Zoekresultaten 31-40 van de 1306 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:147 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-681/DB/OB
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 30-10-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:147
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de voormalige advocaat in een incassoprocedure. Klachtonderdelen 1 tot en met 6 kennelijk ongegrond. Verweerder handelde niet als partijdig advocaat van klaagster, maar als wederpartij in een incassoprocedure. Verweerder was niet verplicht om namens klaagster stukken in het geding te brengen, maar mocht als zelfstandige partij in de procedure bepalen wat hij wel en niet wilde indienen. Niet gebleken dat artikel 21 Rv is geschonden. Verwijt van belangenverstrengeling is niet onderbouwd. Klachtonderdelen 7 tot en met 17 niet-ontvankelijk omdat daarover niet tijdig is geklaagd.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:270 Hof van Discipline 's Gravenhage 240084
- Datum publicatie: 01-11-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:270
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. In deze zaak verwijt klager verweerder dat aan diens zijde sprake is van belangenverstrengeling. Ook zou verweerder zich niet hebben ingezet om een minnelijke regeling te bereiken, zou hij feiten stellen waarvan hij de onjuistheid kende of had moeten kennen en zou hij zich onnodig grievend tegenover klager hebben uitgelaten. Dat verweerder ooit de bewindvoerder over het vermogen van de ex-partner van klager heeft bijgestaan en nu de ex-partner bijstaat maakt niet dat sprake is van een belangenverstrengeling. Er is een minnelijke regeling tot stand gekomen toen ook klager een advocaat had ingeschakeld. Het verwijt dat verweerder zich niet heeft ingezet om een minnelijke regeling te bereiken is dan ook ongegrond. Ook het klachtonderdeel betreffende het stellen van onjuiste feiten is ongegrond, nu een vergissing in een in de dagvaarding vermelde datum in dit geval niet als zodanig kwalificeert. Verder is gebleken dat verweerder zich grievend jegens klager heeft uitgelaten. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:145 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-382/DB/LI
- Datum publicatie: 31-10-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:145
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Niet is gebleken dat verweerder zich ten onrechte en op onzorgvuldige wijze heeft teruggetrokken. Verweerder kan evenmin tuchtrechtelijk worden verweten dat hij mr. H in het dossier tegen FP werkzaamheden heeft laten verrichten. Verweerder heeft wel tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, doordat hij het dossier tegen het Ministerie van Defensie niet met bekwame spoed heeft overgedragen aan de opvolgend advocaat, niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichting om een urenspecificatie aan klager te verstrekken en klagers belangen niet naar behoren heeft behartigd. De raad acht een waarschuwing een passende maatregel.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:146 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-383/DB/LI
- Datum publicatie: 31-10-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:146
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Niet is gebleken dat verweerster zich ten onrechte en op onzorgvuldige wijze heeft teruggetrokken. Klager verwijt verweerster dat zij is tekortgeschoten in de overdracht van het dossier. Vast staat dat verweerster ten tijde van het verzoek om overdracht wegens arbeidsongeschiktheid afwezig was en dat mr. Z haar praktijk waarnam. Onder die omstandigheid kan verweerster niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden voor de wijze waarop op het verzoek om afgifte van de stukken is gereageerd. Verweerster heeft wel tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, doordat zij niet heeft voldaan aan de op haar rustende verplichting om een urenspecificatie aan klager te verstrekken. Omdat niet is gebleken dat klager van dit nalaten nadeel heeft ondervonden, ziet de raad af van oplegging van een maatregel.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:144 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-463/DB/LI
- Datum publicatie: 31-10-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:144
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Klager verwijt verweerder dat hij geen gratieverzoek heeft ingediend. Verweerder heeft de klacht weersproken en naar voren gebracht dat hij op 19 januari 2023 per gewone post een gratieverzoek heeft ingediend. De raad constateert dat verweerder dit verweer niet heeft onderbouwd met stukken waaruit de correcte indiening van een gratieverzoek bij de juiste instantie blijkt. De raad heeft aldus niet kunnen vaststellen dat verweerder namens klager een gratieverzoek heeft ingediend. Wel staat vast dat verweerder niet heeft geverifieerd of het gratieverzoek in goede orde door de bevoegde instantie was ontvangen, terwijl dit wel op verweerders weg had gelegen. Klacht gegrond. De raad is van oordeel dat verweerder in ernstige mate is tekort geschoten in de bijstand aan klager. Een en ander rechtvaardigt naar het oordeel van de raad de oplegging van de maatregel van een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:268 Hof van Discipline 's Gravenhage 240271
- Datum publicatie: 30-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:268
Art 13-beklag. Klager heeft onvoldoende aangevoerd tegenover het negatieve procesadvies van zijn voormalig advocaat en het gedegen oordeel van de rechtbank op basis waarvan het hof aannemelijk acht dat hoger beroep een redelijke kans van slagen heeft.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:265 Hof van Discipline 's Gravenhage 240054
- Datum publicatie: 30-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:265
klacht over advocaat wederpartij. Anders dan de raad oordeelt het hof dat verweerder wel degelijk een (volgens klager onnodig grievende) verklaring van zijn cliënt mocht overleggen als bijlage bij zijn pleitnota. Het hof verklaart dit klachtonderdeel ongegrond. Verder bekrachtigt het hof het oordeel van de raad dat verweerder als advocaat het landelijk procesreglement kort gedingen moet opvolgen. Door dat niet te doen en klager als medegedaagde van zijn cliënt niet de ingediende stukken toe te sturen heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:266 Hof van Discipline 's Gravenhage 240066
- Datum publicatie: 30-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:266
Klacht over de eigen advocaat over het optreden ter zitting. Klager stelt dat verweerder ten onrechte de eis in reconventie niet heeft toegelicht, klager onvoldoende heeft geïnformeerd over de inhoud van de schikkingsonderhandelingen en ten onrechte niet heeft geprotesteerd tegen de eiswijziging van de wederpartij. Wegens gebrek aan feitelijke grondslag is de klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:267 Hof van Discipline 's Gravenhage 240111
- Datum publicatie: 30-10-2024
- Datum uitspraak: 14-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:267
Klacht over eigen advocaat. Hoger beroep ziet op hoogte maatregel. Verweerster heeft langdurig haar cliënt voorgelogen dat zij een procedure voor hem aanhangig had gemaakt, wat zij niet had gedaan. Voorwaardelijke schorsing 4 weken. Hof vernietigt bijzondere voorwaarde raad van discipline, die berust op een feitelijke onjuistheid.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:143 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-342/DB/LI/D
- Datum publicatie: 29-10-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:143
Raadsbeslissing. Ambtshalve voortzetting ingetrokken klacht. De raad heeft in de onderhavige klachtzaak meerdere wezenlijke tekortkomingen in de kwaliteit van de dienstverlening van verweerder vastgesteld. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de in artikel 10a Advocatenwet vastgelegde kernwaarde deskundigheid. Ook is verweerder ernstig tekort geschoten in de overdracht van de dossiers van de heer RS aan de opvolgend advocaat. Met het handelen van verweerder is het vertrouwen in de advocatuur geschaad. De aard en ernst hiervan rechtvaardigen daarom de oplegging van een zware maatregel. Gelet op de ernst van de aan verweerder gemaakte tuchtrechtelijk verwijten en zijn antecedentenlijst ziet de raad het beeld van een advocaat die blijk geeft zich onvoldoende bewust te zijn van voor de advocatuur elementaire beginselen en regelgeving en die zich onvoldoende rekenschap geeft van de belangen die daarmee worden gediend. Verweerder heeft zijn kerntaak als rechtsbijstandsverlener ernstig veronachtzaamd. Zowel bij gelegenheid van het onderzoek naar de klacht door de deken als in de procedure bij de raad heeft verweerder er echter onvoldoende blijk van gegeven inzicht te hebben in het kwalijke van zijn handelen. De raad heeft ook, gezien de opstelling van verweerder, grote zorgen over een goede belangenbehartiging van toekomstige cliënten van verweerder. De raad is van oordeel dat het niet verantwoord is dat verweerder de praktijk als advocaat nog langer uitoefent. Schrapping.