Zoekresultaten 1871-1880 van de 42634 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:255 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-983/AL/MN

    Naar het oordeel van de raad heeft verweerster voldoende met haar cliënt gecommuniceerd over haar plotselinge afwezigheid. De raad is van oordeel dat wanneer een advocaat gaandeweg tot het oordeel komt dat een andere insteek noodzakelijk is, het onvermijdelijk is deze koers te kiezen in weerwil van de inhoud van de opdrachtbevestiging. Hier wreekt zich wel dat verweerster haar eerst nogal algemene opdrachtbevestiging op verzoek van klager heeft herschreven tot een wel heel specifieke opdrachtbevestiging. Het had de voorkeur verdiend indien verweerster het doel van klager had verwoord, in plaats van een juridische route die zij nog niet goed doordacht had. Dat het gewijzigd inzicht eerst na zeven maanden is gekomen, verdient ook geen schoonheidsprijs. Dit is echter geen onderdeel van de klacht. Dat klager met de gewijzigde koers niet heeft willen instemmen, zoals hij aan verweerster heeft gemaild, is denkbaar, maar maakt niet dat verweerster van de hiervoor geschetste handelwijze een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Van een kwalitatief onvoldoende processtuk is de raad evenmin gebleken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:235 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5524

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De arts heeft geassisteerd bij een operatie aan een trigger finger. Klaagster heeft meerdere klachten over de behandeling en de rol van de arts daarbij. Het college overweegt dat het op de weg van de plastisch chirurg lag om klaagster te informeren over de door de arts uit te voeren handelingen. Dat dit niet is gebeurd levert geen tuchtrechtelijke verwijtbaarheid ten aanzien van de arts op. Het wel of niet onder bloedleegte opereren is de beslissing van de plastisch chirurg. Nu de plastisch chirurg niet onder bloedleegte opereerde heeft de arts logischerwijs geen manchet bij klaagster omgedaan. De toegepaste plaatselijke verdoving is een gebruikelijke en geschikte wijze van verdoving. De klacht is kennelijk ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:192 Raad van Discipline Amsterdam 23-288/A/A 23-289/A/A/D

    Raadsbeslissing; klacht en dekenbezwaar. Klacht is grotendeels niet-ontvankelijk vanwege overschrijding driejaarstermijn en voor het overige ongegrond. Dekenbezwaar is in alle onderdelen gegrond. Het betreft het handelen van de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. De raad is van oordeel dat verweerster de belangen van klaagster op ontoelaatbare wijze heeft geschaad. Verweerster heeft in strijd met de norm van artikel 46 Advocatenwet gehandeld door klaagster een echtscheidingsconvenant te laten ondertekenen, zonder de (laatst bekende) advocaat van klaagster hierover te benaderen of bij die advocaat na te gaan of zij klaagster nog bijstond. Verder is niet gebleken dat verweerster voorafgaand aan het ondertekenen van het echtscheidingsconvenant heeft gecontroleerd of klaagster de Nederlandse taal voldoende machtig was en of zij de inhoud van het echtscheidingsconvenant had begrepen. Daarnaast heeft verweerster een echtscheidingsverzoek bij de rechtbank ingediend zonder de (laatst bekende) advocaat van klaagster hierover te informeren of bij haar te verifiëren of zij klaagster nog bijstond. Tot slot heeft verweerster klaagsters handtekening op de akte van berusting gelegaliseerd, terwijl deze niet in bijzijn van verweerster is gezet en de identiteit aan de hand van een paspoort of ID kaart is gecontroleerd. Met dit laatste handelen heeft verweerster in strijd met de waarheid een verklaring afgelegd en daarmee ook de kernwaarde integriteit ernstig geschaad. Gelet op de ernst en omvang van de verweten gedragingen en rekening houdend met het recente tuchtrechtelijke verleden van verweerster, acht de raad een voorwaardelijke schorsing in de praktijkuitoefening voor de duur van 26 weken noodzakelijk en passend.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:186 Raad van Discipline Amsterdam 23-648/A/DH/W

    Wraking kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:236 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5403

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. Klager is door de plastisch chirurg geopereerd aan de rechterhand vanwege Carpaal Tunnel Syndroom. Volgens klager heeft hij daarbij de midden zenuw gekrabd of beschadigd waardoor Sudeckse-dystrofie is ontstaan. Het college kan niet vaststellen dat de plastisch chirurg tijdens de ingreep onzorgvuldig heeft gehandeld. Uit het dossier volgt dat de klachten van pijn, tintelingen, verminderd gevoel en kracht na de ingreep waren verbeterd, wat niet past bij beschadiging van een zenuw. Het college kan verder niet vaststellen dat de plastisch chirurg een boze indruk maakte tijdens de ingreep. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:193 Raad van Discipline Amsterdam 23-322/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft duidelijk gecommuniceerd onder welke voorwaarden zijn cliënte bereid was over een schikking na te denken. Dat klager de antwoorden van verweerder daarbij te kort vindt of niet begrijpt, is aan hem, maar uit deze correspondentie volgt in ieder geval niet dat verweerder zich niet of onvoldoende constructief zou hebben opgesteld in de schikkingsonderhandelingen. Klachtonderdeel a) is daarom ongegrond. Klager heeft de vermeende grievende uitlatingen onvoldoende geconcretiseerd en hij heeft ook niet onderbouwd waarom de uitlatingen grievend zouden zijn. Klachtonderdeel b) is ongegrond. Het in klachtonderdeel c) aan verweerder gemaakte verwijt is in de procedure reeds door hem rechtgetrokken en dit kan hem nu dan ook niet meer worden verweten. Klachtonderdeel c) is eveneens ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:187 Raad van Discipline Amsterdam 23-613/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Met het toezenden van een concept-faillissementsrekest heeft verweerder in het belang van zijn cliënte gehandeld en geen onevenredig nadeel aan klaagster toegebracht. Verweerder heeft toereikend toegelicht dat zijn cliënte een gerechtvaardigd belang had voor het verder druk uitoefenen op klaagster. Klaagster had niet gereageerd op de sommaties van verweerder. Andere pogingen tot contact waren niet gelukt. Het betrof bovendien een substantiële vordering. In die omstandigheden is het toezenden van een concept-faillissementsrekest geen ongebruikelijke handelwijze.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:237 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5434

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft klaagster gezien wegens problemen met borstprothesen. Enkele weken daarna wordt tijdens een second opinion kanker geconstateerd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg a) nalatigheid omdat hij de diagnose heeft gemist en b) dat hij haar onheus heeft bejegend. Gelet op de uitkomst van de echo was er op dat moment geen noodzaak verder onderzoek te doen. Onheuse bejegening kan niet worden vastgesteld. Beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:194 Raad van Discipline Amsterdam 23-330/A/A

    Raadsbeslissing; klacht over advocaat van de wederpartij ongegrond. De raad concludeert dat is voldaan aan de in gedragsregel 15 cumulatief genoemde uitzonderingsbepalingen en dat verweerder aldus geen instemming aan klaagster hoefde te vragen. Van een overtreding van gedragsregel 15 door verweerder is daarom dan ook geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:188 Raad van Discipline Amsterdam 23-624/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Van het innemen van ongefundeerde stellingen uitsluitend om klaagster in kwaad daglicht te stellen is geen sprake.