ECLI:NL:TGZRAMS:2023:201 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5195
ECLI: | ECLI:NL:TGZRAMS:2023:201 |
---|---|
Datum uitspraak: | 15-08-2023 |
Datum publicatie: | 15-08-2023 |
Zaaknummer(s): | A2022/5195 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | Ongegrond, kennelijk ongegrond |
Inhoudsindicatie: | Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Het is niet vast komen te staan dat de tandarts onherstelbare schade aan de voortanden van klaagster heeft veroorzaakt bij het verwijderen van lijmresten van een verwijderde spalk. De tandarts heeft aangegeven dat er sprake was van onvoldoende mondhygiëne en ontstoken tandvlees. In die situatie kan het voorkomen dat er gevoeligheid en bloeding optreden. Dit betekent niet dat er daarmee onherstelbare schade aan de tanden is ontstaan. Omdat de lezingen uiteenlopen kan het college niet exact vaststellen hoe een en ander is verlopen gedurende de afspraak. Klacht kennelijk ongegrond verklaard. |
A2022/5195
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM
Beslissing in raadkamer van 15 augustus 2023 op de klacht van:
A,
wonende te B, klaagster,
tegen
C,
tandarts, werkzaam te D,
verweerster, hierna ook: de tandarts.
1. Waar gaat de zaak over?
1.1 Op 22 november 2022 kwam klaagster bij de tandarts voor een controle en om lijmresten
van een
niet meer aanwezige spalk te laten verwijderen. Klaagster verwijt de tandarts dat
zij onherstelbare
schade aan de voortanden van klaagster heeft veroorzaakt en dat zij een traumatische
ervaring in de
behandelstoel heeft meegemaakt. De tandarts voert verweer.
1.2 Het college komt tot het oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. ‘Kennelijk’
betekent
dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat duidelijk is
dat de klacht
niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het tot deze beslissing
is
gekomen.
2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 8 december 2022;
- het verweerschrift;
- de brief van de tandarts met als bijlage de patiëntenkaart van klaagster, ontvangen
op 22
februari 2023.
2.2 De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris
van het
college in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik
gemaakt.
2.3 Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college
de zaak
beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig
waren.
3. Wat is er gebeurd?
3.1 Klaagster belde de tandarts met de vraag of zij patiënt kon worden in haar praktijk.
Klaagster gaf daarbij aan dat zij, naast een periodieke controle, ook de lijmresten
van een niet
meer aanwezige spalk wilde laten verwijderen. De afspraak werd vervolgens ingepland
op 22 november
2022.
3.2 De tandarts voerde tijdens de afspraak eerst een controle uit, waarbij de mondhygiëne
van
klaagster ter sprake kwam en de tandarts een mondhygiëne-instructie gaf met een tandenstoker.
Hierna verwijderde de tandarts de lijmresten (composiet) van de niet meer aanwezige
spalk achter de
voortanden van klaagster. Ook haalde zij tandsteen weg tussen de voortanden.
3.3 Op 24 november 2022 kwam klaagster zonder afspraak naar de praktijk van de tandarts
omdat zij
ontevreden was over de uitgevoerde behandeling. De situatie escaleerde en de tandarts
heeft
klaagster gesommeerd de praktijk te verlaten.
4. De klacht en de reactie van de tandarts
4.1 Klaagster verwijt de tandarts dat zij:
a) onherstelbare schade aan de voortanden van klaagster heeft veroorzaakt waardoor
klaagster last
heeft van gevoeligheid en pijn aan de voortanden en
b) heeft gezorgd voor een traumatische ervaring voor klaagster in de behandelstoel.
4.2 De tandarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
4.3 Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.
5. De overwegingen van het college
Welke criteria gelden bij de beoordeling?
5.1 De vraag is of de tandarts de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht
worden. De norm
daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende tandarts. Bij de beoordeling
wordt rekening
gehouden met de voor de tandarts geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.
5.2 Het college oordeelt dat de tandarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
Hieronder licht het college dat toe.
Klachtonderdeel a) onherstelbare schade voortanden
5.3 Volgens klaagster heeft de tandarts zonder reden de gezonde voortanden van klaagster
gevijld
en heeft dit geleid tot onherstelbare schade, zoals gevoeligheid, pijn en slapeloosheid.
De
tandarts voert aan dat zij enkel de lijmresten van de niet meer aanwezige spalk en
tandsteen heeft
verwijderd met verschillend instrumentarium.
5.4 Het college overweegt als volgt. Het college kan op basis van het dossier niet
vaststellen
dat de tandarts bij het verwijderen van de lijmresten de voortanden van klaagster
heeft beschadigd.
De tandarts geeft aan dat er sprake was van onvoldoende mondhygiëne en ontstoken tandvlees.
In die
situatie ligt het voor de hand dat er bij het verwijderen van lijmresten en tandsteen
gevoeligheid
en bloeding optreedt. Dit betekent niet dat er daarmee onherstelbare schade aan de
tanden is
ontstaan. Klaagster heeft dit klachtonderdeel verder niet onderbouwd. Het klachtonderdeel
is daarom
ongegrond.
Klachtonderdeel b) traumatische ervaring
5.5 Klaagster verwijt de tandarts dat zij heeft gezorgd voor een traumatische ervaring
voor
klaagster in de behandelstoel. Zo zou zij met veel geweld een tandenstoker tussen
de tanden van
klaagster hebben geduwd. Volgens klaagster kwam hierbij veel bloed vrij en schreeuwde
zij het uit
van de pijn. De tandarts voert aan dat klaagster op geen enkele wijze heeft aangegeven
dat zij pijn
had tijdens de mondhygiëne-instructie. Na de mondhygiëne- instructie verzocht klaagster
de tandarts
te beginnen met het verwijderen van de lijmresten, aldus de tandarts.
5.6 Het college kan in dit geval niet exact vaststellen hoe een en ander is verlopen
gedurende de
afspraak. Het is vaste tuchtrechtspraak dat in een geval als dit, waarbij sprake is
van het woord
van de één tegen dat van de ander, geen oordeel door het college kan worden gevormd.
Aan het woord
van de één kan immers niet meer waarde worden gehecht dan aan het woord van de ander.
Nu niet kan
worden vastgesteld dat de tandarts klachtwaardig heeft gehandeld, is dit klachtonderdeel
ongegrond.
Slotsom
5.7 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat beide onderdelen van de klacht kennelijk
ongegrond
zijn.
6. De beslissing
De klacht is in beide onderdelen kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is gegeven op 15 augustus 2023 door J.T.W. van Ravenstein, voorzitter,
E.M. Deen,
lid-jurist, H.C. van Renswoude, E.C.L. Fritschy en R. Müller, leden-beroepsgenoten,
bijgestaan door E.A. Weiland, secretaris.