Zoekresultaten 41-50 van de 803 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:239 Hof van Discipline 's Gravenhage 240210

    Beklag tegen afwijzing van verzoek aanwijzing advocaat (art. 13 Advocatenwet) ongegrond. Beroepstermijn was reeds verstreken.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:240 Hof van Discipline 's Gravenhage 230186

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Het betreft hier een wederzijds appel. De beroepsgronden van klaagster falen. Het hof sluit zich aan bij de beslissing van de raad dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt treft ten aanzien van de handelingen waarover klaagster heeft geklaagd en neemt die beslissing over. Het hof overweegt in aanvulling daarop dat de beroepsgronden van klaagster betrekking hebben op de onderliggende civiele procedure. Het is niet aan de tuchtrechter, maar aan de civiele rechter om over deze stellingen te oordelen. Het beroep van verweerster slaagt. Verweerster heeft zich zorgvuldig en betamelijk gedragen met de door haar (en haar cliënte) gekozen wijze van procederen. Verweerster had een gerechtvaardigd belang om, in opdracht van haar cliënte, niet mee te werken aan het verzoek van klaagster om de sloop van de woning van cliënte te melden aan de rechtbank. Het hof oordeelt in tegenstelling tot de raad dat het hier niet gaat om een feit dat verweerster niet voor de rechter had kunnen en mogen verzwijgen, ook al zou dat tegen het belang van haar cliënte ingaan. Klacht in zijn geheel ongegrond. Gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van de raad. Bekrachtiging beslissing raad voor het overige.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:241 Hof van Discipline 's Gravenhage 240014

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klager verwijt verweerster obstructie te hebben gepleegd in de voortgang van het opstellen van een ouderschapsplan. De raad heeft de klacht gegrond verklaard en kort gezegd overwogen dat verweerster zich te star heeft opgesteld en onvoldoende inspanningen heeft verricht om uit de ontstane impasse te geraken, hetgeen haar tuchtrechtelijk valt te verwijten. Het hof volgt de raad niet en is van oordeel dat verweerster met inachtneming van de voor de advocatuur essentiële kernwaarde partijdigheid, de grenzen van de aan haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet heeft overschreden. In het kader van de partijdigheid van verweerster was het niet haar taak om, zoals de raad dat formuleert, als “buffer” op te treden tussen haar cliënte en klager. Ook kan niet worden verwacht van verweerster dat zij zelf – zonder toestemming van haar eigen cliënte, welke toestemming haar cliënte expliciet niet gaf – met klager zou bellen, dan wel een gesprek zonder aanwezigheid van haar cliënte met hem zou voeren. Het hof merkt daarbij op dat zelfs als daar wel toestemming van de cliënt voor zou zijn, het een eigen afweging van de advocaat is om hier al dan niet toe over te gaan. Het hof onderkent dat de advocaat de verplichting heeft om zoveel mogelijk op zoek te gaan naar een buitengerechtelijke oplossing, omdat een regeling in der minne veelal de voorkeur verdient boven een proces. Dit neemt echter niet weg dat de advocaat partijdig is en blijft. Het zoeken naar een buitengerechtelijke oplossing gaat niet zo ver dat de advocaat moet functioneren als buffer tussen partijen. De partijdigheid van de advocaat komt op de eerste plaats. Beroep van verweerster is gegrond. Vernietiging raadsbeslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:242 Hof van Discipline 's Gravenhage 240043

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Het hof ziet op basis van het onderzoek in hoger beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling van de klacht van klager te komen dan de raad. Het hof sluit zich aan bij de beslissing van de raad en neemt die over. Daaraan voegt het hof toe dat er geen aanleiding is tot het gelasten van een getuigenverhoor, zoals door klager verzocht. Dit draagt niet bij aan een beter begrip van de voor de beoordeling van deze zaak relevante feiten. Ten aanzien van de overige verzoeken van klager (rechtsoverweging 5.8) overweegt het hof dat het tuchtrecht daar geen ruimte voor biedt. Beroep ongegrond. Bekrachtiging raadbeslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:225 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-599/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Op grond van het klachtdossier kan niet worden vastgesteld dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door tijdens een gesprek als advocaat namens de heer D. op te treden zonder haar hoedanigheid van advocaat kenbaar te maken. Het mag zo zijn dat klaagster niet tevreden is met het verloop van het gesprek en dat de inhoud daarvan niet aan haar verwachtingen voldeed, maar dat betekent niet dat verweerster, als deelneemster aan dat gesprek, tuchtrechtelijk iets te verwijten valt. Klacht is in beide onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:226 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-154/AL/GLD

    Herstelbeslissing. De raad overweegt dat sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:224 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-499/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter verklaart de klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk (wegens gebrek aan belang) en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:223 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-478/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:161 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-494/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerster heeft zich aan de opdracht gehouden en heeft op verzoek van klager een persoonlijk gesprek met de president en behandelend raadsheer geregeld. Het stond verweerster vrij daarna te concluderen dat zij niets meer voor klager kon doen. Van het optreden als klachtenfunctionaris in de eigen zaak is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:155 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-441/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over brief van de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft als partijdig belangenbehartiger van zijn cliënten op zakelijke en correcte wijze gecommuniceerd.