Zoekresultaten 31-40 van de 685 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:119 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1902

    Klacht tegen een vertrouwenarts, destijds werkzaam bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Klagers zijn de ouders van een dochter die vanaf enige tijd na haar geboorte een ernstige groeiachterstand (“failure to thrive”) vertoonde. Zij werd herhaaldelijk opgenomen in het ziekenhuis, maar een medische oorzaak voor de achterblijvende groei werd niet gevonden. Ook was er meermalen sprake van een lijninfectie met verschillende darmbacteriën. Het ziekenhuis waar de dochter van klagers was opgenomen heeft in verband met verdenking van Pediatric Falsification Disorder (PFD) een melding gedaan bij het AMK. Het AMK schakelde de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) in. De Raad heeft bij de kinderrechter een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing, maar dat verzoek werd afgewezen. Deze beschikking van de kinderrechter is door het gerechtshof bekrachtigd. De vertrouwensarts heeft aangifte gedaan van kindermishandeling tegen klagers. Klagers verwijten de vertrouwensarts dat zij aan tunnelvisie leed en, ondanks de rechterlijke uitspraken, zonder goede reden bleef volharden in een diagnose waar het dossier onvoldoende grondslag voor bood. De vertrouwensarts heeft volgens klagers ten onrechte aangifte gedaan. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachten ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6484

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater in een tbs-kliniek. Klager verwijt de psychiater dat zij zonder onderzoek heeft geoordeeld over dwangmedicatie en dat ze heeft gedreigd met toediening van clozapine. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:120 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2297

    Klacht tegen een internist. Klaagster was gehuwd met de patiënt, geboren in 1945. De patiënt was eind april 2019 vier dagen opgenomen in het ziekenhuis waar de internist werkzaam is. Patiënt is op de vierde dag van zijn opname overleden. Klaagster verwijt de internist onder andere dat hij zonder haar medeweten en toestemming palliatieve sedatie heeft gegeven aan de patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6865

    Klacht van de inspectie tegen een psychiater. De klacht gaat over het downloaden, vervaardigen, in het bezit hebben en bekijken van kinderpornografisch materiaal en het downloaden en in het bezit hebben van dierenpornografische afbeeldingen. Het college verklaart de klacht gegrond. Omdat de psychiater al niet meer staat ingeschreven in het BIG-register, legt het college aan hem, conform het verzoek van de inspectie, de maatregel op van ontzegging van het recht om wederom als psychiater in het BIG-register te worden ingeschreven. Daarnaast legt het college aan verweerder een algemeen beroepsverbod op zoals door de inspectie verzocht, inhoudende dat verweerder geen werkzaamheden meer mag verrichten in de zorg die betrekking hebben op minderjarigen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6886

    Klacht van de inspectie tegen een psychotherapeut. De klacht gaat over het downloaden, vervaardigen, in het bezit hebben en bekijken van kinderpornografisch materiaal en het downloaden en in het bezit hebben van dierenpornografische afbeeldingen. Het college verklaart de klacht gegrond. Omdat de psychotherapeut al niet meer staat ingeschreven in het BIG-register, legt het college aan hem, conform het verzoek van de inspectie, de maatregel op van ontzegging van het recht om wederom als psychotherapeut in het BIG-register te worden ingeschreven. Daarnaast legt het college aan verweerder een algemeen beroepsverbod op zoals door de inspectie verzocht, inhoudende dat verweerder geen werkzaamheden meer mag verrichten in de zorg die betrekking hebben op minderjarigen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6696

    Klagers hebben een klacht ingediend namens hun zoon (hierna: patiënt) tegen de verpleegkundig specialist (regiebehandelaar). Patiënt was al langere tijd in behandeling voor autismespectrumstoornis, syndroom van Asperger en een ernstige depressieve stoornis. In 2018 is patiënt overleden (door suïcide). Klagers verwijten de verpleegkundig specialist onder meer dat hij de klachten van patiënt onvoldoende serieus heeft genomen en teveel de nadruk heeft gelegd op groepsdeelname, onvoldoende intercollegiaal overleg heeft gehad en de risicobeoordeling van suïcide bij de psychiater had moeten neerleggen. Het college verklaart de klacht deels gegrond en legt de maatregel van een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6695

    Klagers hebben een klacht ingediend namens hun zoon (hierna: patiënt) tegen de psychiater. Patiënt was al langere tijd in behandeling voor autismespectrumstoornis, syndroom van Asperger en een ernstige depressieve stoornis. De psychiater heeft gesprekken met patiënt gevoerd in het kader van het voorschrijven van medicatie. In 2018 is patiënt overleden (door suïcide). Klagers verwijten de psychiater onder meer dat zij de klachten van patiënt onvoldoende serieus heeft genomen en teveel de nadruk heeft gelegd op groepsdeelname, niet door had mogen verwijzen naar de verpleegkundig specialist en onvoldoende intercollegiaal overleg heeft gehad. Het college verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6287

    Klager verwijt de GZ-psycholoog dat zij hem onterecht heeft overgeplaatst van een reguliere Huis van Bewaring-afdeling naar een Extra Zorg Voorziening-afdeling. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:147 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6301

    Ongegronde klacht tegen een neuroloog werkzaam in een medische kliniek. Klaagster werd door de huisarts verwezen naar de neuroloog in verband met sinds 3 maanden bestaande lage rugpijn en uitstraling naar de benen. De neuroloog heeft neurologisch onderzoek gedaan en een MRI laten verrichten. Na bespreking van de uitslag van de MRI en een tweede consult heeft de neuroloog fysiotherapie en pijnstilling voorgeschreven aan klaagster. Na verergering van de klachten werd klaagster opgenomen in het ziekenhuis waar de diagnose Guillain-Barré werd gesteld. Klaagster verwijt de neuroloog dat zij heeft nagelaten  klaagster door te sturen naar een ziekenhuis voor algeheel medisch onderzoek en onzorgvuldig heeft gehandeld ten aanzien van de familie van klaagster omdat deze haar moesten vervoeren van en naar het ziekenhuis omdat klaagster in een rolstoel zat. Het college is van oordeel dat de handelswijze van verweerster gelet op de kennis van dat moment niet onzorgvuldig was. Aan klaagster is de instructie gegeven dat zij zich bij verergering van de klachten direct moest melden, hetgeen klaagster niet heeft gedaan. Vanaf het moment dat verweerster van de anesthesioloog-pijnspecialist vernam dat de klachten van klaagster waren verergerd, heeft zij zich onmiddellijk ingespannen om een opname in het ziekenhuis te realiseren (zie ook 5.5 van de beslissing). Het onzorgvuldig handelen jegens de familie is niet onderbouwd door klaagster en is ook niet gebleken uit het medisch dossier. Klacht in al haar onderdelen ongegrond. In het kader van het algemeen belang zal deze beslissing wel worden gepubliceerd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6081

    Namens klaagsters verwijten de pleegvaders de verpleegkundig specialist dat zij (1) pleegdochter heeft meegegeven aan justitie zonder dat er nazorg was geregeld, (2) bewust de communicatie over de behandeling van pleegdochter heeft bemoeilijkt en (3) pleegdochter niet heeft doorverwezen naar een andere therapeutische behandelsetting in de periode augustus 2021-december 2021. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.