Zoekresultaten 1991-2000 van de 2448 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:195 Raad van Discipline Amsterdam 23-391/A/A

    Raadsbeslissing; klacht over de advocaat van de wederpartij deels gegrond. Verweerder blijft bij herhaling onbegrijpelijke en wisselende standpunten innemen en kan zijn standpunten niet van een deugdelijke onderbouwing voorzien. Ook kon verweerder een juridische basisvraag ter zitting niet beantwoorden. Hiermee heeft verweerder naar het oordeel van de raad de kernwaarde deskundigheid geschonden. Daarbij is de handelswijze van verweerder ook onvoldoende doelmatig is geweest. Klachtonderdelen a) en b) zijn gegrond. Klachtonderdeel c) is ongegrond. Het meermaals aansprakelijk stellen van klagers door verweerder is niet fraai, maar klagers hadden er ook voor kunnen kiezen om deze vermeende aansprakelijkheidsstellingen terzijde te schuiven. Aan verweerder wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:181 Hof van Discipline 's Gravenhage 230069D

    Dekenbezwaar. Verweerder is het niet eens met het handelen van de deken en de wijze waarop zij onderzoek doet naar zijn praktijk. Hij stelt dat bij derden aan de kaak en ziet zichzelf als klokkenluider. Verweerder gaat daarbij alle grenzen voorbij. Verweerder stuurt dreigende berichten naar de deken met daarbij derden in cc zoals haar kantoorgenoten van het advocatenkantoor en hij dreigt alle advocaten uit haar arrondissement en de pers bij hun geschil te betrekken. Verweerder ondermijnt hierdoor de toezichthoudende functie van de deken en is er enkel op gericht de deken te schaden. Verweerder laat zich daarbij niet corrigeren door toezichthouders of tuchtrechters, waardoor hij zichzelf buiten de beroepsgroep heeft geplaatst. Desgevraagd geeft verweerder aan dat hij zijn kruistocht tegen de deken niet zal staken. Bekrachtiging beslissing raad. Schrapping. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:239 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5222

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. Klaagster verwijt de neuroloog een gedwongen opname (en dat zij voor gek is verklaard), fixatie ondanks haar fracturen en toediening van dwangmedicatie. Het college overweegt dat de neuroloog op afstand was betrokken bij de zorg voor klaagster, als supervisor van de physician assistant. De neuroloog kon zich vinden in het besluit tot gedwongen opname, maar was niet bij de besluitvorming betrokken. Klaagster werd gedwongen opgenomen vanwege haar tijdelijke verwardheid die voortkwam uit een kwetsbaar brein, wat werd veroorzaakt door een aantal fysieke aandoeningen. Dit betekent dat haar brein door ziekte tijdelijk ontregeld was en dat zij daarvoor psychiatrische hulp nodig had. Door die verwardheid stond zij daarvoor op dat moment niet open. Dit wil niet zeggen dat zij daarmee voor gek is verklaard. Het college kan het begrijpen dat klaagster, ondanks haar verwondingen, is gefixeerd om haar het weglopen te verhinderen en de veiligheid te garanderen. Het toedienen van dwangmedicatie was gerechtvaardigd vanwege het gevaar van complicaties van de fixatie. Opgemerkt wordt dat de neuroloog het wel eens was met de maatregelen maar dat hij de beslissingen daartoe niet heeft genomen. Aangezien het college van oordeel is dat beide maatregelen gerechtvaardigd waren, kan de neuroloog – ook als eindverantwoordelijke – hiervan geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:146 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1864

    Klacht tegen tandarts. Het gaat om de plaatsing van een brug door de tandarts bij klaagster. Volgens klaagster heeft de tandarts schade toegebracht met de boor aan haar kaakbot (klachtonderdeel 1). Daarnaast meent klaagster dat de zorg rondom de plaatsing van de brug tekort is geschoten (2), dat het dossier niet compleet is (3) en dat niet op de juiste wijze is gefactureerd (4). Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel 1 ongegrond, de klachtonderdelen 2, 3 en 4 gegrond en legt aan de tandarts de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat alleen klachtonderdeel 2 gegrond is, omdat van de tandarts meer inspanning verwacht had mogen worden om de brug te plaatsen. De maatregel van waarschuwing blijft in stand. 

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:196 Raad van Discipline Amsterdam 23-267/A/A

    Raadsbeslissing; De klacht is ongegrond. Van schending van gedragsregel 22 is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:197 Raad van Discipline Amsterdam 23-273/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat in een cassatieprocedure. Verweerster heeft haar cassatieadvies niet op een verwijtbaar laat moment afgegeven en het valt haar niet aan te rekenen dat klagers cassatieberoep niet-ontvankelijk is verklaard, vanwege het niet indienen van een cassatieschriftuur. Hoewel het cassatieadvies maar kort voor het verlopen van de cassatietermijn is gegeven, heeft verweerster genoegzaam onderbouwd dat het verkrijgen van een second opinion, zo mogelijk gevolgd door het tijdig indienen van een cassatieschriftuur, zeker nog redelijkerwijs mogelijk was geweest. Verweerster heeft zich in dat verband ook nog ingespannen klager te helpen bij het vinden van een andere advocaat voor het geven van een second opinion. Ook valt verweerster niet te verwijten dat zij geen uitstel heeft willen vragen bij de Hoge Raad voor het indienen van het cassatieschriftuur. Omdat verweerster zelf, na bestudering van de zaak van klager, een negatief cassatieadvies had uitgebracht, was het naar het oordeel van de raad begrijpelijk dat verweerster het standpunt innam dat zij niet op goede gronden kon overgaan tot het vragen van uitstel.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:20 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/48

    Bij de totstandkoming van de notariële geldleningsovereenkomst tussen klaagster en haar ex-partner is de notaris verwijtbaar tekortgeschoten in zijn zorg-, informatie-/Belehrungs- en onderzoeksplicht jegens klaagster. Er was onvoldoende waarborg aanwezig om mogelijk ongewenste beïnvloeding en mogelijk misbruik van juridische onkunde en feitelijk overwicht door de ex-partner tegen te gaan. Aan de notaris is de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:240 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5300

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat hij betrokken was bij een – in haar ogen – ten onrechte aangevraagde zorgmachtiging. Ook zou hij ten onrechte haar vrijwillige opname van een week niet hebben verlengd. De psychiater heeft aangevoerd dat de stukken met betrekking tot aanvraag van de zorgmachtiging op geen enkele wijze blijk geven van enige betrokkenheid van zijn kant. Het college onderschrijft dit. De psychiater heeft verder uiteengezet dat hij als geneesheer-directeur klaagsters bezwaar tegen het ontslag ongegrond heeft verklaard. Het betrof een time-out van één week, die niet werd verlengd vanwege het groepsontwrichtende en onhandelbare gedrag van klaagster. Het college ziet geen reden om aan de zorgvuldigheid van het besluit van de psychiater te twijfelen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:198 Raad van Discipline Amsterdam 23-130/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:21 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/5

    Klagers verwijten de notaris dat zij:1. onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van erflater toen zij op 15 maart 2019, 9 september 2019 en 4 juni 2020 zijn testamenten passeerde;2. onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de juistheid van de op 15 oktober 2020 door Y afgegeven ruimschoots-verklaring ten aanzien van erflaters nalatenschap;3. ten onrechte de op 29 oktober 2020 opgemaakte verklaring van erfrecht ten aanzien van erflaters nalatenschap heeft afgegeven.Een van de klagers is een VOF. Deze klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in de klacht, omdat de VOF geen indirect of afgeleid belang heeft bij de klacht. De kamer acht een rechtstreeks, een indirect of afgeleid (financieel) belang van de overige klagers bij de klachtonderdelen 2 en 3 evenmin aanwezig. Zij worden daarom niet-ontvankelijk verklaard in de klachtonderdelen 2 en 3. De klacht wordt voor het overige ongegrond verklaard.