook verweersters als diens advocaat worden verweten. Zowel tegen de curator als tegen verweerster als diens advocaat is een tuchtprocedure gestart. In de klachtprocedure tegen de curator heeft de raad geoordeeld dat deze niet tuchtrechtelijke verwijtbaar heeft gehandeld of anderszins het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Aan verweerster, als advocaat van de curator, komen niet meer verplichtingen toe dan aan de curator. Klacht ongegrond.