ECLI:NL:TGZRAMS:2023:200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5364

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2023:200
Datum uitspraak: 15-08-2023
Datum publicatie: 15-08-2023
Zaaknummer(s): A2022/5364
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft bij klaagster een bleekbehandeling uitgevoerd. Klaagster heeft na de behandeling aangezichtspijn gekregen. De tandarts heeft voldaan aan informed consent door klaagster vooraf te informeren over de bleekbehandeling door een informatieblad mee te geven. De tandarts heeft klaagster niet hoeven informeren of waarschuwen over het risico op aangezichtspijn, omdat dat gaat om een onbekende, in de literatuur niet omschreven complicatie. Dat de tandarts de bleekbehandeling niet juist heeft uitgevoerd komt niet vast te staan. De tandarts heeft klaagster voldoende nazorg geboden door klaagster na twee maanden naar een kaakchirurg te verwijzen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

A2023/5364

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM

Beslissing in raadkamer van 15 augustus 2023 op de klacht van:

A,
wonende te B, klaagster,

tegen

C,
tandarts, werkzaam te D,
verweerster, hierna ook: de tandarts,
gemachtigde: mr. E.J.C. de Jong, werkzaam te Utrecht.

1. De zaak in het kort
1.1   De tandarts heeft op 8 maart 2018 een bleekbehandeling uitgevoerd bij klaagster (geboren 28 
februari 1963). Klaagster is niet tevreden over de behandeling en de nazorg.

1.2   Het college komt tot het oordeel dat de klacht ontvankelijk is, maar kennelijk ongegrond. 
‘Kennelijk’ betekent dat het niet nodig is om nog vragen aan de partijen te stellen en dat 
duidelijk is dat de klacht niet gegrond kan worden verklaard. Hierna licht het college toe hoe het 
tot deze beslissing is gekomen.

2. De procedure
2.1  Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
-  het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 8 februari 2023;
-  het verweerschrift met de bijlagen;
-  een e-mail van klaagster van 8 mei 2023 met bijlagen;
-  het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek, gehouden op 16 mei 2023.

2.2   Het college heeft de klacht in raadkamer behandeld. Dit betekent dat het college de zaak 
beoordeeld heeft op basis van de stukken, zonder dat de partijen daarbij aanwezig
waren.

3. De feiten
3.1   Klaagster is van 2005 tot en met 2018 patiënt geweest in de praktijk van de tandarts. 
Klaagster en de tandarts zagen elkaar ook in de privésfeer. In april 2008 liet klaagster tijdens 
een consult weten dat ze haar tanden wilde bleken. Tijdens een afspraak op 23 januari 2018 is het 
bleken weer ter sprake gekomen. In het dossier is die dag, voor zover hier van belang, het volgende 
aangetekend: “informatieblad bleken meegegeven”.

3.2   De bleekbehandeling is op 8 maart 2018 uitgevoerd. In het dossier staat daarover het volgende 
(alle citaten voor zover van belang en inclusief eventuele typ- en taalfouten):

“e97 2 (E97) 
Uitwendig bleken per kaak
13e45 1 (E45) Aanbrengen rubberdam 23e45 1 (E45) Aanbrengen rubberdam 33e45 1 (E45) Aanbrengen 
rubberdam 43e45 1 (E45) Aanbrengen rubberdam
vrij 1 kleur bij aanvang bleken A3,5, nu A1/A2 vrij 1 gingiva 14 t/m 24 en 34 t/m 44 afgedekt LC 
vloeibare cofferdam, recessies goed bedekt
alles goed afgeschermd met gazen ,lippen ingesmeerd met dik vaseline bijtblokje met wanghouders in,
gebleekt met 6 % waterstofperoxide fluor applicatie, kleurloze fluor instructie eten , drinken”

3.3   Na de bleekbehandeling is klaagster meerdere keren terug geweest bij de tandarts omdat zij 
klachten had. In het dossier staat daarover het volgende:
“13-03-2018 (…) pat last warm en koud. De eerste dagen normaal verloop van de klachten.Duraphat 
aangebracht en sensodyne mee
29-03-2018 (…) nog steeds last, duraphat aangebracht, instructie softpicks, gingiva iets gezwollen 
in onderfront
09-04-2018 (…) heeft vreselijke last met warm en koud , duraphat
Opgezocht wat mogelijke oorzaken kunnen zijnvan deze klachten na het bleken:
spoelen met listerine, knarsen, de hele tijd lucht tussen elementen persen, zure dranken. Patient 
geeft aan al deze dingen niet te doen.
10-04-2018 (…) duraphat, lijkt iets minder gevoelig geworden.
11-04-2018 (…) nog een keer fluorbehandeling, spullen mee voor thuis applicatie. Afgesproken bij 
persisterende klachten retour.
07-05-2018 (…) heel erg gevoelig de hele dag, OPT, geen afwijkingen. getest met chloorethyl. 14 t/m 
24
34 t/m 44 , alle elementen reageren normaal, koude wordt gevoeld , het koude gevoel verdwijnt 
binnen 10 seconden na applicatie chloorethyl.
nw fluoride applicatie, gebitsbeschermer mee voor overdag.

Morgen retour, lijkt op neuralgiforme pijnen Dan verwijzing kaakchirurg maken.
07-05-2018 (…) (X21) Kaakoverzichtfoto
08-05-2018 (…) pat. geeft aan minder pijn te ervaren.heeft goed geslapen vannacht en ziet er weer 
beter uit Nog een keer voco fl. appl. Van alles meegegeven voor thuisappl.
Verwijzing kaakchirurg.
08-05-2018 (…) geen rekening gestuurd voor alle consulten en OPT
15-05-2018 (…) Pat. belde op. Bij de kaakchirurg in D, kon mw. pas op 07-06-2018 terecht. Advies E, 
gezegd bellen als het niet lukt om afspraak op korte termijn te maken,dan zullen wij contact 
opnemen.
A kan a.s. donderdag terecht. Pat. blij met advies E, heeft teruggebeld om dit te melden , 
28-05-2018 (…) decl 127452 i.o.m. C, gestopt i.v.m. aanhoudende klachten na bleken”

3.4   Vanaf 17 mei 2018 heeft klaagster vele malen een kaakchirurg bezocht. Op 19 september 2018 
heeft zij de tandarts per brief laten weten dat zij is overgestapt naar een andere tandarts vanwege 
“de door de bleekbehandeling bij [haar] ontstane aangezichtspijnen en de wijze van nazorg.” Op 19 
februari 2022 heeft klaagster de tandarts aansprakelijk gesteld voor de door haar uitgevoerde 
behandeling en de daardoor door klaagster geleden en nog te lijden schade. De tandarts heeft de 
aansprakelijkheid afgewezen.

3.5  De praktijk van de tandarts is ISO-gecertificeerd.

4. De klacht en de reactie van de tandarts
4.1  Klaagster verwijt de tandarts dat zij:
a) haar onjuiste, althans onvolledige informatie heeft verstrekt over de aan een bleekbehandeling 
verbonden risico’s en dat dus geen sprake was van ‘informed consent’;
b) zich noch vooraf, noch tijdens de behandeling heeft gedragen als een goed beroepsbeoefenaar – 
onder meer conform het Kwaliteitskader van de KNMT - betaamt;
c) de bleekbehandeling feitelijk onjuist heeft uitgevoerd.

4.2  De tandarts heeft de stellingen van klaagster gemotiveerd weersproken en het college verzocht 
de klacht ongegrond te verklaren.

4.3  Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college

Welke criteria gelden bij de beoordeling?
5.1   De vraag is of de tandarts de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht worden. De norm 
daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende tandarts. Bij de beoordeling wordt rekening 
gehouden met de voor de tandarts geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.

5.2  Het college oordeelt dat de tandarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Klachtonderdeel a) geen informed consent
5.3   Klaagster stelt dat de bleekbehandeling hevige irritatie van haar tandzenuwen tot gevolg 
heeft gehad, waardoor zij sindsdien aan trigeminusneuralgie (aangezichtspijn) lijdt. Volgens 
klaagster heeft de tandarts niet voldaan aan haar informatieplicht nu ze klaagster niet heeft 
gewaarschuwd voor het risico op deze klachten. De tandarts stelt dat zij niet bekend is met de 
mogelijkheid dat aanhoudende aangezichtspijnen ontstaan als gevolg van een bleekbehandeling en dat 
zij in de literatuur ook geen aanwijzingen hiervoor heeft gevonden. Het college benadrukt dat zij 
zich niet zal uitspreken over een eventueel causaal verband tussen de door de tandarts uitgevoerde 
bleekbehandeling en de medische klachten van klaagster. Wel overweegt het college dat het wat de 
aanhoudende aangezichtspijnen betreft gaat om een onbekende, in de literatuur niet omschreven 
complicatie. Dat de tandarts klaagster hier niet voor heeft gewaarschuwd acht het college dan ook 
niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.

5.4   Volgens klaagster heeft zij voor de behandeling geen inhoudelijke informatie gekregen anders 
dan over de wijze en duur van de behandeling. Ook stelt zij dat zij alleen een brochure van de 
leverancier van de bleekapparatuur heeft ontvangen en dat de tandarts heeft gezegd dat aan de 
behandeling geen enkel risico verbonden was. De tandarts heeft deze stellingen van klaagster 
gemotiveerd weersproken. De tandarts stelt dat zij klaagster op 23 januari 2018 het informatieblad 
“Procedure behandeling bleken” heeft meegegeven, welke stelling wordt ondersteund door een 
screenshot van het dossier. Het college ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van 
dit verweer en gaat er dus vanuit dat klaagster inderdaad op 23 januari 2018 het informatieblad 
over bleken heeft meegekregen. In dit informatieblad staat informatie over de voorbereiding en 
uitvoering van de behandeling, kosten en duur van de behandeling en instructies over eten en 
drinken erna. En: “Sommige patiënten hebben tijdens de behandeling last van gevoelige tanden, 
speekselvorming of juist een droge mond. Heel af en toe voelt de patiënt direct na afloop van de 
behandeling lichte tintelingen die eigenlijk altijd vanzelf verdwijnen.”

5.5   Een en ander leidt tot het oordeel dat de tandarts aan haar informatieplicht heeft voldaan. 
Klachtonderdeel a is dan ook ongegrond.

Klachtonderdeel b) en c) niet gedragen als goed beroepsbeoefenaar en onjuiste uitvoering
5.6  Omdat de klachtonderdelen b) en c) met elkaar samenhangen zal het college deze 
klachtonderdelen gezamenlijk behandelen.

5.7   Volgens klaagster ontstonden vrijwel onmiddellijk na het aanbrengen van de bleekgel en het 
starten van de behandeling met ledlicht pijnklachten. De tandarts heeft daar volgens klaagster niet 
adequaat op gereageerd. Klaagster stelt dat de behandeling in een later stadium op haar 
uitdrukkelijke verzoek is afgebroken.

5.8   De tandarts stelt dat klaagster tijdens de behandeling geen bijzondere klachten aangaf en dat 
zij niet zelf heeft gevraagd om de behandeling te staken. Klaagster zou volgens de tandarts aan het 
einde van de bleekbehandeling hebben aangegeven dat het wat tintelde, wat volgens de tandarts niet 
uitzonderlijk is. De tandarts heeft aangevoerd dat zij klaagster heeft behandeld volgens het 
interne protocol “Uitwendig bleken” en dat zich geen bijzonderheden hebben voorgedaan. Dit verweer 
wordt ondersteund door wat in het dossier is beschreven en een verklaring van de assistente die 
tijdens de bleekbehandeling aanwezig was.

5.9   Klaagster heeft haar stellingen dat de tandarts zich niet heeft gedragen als een goed 
beroepsbeoefenaar en de behandeling onjuist heeft uitgevoerd verder niet onderbouwd. Het college 
kan uit wat klaagster en de tandarts hebben aangevoerd niet afleiden dat de tandarts de 
bleekbehandeling niet conform de daarvoor geldende normen heeft uitgevoerd.

5.10  Uit het dossier blijkt dat de tandarts voldoende nazorg heeft geboden toen klaagster na de 
bleekbehandeling meldde dat zij klachten had. Toen dit na twee maanden niet voldoende hielp heeft 
de tandarts klaagster tijdig naar een kaakchirurg verwezen. Het college is van oordeel dat de 
tandarts heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend tandarts verwacht mag 
worden. Ook de klachtonderdelen b) en c) zijn dus ongegrond.

Slotsom
5.11  Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht kennelijk ongegrond 
zijn.

6. De beslissing
De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 15 augustus 2023 door J.T.W. van Ravenstein, voorzitter, E.M. Deen, 
lid-jurist, H.C. van Renswoude, E.C.L. Fritschy en R. Müller, leden-beroepsgenoten,
bijgestaan door E.A. Weiland, secretaris.