Zoekresultaten 71-80 van de 1435 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:148 Raad van Discipline Amsterdam 24-288/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat in alle klachtonderdelen ongegrond. Dat klaagster uiteindelijk op het punt van de eindafrekening in het ongelijk is gesteld, betekent niet dat verweerder ook meteen een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Dat verweerder klaagster op enig moment onjuist zou hebben geïnformeerd over een verjaringstermijn, is de raad niet gebleken en dit wordt ook door verweerder betwist. Evenmin is de raad gebleken dat verweerder heeft verzuimd om tijdig actie te ondernemen waardoor klaagster geen schade meer kon verhalen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:222 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-234/AL/GLD

    Klacht over mede-advocaat. Klager beklaagt zich erover dat verweerder zonder zijn toestemming rechtstreeks een brief met een concept-dagvaarding aan zijn cliënte heeft gestuurd. Daarmee heeft verweerder naar het oordeel van de raad lid 1 van gedragsregel 25 overtreden. Verweerder wist dat de wederpartij werd bijgestaan door klager. Door de cliënte van klager rechtstreeks aan te schrijven en deze buiten diens advocaat om te dreigen met betekening van de bijgevoegde concept dagvaarding als niet snel tot een goede regeling wordt gekomen, heeft verweerder naar het oordeel van de raad de grenzen van het betamelijke overtreden. Voor zover het verweerder niet duidelijk was of klager nog wel de advocaat van de wederpartij was, dan had het op zijn weg gelegen om daar bij klager navraag naar te doen. Dat heeft verweerder niet gedaan. De raad legt aan verweerder geen maatregel op omdat hij verontschuldigingen aan klager heeft aangeboden, enig zelfinzicht heeft getoond in het foutieve van zijn handelen en heeft toegezegd niet van aannames uit te zullen gaan maar onderzoek te zullen doen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:218 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-446/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over een eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:219 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-520/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk voor zover de verwijten zien op het handelen van verweerster van vóór 30 november 2020. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond. Verweerster heeft gehandeld zoals dat van een advocaat wordt verwacht, binnen de aan haar toekomende vrijheid.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:220 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-531/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Het verwijt van klager dat verweerster informatie doorspeelt aan twee cliënten die ieder in een geschil met klager zijn verwikkeld, is niet onderbouwd. Klager kan niet klagen over de vermeende belangenverstrengeling tussen die twee cliënten bij gebrek aan eigen persoonlijk belang daarbij. De regels daarover beogen die cliënten te beschermen, niet hun wederpartij.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:221 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-549/AL/MN

    Voorzittersbeslissing; verweerster is advocaat in loonbetrekking bij een bank. Zij heeft namens die bank opgetreden in een geschil met klaagster. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster daarbij niet de grenzen van de haar toekomende vrijheid als advocaat van de wederpartij van klaagster overschreden. Het oplossen van een geschil door middel van een schikking is immers geen absolute verplichting. Gezien de in de feiten genoemde omstandigheden is het naar het oordeel van de voorzitter alleszins gerechtvaardigd geweest dat verweerster ook geen poging tot een regeling heeft gedaan. Haar cliënte wilde dat om evidente en begrijpelijke redenen niet. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:216 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-241/AL/MN

    Raadbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Door niet te vermelden dat de tussenbeschikking van de rechtbank inmiddels was achterhaald door de gewezen eindbeschikking, heeft verweerder geprobeerd klaagster te misleiden. Verder heeft verweerder bewust de rechtbank in een andere procedure niet ingelicht over de inmiddels gewezen eindbeschikking, om zodoende de kans op toewijzing van zijn vordering te vergroten. Klacht deels gegrond. Mede vanwege zijn aanzienlijke tuchtrechtelijke verleden en zijn houding ter zitting, waaruit blijkt dat hij geen, dan wel onvoldoende, inzicht heeft in het laakbare van zijn handelen, legt de raad de maatregel van een onvoorwaardelijke schorsing van vier weken op

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:217 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-296/AL/NN

    Raadbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Het is verweerster niet aan te rekenen dat zij in opdracht van haar cliënte het standpunt van haar cliënte heeft verwoord. Integendeel, verweerster was zelf geen partij in de gemaakte afspraak en het stond verweerster als belangenbehartiger van haar cliënte niet vrij om tegen de instructie van haar cliënte in te handelen. Dit zou anders zijn als zij als advocaat daarmee zou handelen buiten de grenzen van wat is toegestaan, maar daarvan is geen sprake. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:212 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-030/AL/GLD

    Klacht over advocaat van de wederpartij. Naar het oordeel van de raad mocht verweerder als partijdige belangenbehartiger de stellingen en de feiten namens zijn client aanvoeren zoals hij dat heeft gedaan in de diverse processtukken en op de zitting. Hij mocht daarbij ook afgaan op wat zijn cliënt hem heeft verteld zonder dat nader feitelijk onderzoek door hem noodzakelijk was. De stellingen van verweerder waarover door klager wordt geklaagd, waren bovendien onderdeel van het geschil bij de bestuursrechter en klager (en zijn advocaat) zijn in de gelegenheid geweest om op de volgens klager onjuiste standpunten van verweerder te reageren. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:120 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-555/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door niet tegemoet te komen aan de wens van klager om de – vermeende - fouten in de PBC-rapportage in de vorm van een cassatiemiddel aan de Hoge Raad voor te leggen. Een advocaat moet bij de behandeling van een zaak de leiding nemen en vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. Verweerder heeft gemotiveerd aan klager toegelicht dat en waarom hij in cassatie geen ruimte zag om de – vermeende - fouten in de PBC-rapportage in de vorm van een cassatiemiddel aan de Hoge Raad voor te leggen. Als klager het niet met verweerders aanpak eens was kon hij zich tot een andere advocaat wenden. Kennelijk ongegrond.