Zoekresultaten 1011-1020 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:39 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1981

    Klacht tegen een arts. Klager is van opvatting dat de arts geen goede diagnose heeft gesteld en fouten heeft gemaakt, met grote negatieve gevolgen voor klagers gezondheid en zijn persoonlijke omstandigheden. Meer in het bijzonder verwijt hij de arts dat hij ten onrechte heeft geweigerd de Benutbare Mogelijkheden Lijst (BML) aan te passen, en de afgegeven second opinion heeft genegeerd. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat het aanvullend onderzoek - in aanvulling op het onderzoek twee dagen eerder - voldoende basis vormt voor het besluit om geen nadere of aangepaste BML op te stellen, en voor de conclusie dat er benutbare mogelijkheden zijn. Dat de arts daarna en daarnaast nog verder (medische) informatie had moeten opvragen, is door klager wel gesteld maar onvoldoende onderbouwd en ook overigens niet aannemelijk geworden. Alsdan is er geen sprake van een ondeugdelijke analyse en conclusie. Het college overweegt verder dat de bevindingen in de second opinion niet heeft genegeerd maar serieus heeft genomen, kan zich er deels in vinden, en heeft de conclusies grotendeels gevolgd. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht in alle onderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:33 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2272

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een tandarts. De voorzitter van het RTG heeft geoordeeld dat het handelen en nalaten van de tandarts, waarover in deze procedure wordt geklaagd, al is beoordeeld in een eerdere procedure. De voorzitter van het RTG heeft de klacht daarom kennelijk niet ontvankelijk verklaard.Naar het oordeel van de voorzitter van het CTG heeft de voorzitter van het RTG terecht het standpunt ingenomen dat er sprake is van de ‘ne bis in idem’ situatie en de klacht terecht niet ontvankelijk verklaard. Het beroep leidt daarom niet tot een andere beslissing dan die van het RTG en op die grond verwerpt de voorzitter van het CTG het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5281

    Klacht dat huisarts haar beroepsgeheim heeft geschonden, onjuiste en ongefundeerde informatie aan de raad voor de kinderbescherming heeft gegeven en klaagster daarvan niet op de hoogte heeft gesteld. KNMG-richtlijn omgaan met medische gegevens. Ondertekening informantenformulier voor raadsonderzoek. Informatie over thuissituatie, gezondheid, gedrag of de schoolprestaties van dochter klaagster. Geen toestemming om beroepsgeheim jegens klaagster te doorbreken. Artikel 1:240 BW. Eigen verantwoordelijkheid en afweging zorgverlener. Zorgvuldigheidseisen. Grove inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van klaagster. Ongefundeerde informatie. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:40 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1982

    Klacht tegen een bedrijfsarts die handelde als supervisor. Klager is van opvatting dat de bedrijfsarts heeft toegelaten dat geen goede diagnose is gesteld en er fouten zijn gemaakt, met grote negatieve gevolgen voor klagers gezondheid en zijn persoonlijke omstandigheden. Meer in het bijzonder verwijt hij de bedrijfsarts dat hij onvoldoende onafhankelijk toezicht heeft gehouden op het werk van de artsen (die onder zijn supervisie stonden), en hun werkzaamheden ten onrechte niet heeft gecorrigeerd. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht in alle onderdelen ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:34 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1865

    Klacht tegen een dermatoloog. Klaagster was doorverwezen naar het ziekenhuis waar de dermatoloog werkzaam is voor een laserbehandeling van littekens op haar wang. Er hebben verschillende behandelingen plaatsgevonden, waaronder een resurfacing behandeling. Klaagster verwijt de dermatoloog dat er tijdens de resurfacing behandeling iets mis is gegaan, waardoor zich een litteken heeft ontwikkeld op haar wang en dat klaagster op de spoedeisende hulp naar huis is gestuurd met zalf. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de beide klachtonderdelen feitelijke grondslag missen. De dermatoloog heeft de resurfacing behandeling niet verricht en was hier ook verder niet bij betrokken. De dermatoloog heeft verklaard klaagster nooit gesproken en/of gezien te hebben tijdens zijn diensten op de spoedeisende hulp. Het Regionaal Tuchtcollege ziet geen reden om aan de verklaring van de dermatoloog te twijfelen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:35 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1875

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is tijdens een revalidatietraject door de fysiotherapeut behandeld. Zij verwijt de fysiotherapeut onder meer het maken van ongepaste opmerkingen, het doen van ongewenste aanrakingen en het onzorgvuldig afhandelen van het evaluatiegesprek aan het einde van de behandelperiode. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:36 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1916

    Klacht tegen bedrijfsarts. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij a) geen juiste voorstelling van zaken heeft gegeven in zijn terugkoppeling van het spreekuur, b) informatievoorziening en correspondentie aan klager en zijn werkgever niet gelijktijdig naar deze partijen heeft gestuurd, en c) een passieve houding heeft aangenomen en een onduidelijk advies heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:37 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1917

    Klacht tegen bedrijfsarts. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij a) geen juiste voorstelling van zaken heeft gegeven in zijn terugkoppeling van het spreekuur, b) informatievoorziening en correspondentie aan klager en zijn werkgever niet gelijktijdig naar deze partijen heeft gestuurd, en c) een passieve houding heeft aangenomen en een onduidelijk advies heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:43 Hof van Discipline 's Gravenhage 220301

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klaagster verwijt verweerster dat zij aan de rechtbank mededeling heeft gedaan over (de inhoud van) schikkingsonderhandelingen en dat zij daarbij het standpunt van klaagster onjuist heeft weergegeven. Het hof is met de raad van oordeel dat de gegrondheid van de klachten niet kan worden vastgesteld. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, maar verbetert de gronden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:38 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1918

    Klacht tegen bedrijfsarts. Klager verwijt de bedrijfsarts kort samengevat dat hij a) zijn beroepsgeheim heeft geschonden dan wel zich partijdig heeft opgesteld, b) valsheid in geschrifte heeft gepleegd dan wel heeft gezorgd voor onjuiste en onwaarachtige verslaglegging, c) een passieve houding heeft aangenomen en heeft tegengewerkt, en d) heeft gezorgd voor onvolledige en niet gelijktijdige informatievoorziening en correspondentie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen a en b gegrond verklaard, de klachtonderdelen c en d ongegrond verklaard, en aan de bedrijfsarts de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.