Zoekresultaten 41-50 van de 45173 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:119 Hof van Discipline 's Gravenhage 240335

    Klacht over de bijstand van de eigen advocaat. Klacht is niet-ontvankelijk, omdat de klacht te laat is ingediend.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:120 Hof van Discipline 's Gravenhage 240330

    Klacht over het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van private procespartij in een procedure bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Volgens klager heeft verweerder samen met zijn schoonzoon het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bewust misleid tijdens de mondelinge behandeling in een civiele procedure door opzettelijk onjuiste cijfers aan het hof te presenteren. Volgens de raad is daarvan niet gebleken. De klacht is ongegrond verklaard. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen die beslissing van de raad. Het hof bekrachtigt die beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:121 Hof van Discipline 's Gravenhage 240329

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. Volgens klager heeft verweerder samen met zijn cliënt (mr. P), een advocaat met wie klager een advocatenkantoor heeft gehad, en de schoonzoon van die cliënt, het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bewust misleid tijdens de mondelinge behandeling in een civiele procedure door opzettelijk onjuiste cijfers aan het hof te presenteren. Volgens de raad is daarvan niet gebleken. De klacht is ongegrond verklaard. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen die beslissing van de raad. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:115 Hof van Discipline 's Gravenhage 250201W

    Wraking. Verzoeker stelt dat de tuchtrechters de noodzakelijke specialistische kennis van het bestuursrecht ontberen. Door dit kennisgebrek kunnen volgens het wrakingsverzoek de betrokken rechters namelijk (al dan niet onbewust) normen uit een ander rechtsgebied toepassen (subjectieve partijdigheid door een verkeerd intern referentiekader) of de specifieke bestuursrechtelijke waarborgen en de machtsongelijkheid miskennen, hetgeen de schijn van vooringenomenheid wekt en leidt tot een voor verzoeker nadelige, onjuiste rechtsvinding (objectieve partijdigheid). De wrakingskamer wijst het wrakingsverzoek af. In het kader van de beoordeling van een wrakingsverzoek is de vraag of sprake is van voldoende deskundigheid niet van belang. De eventuele afwezigheid van voldoende deskundigheid op het gebied van het bestuursrecht kan op zichzelf niet leiden tot de conclusie dat de tuchtrechter(s) wier wraking is verzocht bevooroordeeld en/of vooringenomen, dus partijdig, is (zijn).

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:20 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/440576 / KL RK 24-127

    De notaris heeft niet gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid- en voorlichtingsplicht. De notaris heeft de overdracht van het bedrijfspand uitgesteld voor nader onderzoek, om de overdracht op een juridisch correcte en verantwoorde manier te realiseren. De kamer oordeelt dat dit een juiste werkwijze was. Ten aanzien van het klachtonderdeel over de declaraties van de notaris verwijst de kamer naar de geschillencommissie.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7945

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klager is onvrijwillig opgenomen op een gesloten afdeling voor mensen met dementie in een verpleeghuis. Klager verwijt verweerster met name dat zijn opname te lang heeft geduurd. Het college is van oordeel dat het niet te lang heeft geduurd voordat een (her-)beoordeling van de diagnose van klager heeft plaatsgevonden. Weliswaar was niet met zekerheid te bevestigen of uit te sluiten dat er sprake was van dementie, maar er bestond wel een reden voor opname.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:122 Hof van Discipline 's Gravenhage 240112

    Klacht de advocaat van de wederpartij. De raad heeft geoordeeld dat het klachtonderdeel dat ziet op het rechtstreeks benaderen van klaagster gegrond is en heeft aan verweerder de maatregel van berisping opgelegd. Op de zitting van het hof heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat hij zich kan vinden in het oordeel van de raad dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en dat zijn beroep alleen nog ziet op de opgelegde maatregel. Het hof ziet geen aanleiding om een andere maatregel op te leggen dan de raad heeft gedaan, te weten een berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:116 Hof van Discipline 's Gravenhage 250141

    Uit artikel 13 lid 3 Advocatenwet volgt dat het instellen van beklag alleen mogelijk is indien het verzoek om toewijzing van een advocaat is afgewezen. De deken heeft onderaan de beslissing een rechtsmiddelenclausule opgenomen waardoor ten onrechte de indruk is gewekt bij klager dat hij een rechtsmiddel kon aanwenden tegen de toewijzende beslissing. De ten onrechte in de toewijzingsbeslissing opgenomen rechtsmiddelenclausule stelt het bepaalde in artikel 13 lid 3 Advocatenwet niet terzijde. Dit betekent dat klager niet kan worden ontvangen in zijn beklag. Artikel 13 lid 3 Advocatenwet biedt ook geen juridische grondslag om te vragen om een nieuwe aanwijzingsbeslissing van de deken als klager zich niet kan vinden in de werkwijze van de aangewezen advocaat (en/of de deken).

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/444582 / KL RK 24-173

    De notaris heeft de boedelgoederen onzorgvuldig beheerd. De boedelbeschrijving is onder omstandigheden te laat opgesteld.Door trage communicatie en het uitblijven van tijdige actie door de notaris is onnodige vertraging in de afwikkeling van de nalatenschap opgelopen. De notaris heeft erkend dat het proces af en toe sneller had kunnen verlopen.De overige twee klachtonderdelen zijn ongegrond. Voor de gegrond verklaarde onderdelen legt de kamer de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:104 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-163/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat, aan wie klagers dossier door de rechtsbijstandsverzekeraar is uitbesteed. De raad is van oordeel dat niet valt in te zien op welk punt verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerder heeft na ontvangst van de doorverwijzing van de verzekeraar gedaan wat van hem mocht worden verwacht, toen klager protesteerde heeft verweerder pas op de plaats gemaakt en na ontvangst van een bericht van mr. M dat hij klager verder zou bijstaan heeft verweerder zich onttrokken. Ongegrond.