Zoekresultaten 111-120 van de 43854 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:272 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6786

    Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De 95-jarige moeder van klagers (hierna: patiënte) is thuis ten val gekomen waardoor haar rechterheup is gebroken. Klaagster is de wettelijk vertegenwoordiger van patiënte. Klagers verwijten de orthopedisch chirurg dat hij ondanks hun duidelijke en herhaaldelijk uitgesproken wens, heeft afgezien van een operatie bij de patiënte en zich beperkt heeft tot pijnbestrijding. Het college overweegt dat een hulpverlener in beginsel de wens van de wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt volgt, tenzij die wens niet verenigbaar is met de zorg van een goed hulpverlener. Het college is van oordeel dat de orthopedisch chirurg heeft kunnen besluiten tot de zorg waarvoor hij (in samenspraak met het team) heeft gekozen. Door de orthopedisch chirurg is in aanmerking genomen de leeftijd en conditie (zowel fysiek als mentaal) van de patiënt, de medische voorgeschiedenis, de breuk, en een mogelijke operatieve ingreep inclusief de risico’s die samenhangen met een operatie. De orthopedisch chirurg heeft de verschillende opties overwogen (en op een later moment zo nodig heroverwogen) en kon op goede gronden besluiten tot de gekozen behandeling. Deze beslissing vond ook steun in de adviezen vanuit onder meer de afdelingen geriatrie en anesthesie. De orthopedisch chirurg heeft voorts juridisch advies ingewonnen en overlegd met het bestuur van het ziekenhuis. Klacht ongegrond.Kenmerk: onjuiste behandeling/verkeerde diagnose

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:145 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742557 DW RK 23/416 MdV/SM

    Klacht ongegrond. Klager beklaagt zich erover dat er incassokosten van hem werden gevorderd, zonder dat daar correspondentie over is gevoerd. De kamer stelt vast dat aan klager op verschillende momenten door de gerechtsdeurwaarder is aangegeven waar de incassokosten op waren gebaseerd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:273 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A20223/6722

    Ongegronde klacht tegen een chirurg. De 95-jarige moeder van klagers (hierna: patiënte) is thuis ten val gekomen waardoor haar rechterheup is gebroken. Klaagster is de wettelijk vertegenwoordiger van patiënte. Klagers verwijten de chirurg dat hij ondanks hun duidelijke en herhaaldelijk uitgesproken wens, heeft afgezien van een operatie bij de patiënte en zich beperkt heeft tot pijnbestrijding. Het college overweegt dat een hulpverlener in beginsel de wens van de wettelijk vertegenwoordiger van de patiënt volgt, tenzij die wens niet verenigbaar is met de zorg van een goed hulpverlener. Het college is van oordeel dat de chirurg heeft kunnen besluiten tot de zorg waarvoor hij (in samenspraak met het team) heeft gekozen. Door de chirurg is in aanmerking genomen de leeftijd en conditie (zowel fysiek als mentaal) van de patiënt, de medische voorgeschiedenis, de breuk, en een mogelijke operatieve ingreep inclusief de risico’s die samenhangen met een operatie. De chirurg heeft de verschillende opties overwogen (en op een later moment zo nodig heroverwogen) en kon op goede gronden besluiten tot de gekozen behandeling. Deze beslissing vond ook steun in de adviezen vanuit onder meer de afdelingen geriatrie en anesthesie. De chirurg heeft voorts juridisch advies ingewonnen en overlegd met het bestuur van het ziekenhuis. Klacht ongegrond.Kenmerk: onjuiste behandeling / verkeerde diagnose

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:146 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/747269 / DW RK 24/95 MdV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich erover dat de gerechtsdeurwaarder ten onrechte beslag op het inkomen van klager heeft gelegd. De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht toekomt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:225 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-166/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:226 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-201/DH/RO/D

    Tussenbeslissing. Dekenbezwaar over de kantoororganisatie van verweerster. De raad wijst onder analoge toepassing van artikel 46l tot en met 46n Advocatenwet de Haagse deken aan als vooronderzoeker om een kantoorbezoek te verrichten.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:317 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-596/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Verweerder is in zijn verweer namens klaagster voor meerdere ankers gaan liggen. Het feit dat de kantonrechter in het nadeel van klaagster heeft geoordeeld kan verweerder niet worden verweten. Verder is geen sprake van excessief declareren. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:313 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-366/AL/GLD

    Verzetsbeslissing. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen. In de voorzittersbeslissing is de juiste maatstaf toegepast en met alle relevantie feiten en omstandigheden is rekening gehouden. Uit het verzet en de toelichting daarop begrijpt de raad dat klager van mening is dat de voorzitter uit de klacht ook had moeten begrijpen dat deze was gericht op het niet juist volgen van de interne klachtprocedure door het kantoor van verweerder. De raad is van oordeel dat de voorzitter dit niet heeft kunnen opmaken uit de klacht zoals die er lag. Ook de raad leest dat er niet in, zelfs niet na de toelichting op de mondelinge behandeling van het verzet. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:268 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7182

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat de klachten aan zijn polsen onvoldoende zijn behandeld. Klager verwijt de huisarts niet dat hij van de wachtlijst is afgehaald, maar wel dat de huisarts niet heeft doorgepakt, ze had moeten doorverwijzen en er achteraan moeten blijven gaan. Het college oordeelt dat de huisarts adequaat heeft gehandeld door meteen contact op te nemen met het ziekenhuis toen er onduidelijkheid bestond over de plaats van klager op de wachtlijst. De huisarts heeft vervolgens in gang gezet dat in het ziekenhuis zou worden uitgezocht waarom hij van de wachtlijst is gehaald. Het college kan zich voorstellen dat het frustrerend is voor klager dat het lang duurt voordat hij geopereerd wordt en dat hij al lang met klachten loopt. Het is daarbij niet helpend dat er geen vast aanspreekpunt is voor klager en dat hij door veel verschillende (huis)artsen wordt gezien. Dit kan de huisarts echter niet persoonlijk verweten worden. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:314 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-367/AL/GLD

    Verzetsbeslissing. De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen. In de voorzittersbeslissing is de juiste maatstaf toegepast en met alle relevantie feiten en omstandigheden is rekening gehouden. Uit het verzet en de toelichting daarop begrijpt de raad dat klager van mening is dat de voorzitter uit de klacht ook had moeten begrijpen dat deze was gericht op het niet juist volgen van de interne klachtprocedure door het kantoor van verweerder. De raad is van oordeel dat de voorzitter dit niet heeft kunnen opmaken uit de klacht zoals die er lag. Ook de raad leest dat er niet in, zelfs niet na de toelichting op de mondelinge behandeling van het verzet. Verzet ongegrond.