Zoekresultaten 1-10 van de 42257 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:11 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/421939 KL RK 23-67

    Klacht tegen kandidaat-notaris inzake opstellen verklaring van erfrecht. Kandidaat-notaris zou niet voortvarend te werk zijn gegaan. Declaratiegeschil. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:12 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/424614 KL RK 23-91 C/05/424615 KL RK 23-92

    Klager klaagt terecht dat de notaris de koopovereenkomst niet heeft ingeschreven in het Kadaster. Indien de notaris van mening was dat hij de koopovereenkomst niet in kon schrijven omdat hij executeur was, dan had hij dat aan klager moeten berichten.Het is niet gebleken dat klager opdracht heeft gegeven aan de notarissen om hem te adviseren over het verkooptraject van de woning. Het is ook niet gebleken dat de notarissen partijdig hebben gehandeld. De klacht is gedeeltelijk gegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:5 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-19

    Het notariskantoor is belast met de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder van klager. Klager heeft een klacht ingediend, omdat hij het niet eens is met de handelwijze van de notaris in het dossier.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:94 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-156/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:80 Raad van Discipline Amsterdam 23-911/A/A

    Raadsbeslissing; Gegronde klacht van een advocaat over een advocaat. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door contact op te nemen met de minderjarige cliënt van klager op het moment dat klager bijstand verleende aan deze minderjarige cliënt. Daarmee heeft zij gedragsregel 25 lid 1 geschonden. De raad ziet aanleiding te volstaan met een gegrondverklaring zonder oplegging van een maatregel, nu verweerster zelf heeft erkend dat zij anders had moeten handelen en voor haar handelwijze haar verontschuldigingen heeft aangeboden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:95 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-237/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat in een geschil over een nalatenschap. Klacht deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond, met name vanwege het gebrek aan onderbouwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:81 Raad van Discipline Amsterdam 24-043/A/NH

    Raadsbeslissing; Gedeeltelijk gegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat. Verweerster heeft haar voorlichtingsplicht aan klaagster verzaakt. Daarnaast heeft verweerster nagelaten periodiek urenspecificaties en kostenoverzichten te verstrekken. Verder heeft verweerster haar factuur bijna twee jaar na het versturen van haar urenspecificatie onaangekondigd aan klaagster toegezonden, terwijl klaagster over de hoogte van de urenspecificatie bij het kantoor van verweerster een klacht had ingediend waarover zij (nog) niets had vernomen. Bovendien heeft verweerster zonder klaagster hierin te kennen de toevoegingsgelden verrekend met uren aan werkzaamheden die zij niet bij klaagster in rekening had gebracht. Verweersters handelen raakt aan de kernwaarde financiële integriteit. Ondanks het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerster, acht de raad gelet op de ernst van de verwijten de oplegging van een berisping en kostenveroordeling passend en geboden.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:7 Kamer voor het notariaat Amsterdam 735926 / NT 23-25

    Hoewel het belanghebbenden-begrip ruim moet worden uitgelegd, is de kring van belanghebbenden niet zo wijd dat een ieder in het kader van het algemeen belang van bescherming van de rechtszekerheid en het vertrouwen in het notariaat een klacht kan indienen. Klager heeft niet concreet onderbouwd dat hij in de strafzaak in verband met de veiling geconfronteerd zal worden met een vordering tot schadevergoeding van de bv’s dan wel de deelnemers in de Stichtingen. Van welke strafbare feiten hij wordt verdacht en wat de samenhang daarvan met de veiling zou kunnen zijn heeft hij niet toegelicht. Zonder nadere toelichting is ook niet te volgen dat de bv’s, dan wel de Stichtingen schadevergoeding zouden willen vorderen voor gemist verkooprendement omdat de verkoop aan [F]/[F BV] niet is doorgegaan. Dit geldt temeer waar het kennelijk (volgens de eigen stellingen van klager) niet aan klager te wijten is geweest dat de verkoop aan [F]/[F BV] niet is doorgegaan. De volgens klager te verwachten schadevergoedingsvordering in de strafzaak is daarmee naar het oordeel van de kamer onvoldoende om een afgeleid belang voor klager te creëren. Een andere directe of indirecte betrokkenheid van klager die zou leiden tot een belang van klager in de zin van artikel 99 lid 1 Wna, is naar het oordeel van de kamer niet aangetoond. De kamer is daarom van oordeel dat klager niet als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van artikel 99 lid 1 Wna.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:82 Raad van Discipline Amsterdam 24-193/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de privégedragingen van verweerster kennelijk ongegrond. Er is geen sprake is van privégedragingen die in het licht van de beroepsuitoefening van verweerster absoluut ongeoorloofd moeten worden geacht en het vertrouwen in de advocatuur ondermijnen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:114 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-196/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht van een derde over advocaat. Verweerder heeft de opdracht van klager niet aanvaard en ook geen werkzaamheden voor klager verricht. Klacht in alle onderdelen kennelijk niet ontvankelijk.