Zoekresultaten 1561-1570 van de 2667 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5669

    Deels kennelijk ongegronde, deels kennelijk niet-ontvankelijke klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater ten eerste dat zij heeft geweigerd om het medisch dossier aan haar te geven en dat er in haar dossier een opeenstapeling van onwaarheden is genoteerd. Het college is van oordeel dat klaagster het klachtonderdeel over het medische dossier onvoldoende concreet heeft gemaakt. Klaagster is daarom kennelijk niet-ontvankelijk in dit klachtonderdeel. Verder verwijt klaagster de psychiater dat zij op onjuiste gronden gedwongen is opgenomen en dwangmedicatie krijgt. Het college overweegt dat niet gebleken is dat de psychiater na de opname van klaagster in oktober 2021 nog betrokken is geweest bij de (gedwongen) zorg voor haar. Klaagster heeft niet tegengesproken dat de psychiater daarbij geen rol heeft gespeeld. Uit het dossier blijkt ook niet van betrokkenheid van de psychiater bij de opname of de dwangmedicatie. Deze klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:3 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-35

    Als erkend staat vast dat de partner, dementerend en op leeftijd, uit het verpleeghuis waar hij verbleef is meegenomen naar het kantoor van de notaris. Dat gebeurde met instemming van de notaris en door een derde, die niet verbonden was aan het kantoor van de notaris. Het was daarnaast buiten medeweten van klaagsters, die de opdrachtgeefsters van de notaris waren. Die gang van zaken, ongeacht de bedoeling, betaamt een behoorlijk notaris niet.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:4 Kamer voor het notariaat Den Haag 22-53

    De toegevoegd notaris had ervoor zorg moeten dragen dat het eigendom van de gemeenschappelijke woning tegelijk met de volledige verantwoordelijkheid voor de gemeenschappelijke schuld bij de partner terecht kwamen. Zij had dus moeten wachten met levering van de woning aan de partner, totdat klaagster als erfgenaam was ontslagen uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de met het hypotheekrecht gezekerde schuld aan de bank. De toegevoegd notaris heeft achteraf ook wel erkend dat het ‘beter (was) geweest de akte ter uitvoering van het verblijvingsbeding te tekenen tegelijk met de nieuwe hypotheek’. Verder heeft de toegevoegd notaris erkend dat zij had moeten controleren of de door de partner opgegeven bankrekeningen daadwerkelijk gemeenschappelijke bankrekeningen waren of niet. Nu de toegevoegd notaris dit alles heeft nagelaten heeft zij onzorgvuldig gehandeld. Zij heeft zich onvoldoende gerealiseerd dat door het passeren van de akte de positie van derden, te weten die van klaagster, in het geding was. De akte was meer dan alleen een partijverklaring van de partner. De klacht is gegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5689

    Klacht tegen kaakchirurg. Klager is driemaal geopereerd door de kaakchirurg aan een onderbeet. Pas tijdens de derde operatie lukte het de boven- en onderkaak goed boven elkaar vast te zetten. De vorm van klagers neus is door de operaties iets gewijzigd, waardoor er ook nog neusoperatie heeft plaatsgevonden (door een andere chirurg). Daarnaast heeft klager nog steeds pijn in zijn gezicht. Hij verwijt de kaakchirurg dat deze klager niet goed heeft voorgelicht van tevoren over de mogelijke gevolgen en dat de operaties niet goed zijn gegaan. Het college is van oordeel dat klager voldoende is voorgelicht van tevoren over de mogelijke gevolgen en dat er geen medische fouten zijn gemaakt gedurende de operaties. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5647

    Deels kennelijk ongegronde, deels kennelijk niet-ontvankelijke klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klaagster verwijt de verpleegkundig specialist ten eerste dat zij heeft geweigerd om het medisch dossier aan haar te geven en dat er in haar dossier een opeenstapeling van onwaarheden is genoteerd. Het college is van oordeel dat klaagster het klachtonderdeel over het medische dossier onvoldoende concreet heeft gemaakt. Klaagster is daarom kennelijk niet-ontvankelijk in dit klachtonderdeel. Verder verwijt klaagster de verpleegkundig specialist dat zij op onjuiste gronden gedwongen is opgenomen en dwangmedicatie krijgt. Het college overweegt dat de onvrijwillige opname van klaagster gebaseerd is op een rechterlijke beslissing. De toepassing van de gedwongen opname is vervolgens ook getoetst door de klachtencommissie en – in beroep tegen de beslissing van de klachtencommissie – door de rechtbank. Zoals de verpleegkundig specialist naar voren heeft gebracht is zij zelf niet bevoegd om te beslissen of de gedwongen zorg wordt ingezet. Nu de rechter telkens heeft beslist dat gedwongen zorg noodzakelijk was en de klachten over de toepassing daarvan ongegrond heeft verklaard, kan de verpleegkundig specialist niet worden verweten dat zij die gedwongen zorg – in overleg met de behandelende psychiater – heeft uitgevoerd. Het college heeft op grond van de stukken ook niet kunnen vaststellen dat de verpleegkundig specialist bij de aanvragen tot voorbereiding van zorgmachtigingen onzorgvuldig heeft gehandeld. Dit klachtonderdeel is daarom ongegrond. Het college acht het verder zorgvuldig dat de verpleegkundig specialist kritisch heeft gekeken naar de medicatie en zich heeft ingespannen om met de behandelende psychiater te zoeken naar alternatieven. Het was echter niet mogelijk om te stoppen met de medicatie, omdat bij een eerdere afbouwpoging was gebleken dat klaagster daar niet goed op reageerde, in die zin dat het ernstige nadeel dat door haar gedrag vooral voor anderen kon worden veroorzaakt weer terugkeerde. Ook dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond. Kenmerk:

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:44 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/53, 2022/54, 2022/55

    Dierenarts X wordt verweten dat zij de door haar tijdens een consult gemaakte röntgenfoto’s van een kat verkeerd heeft geïnterpreteerd en niet heeft geconcludeerd dat de kat ernstig ziek was.Dierenarts Y wordt verweten dat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de terugkerende klachten die de kat had (braakklachten/verminderde eetlust/vermagering), waardoor de kat de juiste zorg en behandeling is onthouden.Dierenarts Z wordt verweten dat hij tijdens een consult onvoldoende onderzoek heeft verricht en in zijn diagnosestelling tekort is geschoten.Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:76 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-101/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Van belangenverstrengeling is geen sprake. Verdere verwijten zijn onvoldoende geconcretiseerd, mede tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerder.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:45 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/77, 2022/78

    De klacht tegen dierenarts sub 1 houdt in dat zij tijdens een consult klaagster zou hebben gediscrimineerd en zou hebben aangedrongen om haar hond te laten euthanaseren. Niet-ontvankelijk.De klacht tegen dierenarts sub 2 houdt in dat deze zonder toestemming van klaagster de hond heeft geëuthanaseerd. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:46 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/76

    Dierenarts wordt nalatig handelen verweten ten aanzien van een operatie (thoracale stabilisatie) bij een hond. Gegrond, waarschuwing volgt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5664

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is niet de vaste huisarts van klaagster maar heeft haar wel een bij een aantal consulten gezien. Klaagster verwijt de huisarts dat zij haar het medisch dossier niet wilde geven en dat er onwaarheden in het medisch dossier staan. Ook verwijt ze de huisarts dat zij haar niet naar een specialist wilde verwijzen. Het college kan niet vaststellen dat de huisarts inzage in of verstrekking van het medisch dossier heeft geweigerd. Het college kan ook niet vaststellen dat er in het dossier van klaagster onwaarheden staan. Klaagster heeft niet toegelicht welke informatie volgens haar onjuist is en het college kan uit de overgelegde stukken ook niet afleiden dat het dossier onjuiste informatie bevat. Het college is verder van oordeel dat er op de momenten waarop de huisarts bij klaagster betrokken was, geen duidelijke indicatie was voor een verwijzing naar een specialist. Uit de stukken blijkt dat aan klaagster voldoende de mogelijkheid is gegeven om op het spreekuur te komen en toe te lichten waarom een verwijzing volgens haar nodig was, maar klaagster heeft deze mogelijkheid niet benut. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.