Zoekresultaten 81-90 van de 1413 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7664
- Datum publicatie: 28-05-2025
- Datum uitspraak: 28-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:137
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft herhaaldelijk het spreekuur bezocht met aanhoudende pijnklachten. De huisarts heeft klaagster onderzocht, pijnstilling voorgeschreven en doorverwezen naar de fysiotherapeut en meerdere medisch specialisten. De oorzaak van de klachten werd niet gevonden. Klaagsters verwijt de huisarts dat hij niet voldoende ondersteuning heeft geboden bij het ziekte- en herstelproces, verwijzing naar psychische hulp heeft vertraagd en dat sprake was van grensoverschrijdend gedrag. Het college oordeelt dat de huisarts zich voldoende heeft ingespannen om klaagster te onderzoeken en te helpen. Bij de verwijzing voor psychische hulp heeft de huisarts verzuimd informatie te verstrekken en de afwijzingsbrief met klaagster te bespreken. Dit klachtonderdeel is gegrond. Het college kan niet vaststellen dat sprake is geweest van grensoverschrijdend gedrag. Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:138 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7583
- Datum publicatie: 28-05-2025
- Datum uitspraak: 28-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:138
Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts wordt verweten dat hij de patiënt onheus heeft bejegend en dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan, waardoor vertraging is opgetreden in de behandeling van de longtumor bij de patiënt. Het college stelt vast dat de consulten niet goed (of in ieder geval niet optimaal) verliepen, maar het college kan niet vaststellen hoe de gesprekken precies zijn gegaan. Het college stelt vast dat de huisarts klager driemaal heeft gezien binnen een beperkte tijdspanne en dat het contact en de communicatie tijdens deze consulten niet optimaal was. Het college is van opvatting dat de huisarts (binnen genoemde beperkingen) op zorgvuldige wijze onderzoek heeft gedaan en tot de conclusies heeft kunnen komen waartoe hij is gekomen. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:139 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7773
- Datum publicatie: 28-05-2025
- Datum uitspraak: 28-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:139
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is bij klager op huisbezoek geweest vanwege klachten van koude handen en algehele malaise. De volgende ochtend heeft de echtgenote van klager gebeld met de mededeling dat de klachten waren verergerd. De huisarts is toen niet bij klager langs gegaan. Een paar uur later is klager per ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Daar is de diagnose tamponade gesteld en is met spoed een pericardiocentese uitgevoerd. Het college is van oordeel dat het lichamelijk onderzoek onvoldoende is geweest en dat de huisarts breder differentiaal diagnostisch had moeten denken en een vangnetadvies had moeten geven. Naar aanleiding van het telefoontje van de volgende ochtend had de huisarts moeten langsgaan. Klacht gedeeltelijk gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7241
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 27-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:135
Deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegronde klacht tegen een GZ-psycholoog. De ex-partner van klaagster is behandeld door de GZ-psycholoog. Klaagster was betrokken bij die behandeling. Zij maakt de GZ-psycholoog verschillende verwijten, onder andere dat zij een onterechte melding bij Veilig Thuis heeft gedaan. Voor zover klaagster de GZ-psycholoog verwijten maakt over de behandeling van de partner is het college van oordeel dat klaagster daarin niet-ontvankelijk is. Verder stelt het college vast dat de GZ-psycholoog niet betrokken was bij de totstandkoming van de melding bij Veilig Thuis. Dit onderdeel van de klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:88 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2555
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:88
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager is langdurig uitgevallen voor zijn werk. De bedrijfsarts heeft hem in het kader van zijn re integratie begeleid. Klager heeft in een periode van één jaar in totaal tien gesprekken met de bedrijfsarts gehad, steeds telefonisch. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij klager niet goed heeft begeleid en zich onvoldoende voor hem heeft ingespannen, dat hij medisch niet goed heeft gehandeld en dat hij heeft samengespannen met klagers werkgever, waardoor hij – klager – geen eerlijke behandeling heeft gehad. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en aan de bedrijfsarts een waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen de ongegrondverklaring van vier klachtonderdelen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7674
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 23-05-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:61
Klacht tegen gz-psycholoog kennelijk ongegrond. Klager werd voor diagnostiek en behandeling door de huisarts verwezen naar de gz-psycholoog. Tijdens de intakefase vonden er meerdere gesprekken plaats om de hulpvraag van klager te verduidelijken en om te bekijken wat passende zorg was. Nadat er bij klager boosheid ontstond over het betalen van het eigen risico werd de intakefase afgesloten. Klager verwijt de gz-psycholoog onder andere dat er geen passende verwijzing heeft plaatsgevonden en dat zij zonder zijn toestemming contact opnam met de huisarts. De klacht gaat ook over rapportages in het medisch dossier. Het college is van oordeel dat de gz-psycholoog geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7271
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 27-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:136
Deels gegronde klacht tegen een klinisch psycholoog. Klaagster is ontevreden over de behandeling die zij vanaf 2016 van de klinisch psycholoog heeft ontvangen. Zij maakt de klinisch psycholoog verschillende verwijten. Het college oordeelt onder andere dat door de klinisch psycholoog geen goede regie is gevoerd. Over de contacten die hij met klaagster had is weinig gedocumenteerd. Er is geen behandelplan opgesteld dat kon dienen als leidraad bij de contacten en ook is door de klinisch psycholoog geen duidelijke diagnose gesteld. Het college legt de maatregel op van berisping.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:89 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2411
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 20-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:89
Klager en verweerder zijn tandarts in dezelfde plaats. De verhoudingen tussen beide tandartsen zijn al jaren ernstig verstoord. Klager verwijt verweerder dat hij zich zodanig niet collegiaal gedraagt dat dit in strijd is met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Ook verwijt klager hem valsheid in geschrifte en het niet verstrekken van medische dossiers van naar klager overgestapte patiënten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en verweerder een berisping opgelegd. Verweerder heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht op een aanvullend punt gegrond en legt aan verweerder de maatregel van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden op.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:90 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2543
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:90
De psychiater werkt als psychiater in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van een Penitentiaire Inrichting (PI). Klager is hier in 2017 en 2021 opgenomen geweest. Klager verwijt de psychiater dat aan hem in april 2017 en januari 2021 dwangmedicatie is toegediend zonder de juiste medische indicatie, aanleiding en criteria. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:91 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2627
- Datum publicatie: 27-05-2025
- Datum uitspraak: 26-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:91
Ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is gedurende ongeveer 1,5 jaar in een fysiotherapiecentrum behandeld in verband met kaak- en nekklachten aan de voorzijde. De fysiotherapeut is drie keer als vervanger van de vaste behandelaar bij de behandeling van klaagster betrokken geweest. De eerste keer zou hij vanwege spierspanning dry needling hebben uitgevoerd in de wangkauwspier. Klaagster verwijt de fysiotherapeut onder meer dat hij geen informatie heeft gegeven over de uit te voeren behandeling en de risico’s daarvan en de behandeling niet goed heeft uitgevoerd waardoor zij sindsdien dagelijks heftige spierpijn heeft. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.