Zoekresultaten 671-680 van de 691 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2023:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/3998

    Klaagster is dementerend en opgenomen in de zorginstelling waar verweerder als verpleegkundig specialist werkte. Na een val uit bed had klaagster pijn aan haar schouder en arm. Vanwege het afgesproken terughoudend beleid kreeg klaagster eerst enkel pijnmedicatie. Uiteindelijk is klaagster ruim twee weken later in het ziekenhuis onderzocht. De arm bleek uit de kom en klaagster is geopereerd. Het college komt tot het oordeel dat verweerder enkel onzorgvuldig heeft gehandeld als het gaat om het tijdstip van het insturen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:202 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4667

    Deels gegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Klager heeft meerdere klachten over beoordeling door de verzekeringsarts en de verslaglegging daarvan. Ook verwijt klager de verzekeringsarts dat zij geen gehoor heeft gegeven aan zijn verzoek tot inzage van de medische rapportage voorafgaand aan de beslissing in de bezwaarprocedure. Het recht van klager op inzage en correctie van feitelijke onjuistheden vindt zijn grondslag in artikel 8 lid 2 en 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming. De betrokkene moet dit recht wel actief inroepen. Dat klager dit heeft gedaan tijdens het spreekuur staat niet ter discussie. Ook als klager zich tijdens het spreekuur onbeleefd of intimiderend heeft gedragen doet dit aan zijn recht op inzage en correctie niets af. Vanaf het moment dat klager uitsprak de rapportage in te willen zien, lag het op de weg van de verzekeringsarts om dit verzoek te honoreren. Klacht in zoverre gegrond verklaard en voor het overige ongegrond. Het college volstaat met de enkele constatering dat de verzekerings­arts klager actiever had moeten begeleiden in zijn verzoek om inzage vooraf van de rapportage. Klacht deels gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2022:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven E2021/3557

    Voorzittersbeslissing tegen een huisarts. De klacht is ingediend door de zoon van een patiënte en heeft betrekking op haar behandeling. Er is niet gebleken dat de patiënte wilsonbekwaam is. De patiënte heeft schriftelijk verklaard dat zij klager geen toestemming heeft gegeven om namens haar tegen de huisarts bij het college een klacht in te dienen. De handtekening op de verklaring is identiek aan die op het identiteitsbewijs van de patiënte en niet aan de handtekeningen op het klaagschrift, bij het identiteitsbewijs en op de machtiging. Laatstgenoemde drie stukken heeft klager het college toegestuurd. Daaruit kan worden afgeleid dat de patiënte niet instemt met (voortzetting van) de klacht door klager. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:199 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5127

    Deels gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft onzorgvuldig gehandeld door de destijds vierjarige dochter van klaagster niet te onderzoeken na een val van een klimrek. Hiermee heeft de tandarts in strijd met de KNMT-richtlijn voor spoedgevallen buiten reguliere openingstijden gehandeld. De tandarts had naar het oordeel van het college de dochter van klaagster moeten zien om zo te komen tot een goede inschatting van de ernst van de situatie. Het is niet aannemelijk geworden dat sprake zou zijn van zwaarwegende gronden om de dochter van klaagster niet direct te zien. Het komt niet vast te staan dat de tandarts een verkeerd advies heeft gegeven. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5364

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft bij klaagster een bleekbehandeling uitgevoerd. Klaagster heeft na de behandeling aangezichtspijn gekregen. De tandarts heeft voldaan aan informed consent door klaagster vooraf te informeren over de bleekbehandeling door een informatieblad mee te geven. De tandarts heeft klaagster niet hoeven informeren of waarschuwen over het risico op aangezichtspijn, omdat dat gaat om een onbekende, in de literatuur niet omschreven complicatie. Dat de tandarts de bleekbehandeling niet juist heeft uitgevoerd komt niet vast te staan. De tandarts heeft klaagster voldoende nazorg geboden door klaagster na twee maanden naar een kaakchirurg te verwijzen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:201 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5195

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Het is niet vast komen te staan dat de tandarts onherstelbare schade aan de voortanden van klaagster heeft veroorzaakt bij het verwijderen van lijmresten van een verwijderde spalk. De tandarts heeft aangegeven dat er sprake was van onvoldoende mondhygiëne en ontstoken tandvlees. In die situatie kan het voorkomen dat er gevoeligheid en bloeding optreden. Dit betekent niet dat er daarmee onherstelbare schade aan de tanden is ontstaan. Omdat de lezingen uiteenlopen kan het college niet exact vaststellen hoe een en ander is verlopen gedurende de afspraak. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:128 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1848

    Klacht tegen fysiotherapeut. Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat hij tijdens een reguliere behandeling zonder haar toestemming seksueel grensoverschrijdende handelingen bij haar heeft verricht. De fysiotherapeut ontkent dit. Het Regionaal Tuchtcollege neemt als vaststaand aan dat de fysiotherapeut bij klaagster een inwendige (vaginale) handeling heeft verricht. Dat college laat in het midden of die handeling seksueel gericht was dan wel gericht was op behandeling van klaagster. Hoe dan ook staat vast dat klaagster hiervoor geen toestemming had gegeven. Het Regionaal Tuchtcollege concludeert dat de fysiotherapeut de zorgvuldigheids- en integriteitsnormen vergaand heeft overschreden en legt de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de fysiotherapeut tegen deze beslissing. Naar het oordeel van dit college was de inwendige handeling seksueel van aard. Het Centraal Tuchtcollege acht bovendien aannemelijk dat de fysiotherapeut ook andere handelingen met een seksueel karakter heeft verricht. De doorhaling van de inschrijving in het BIG-register blijft gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:129 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1802

    Klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog is in de periode waar de klacht op zietwerkzaam in het ziekenhuis, waar zij het nichtje van klager psychologisch heeft onderzocht. Het nichtje was naar de gz-psycholoog verwezen voor onderzoek in verband met obstipatieklachten, angst om te poepen en fecale incontinentie. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft de gz-psycholoog een melding gedaan bij Veilig Thuis. Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij hem heeft beschuldigd van grensoverschrijdende handelingen (misbruik) bij zijn nichtje. Deze beschuldigingen heeft de gz-psycholoog geuit naar klager’s zus en zwager, de ouders van het nichtje.  Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet ontvankelijk verklaard omdat hij niet aangemerkt kan worden als rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 65, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet BIG. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager wel ontvankelijk. Klager wordt door de gz-psycholoog genoemd als mogelijke verrichter van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dit geeft hem een belang om op te komen tegen het handelen van de gz-psycholoog. Het Centraal Tuchtcollege doet de zaak zelf af en verklaart de klacht ongegrond, omdat de gz-psycholoog zorgvuldig de stappen van de meldcode heeft doorlopen.. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:198 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4808

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klager verbleef in een Penitentiaire Inrichting in afwachting van een overlevering. Na de overlevering is klager overleden aan de gevolgen van een rectumcarcinoom. De onderhavige klacht is door klager ingediend en na zijn overlijden door zijn echtgenote en dochter voortgezet. Het verwijt dat aan de medische dienst van de PI – aan de verpleegkundig specialist in het bijzonder – gemaakt wordt is dat zijn buik(pijn)klachten lange tijd zijn genegeerd en niet serieus zijn genomen. De verpleegkundig specialist heeft als verweer gevoerd dat klager tegen haar uitsluitend tijdens één consult buikpijnklachten heeft gemeld, en dat haar niet kan worden verweten dat de tumor bij klager niet eerder is ontdekt. Op grond van het dossier kan niet worden vastgesteld dat de verpleegkundig specialist klachten heeft genegeerd dan wel meer had kunnen of moeten doen dan zij heeft gedaan. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:197 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5147

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige wordt verweten dat hij zich grensoverschrijdend seksueel heeft gedragen tegenover een kwetsbare patiënte die aan zijn zorg was toevertrouwd en dat hij medicatie heeft ontvreemd en aan de patiënte heeft verstrekt. De verpleegkundige heeft de hem verweten gedragingen bekend. Het college verklaart de klacht gegrond en legt de maatregel van schorsing op voor de duur van 12 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden. Publicatie.