Zoekresultaten 1981-1990 van de 2448 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:241 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam a2023/5455

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat hij niet op juiste wijze met een rechterlijke machtiging is omgegaan en haar niet op juiste wijze heeft behandeld. Daarnaast verwijt zij de psychiater dat medicijnen hebben geleid tot een grote gewichtstoename en dat zij onnodig vaak in de separeercel heeft moeten verblijven. Naar het oordeel van het college is de gemaakte keuze voor een depot met de onderhavige omvang er één die gelet op de geestelijke gezondheidssituatie van klaagster zonder meer voor de hand lag. De psychiater heeft onderkend dat deze behandeling kon leiden tot een gewichtstoename bij klaagster. Dit heeft hij meegewogen en hij heeft klaagster hierover geïnformeerd. Uit het dossier van klaagster volgt dat de psychiater bovengemiddelde aandacht voor klaagster heeft gehad. Niet is gebleken dat de psychiater bij het feitelijk overbrengen van klaagster naar de separeercel betrokken is geweest. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:199 Raad van Discipline Amsterdam 23-218/A/NH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:256 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-315/AL/MN

    Klaagster is niet-ontvankelijk in de meeste verwijten over de kwaliteit van de dienstverlening van haar toenmalige (inmiddels ex) advocaat omdat deze door haar buiten de wettelijke driejaarstermijn zijn ingediend. Het enige wel ontvankelijke verwijt is ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:179 Hof van Discipline 's Gravenhage 230094

    Klacht tegen advocaat die op grond van artikel 509c Sv is aangewezen ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:257 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-376/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:144 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1834

    Klacht tegen een oogarts. Klager heeft zich met visusklachten in 2019 voor het eerst gewend tot de kliniek waar de oogarts werkzaam is. Daar is een staaroperatie aan het rechteroog afgesproken, welke afspraak later door klager is afgezegd. Begin september 2021 is klager opnieuw in de kliniek gezien wegens slechter zien, met name van het rechteroog. Bij onderzoek werd beiderzijds naast een visusafwijking ook staar vastgesteld. Klager heeft in oktober 2021 een staaroperatie aan het rechteroog ondergaan en in november 2021 aan het linkeroog. De oogarts heeft beide operaties uitgevoerd. Klager verwijt de oogarts dat hij bij de eerste operatie geen acht heeft geslagen op de medicatielijst en hem een verkeerd medicijn heeft voorgeschreven, waardoor klager ’s nachts een neusbloeding heeft gekregen. Daardoor is hij bijna gestikt. Verder heeft de oogarts volgens klager bij de tweede operatie een verkeerde lens geplaatst. Die lens functioneert niet, omdat die geen cilinder heeft, ondanks dat in het oog een cilindrische afwijking was vastgesteld. Klager heeft klachten van trilling en wazig zien, en slechter zicht dan voor de operatie. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:180 Hof van Discipline 's Gravenhage 230080

    Klacht over eigen advocaat in letselschadezaak. Verweerder was onbereikbaar voor klager en heeft klager onvoldoende op de hoogte gehouden van de stand van zaken in het dossier. Het hof heeft een andere reikwijdte van de klachtomschrijving vastgesteld dan de raad. Verweerder heeft in het verleden al meerdere maatregelen opgelegd gekregen voor slechte bereikbaarheid voor de cliënt en gebrekkige informatieverstrekking. Verweerder beseft blijkbaar niet dat het voor adequate en op de cliënt toegespitste rechtsbijstand van fundamenteel belang is goed en frequent te communiceren. Verder wordt maatregel verlicht om de maatregel zodat die in lijn is met de maatregeloplegging in vergelijkbare zaken. Schorsing 6 weken, waarvan 3 voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:258 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-394/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:238 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5221

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een physician assistant. Klaagster verwijt de physician assistant een gedwongen opname (en dat zij voor gek is verklaard), fixatie ondanks haar fracturen en toediening van dwangmedicatie. Het college overweegt dat de physician assistant niet over de gedwongen opname heeft beslist. Klaagster werd gedwongen opgenomen vanwege haar tijdelijke verwardheid die voortkwam uit een kwetsbaar brein, wat werd veroorzaakt door een aantal fysieke aandoeningen. Dit betekent dat haar brein door ziekte tijdelijk ontregeld was en dat zij daarvoor psychiatrische hulp nodig had. Door die verwardheid stond zij daarvoor op dat moment niet open. Dit wil niet zeggen dat zij daarmee voor gek is verklaard. Het college kan begrijpen dat klaagster, ondanks haar verwondingen, is gefixeerd om haar weglopen te verhinderen en de veiligheid te garanderen. De psysician assistant was het eens met de maatregelen maar heeft de beslissing daartoe niet genomen. Het college is van oordeel dat het toedienen van dwangmedicatie gerechtvaardigd was vanwege het gevaar van complicaties van de fixatie. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:145 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1845

    Klacht tegen een oogarts. Begin oktober 2021 heeft klaagster in het kader van haar regulierebehandeling door een collega van de oogarts een injectie in haar oog gekregen. De oogarts heeft klaagster halverwege oktober 2021 gezien in verband met klachten die zij had met betrekking tot vlekken in haar gezichtsveld. Klaagster is ontevreden over dit consult. Klaagster verwijt de oogarts ten eerste het ontstaan van een oogontsteking door een injectie met een besmette naald en ten tweede dat hij klaagster niet serieus heeft genomen: zij kon pas halverwege oktober 2021 bij hem terecht, hij adviseerde haar paracetamol te nemen tegen de onhoudbare pijn, vond het niet nodig om actie te ondernemen op de klacht dat klaagster niks meer zag en heeft anders dan hij beweert geen OCT-scan gemaakt. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.