Zoekresultaten 501-510 van de 2792 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:7 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/375548 / KL RK 20-105

    Klaagster stelt dat de notaris gehouden was om het door klaagster gewenste testament te passeren. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard en heeft het volgende overwogen. De notaris heeft terecht aangevoerd dat op basis van het eerste telefoongesprek er meerdere indicatoren waren die aanleiding vormden om in een gesprek onder vier ogen te onderzoeken of klaagster voldoende in staat was haar wil op onafhankelijke wijze te vormen. De kamer acht het zorgvuldig dat de notaris een aparte afspraak met klaagster wilde maken op basis van de aanwezige indicatoren. Er was op dat moment dan ook geen sprake van het niet mee willen werken aan het passeren, maar van een tussenstap waarover klaagster direct is geïnformeerd. Doordat klaagster vervolgens direct dreigde met een klacht, acht de kamer het voorstelbaar dat dit heeft geleid tot een vertrouwensbreuk tussen klaagster en de notaris. Het is dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de notaris vervolgens niet (langer) wilde meewerken aan het testament van klaagster en klaagster heeft doorverwezen naar een ander notariskantoor.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:39 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/367627 / KL RK 20-31

    De kandidaat-notaris is in beginsel gerechtigd de persoons- en adres gegevens van een gemachtigde/vertegenwoordigster als klaagster in de akte op te nemen. Toen klaagster aangaf dat dit niet de bedoeling was, heeft de kandidaat-notaris dat onmiddellijk gecorrigeerd. Verificatie van de gegevens van klaagster in BRP is voor de kandidaat-notaris toegestaan in het kader van de voorschriften verificatie identiteit. Niet is komen vast te staan dat de kandidaat-notaris in deze zaak onvoldoende zorgvuldig zou zijn omgegaan met de mogelijke toepasselijkheid van de AVG.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:8 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/371950 / KL RK 20-75

    Klacht over een notaris in haar rol als vereffenaar in een nalatenschap. Zo verwijt klager de notaris dat het tempo van de werkzaamheden te laag ligt, de notaris onnodig telkens de uitkomst van gerechtelijke procedures afwacht, de notaris zich als rechter/advocaat opstelt in plaats van als notaris haar werkzaamheden uit te voeren en de interne klachtenprocedure van het kantoor van de notaris niet voldoet en louter is gericht op het kunnen schrijven van uren. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:40 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/364244 KL RK 19-171

    De notaris die de oprichtingsakte  vennootschap passeert heeft niet ook tot taak bij de belastingdienst goedkeuring aan te vragen voor de met de oprichting gerealiseerde althans beoogde geruisloze inbreng. Daarbij speelt mede een rol dat een verzoek aan de belastingdienst ook nog kan worden gedaan nadat een vennootschap is opgericht. Wel behoort de notaris, die in de akte van oprichting opneemt dat de oprichter de door haar genomen aandelen zal volstorten door geruisloze inbreng in de vennootschap van de gehele door haar voor eigen rekening gedreven onderneming, te controleren of zijn cliënt er van op de hoogte is dat een goedkeurende beschikking bij de belastingdienst aangevraagd moet worden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2021:9 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/374685 / KL RK 20-101 C/05/374686 / KL RK 20-102

    Klaagsters verwijten de notarissen kort gezegd dat zij met erflater niet de mogelijkheid van een zogeheten 30-dagenclausule (ook wel calamiteitenclausule genaamd) hebben besproken. Ook verwijten klaagsters de notarissen dat zij niet met hem onder vier ogen hebben gesproken ten tijde van het opstellen en passeren van het testament. Gelet op alle feiten en omstandigheden heeft de kamer de klacht ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:42 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/369645 / KL RK 20-55

    De kamer is van oordeel dat de door klager aangevoerde feiten (over de waarborgsom, over het onderzoek naar de herkomst van de gelden, over het uitwerken van de koopovereenkomst, over de (on)partijdigheid van de notaris en over slordigheden in de akte) voor zover deze zijn komen vast te staan, afzonderlijk dan wel in onderlinge samenhang bezien, niet de conclusie rechtvaardigen dat de notaris bij de overdracht onzorgvuldig heeft gehandeld. De vraag of hier sprake is geweest van handelen in strijd met artikel 3:45 BW valt buiten de reikwijdte van de tuchtrechtelijke beoordeling. Dit neemt echter niet weg dat tuchtrechtelijk kan worden geoordeeld dat een notaris die zich bewust is van een dreigend faillissement zijn ministerie behoort te weigeren voor wat betreft het faciliteren van onverplichte rechtshandelingen van de partij voor wie dat faillissement dreigt. Daarvan is hier niet gebleken.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:38 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/365396 / KL RK 20-13

    Het is volgens het Stappenplan mogelijk dat een notaris de indicatoren van het stappenplan toepast en aan de hand daarvan tot de conclusie komt dat nader onderzoek naar de wilsbekwaamheid niet noodzakelijk is. In deze zaak is niet komen vast te staan dat de notaris onvoldoende zorgvuldig tot de conclusie is gekomen dat nader onderzoek naar de wilsbekwaamheid niet noodzakelijk zou zijn.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2021:4 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/53

    Klaagster verwijt de notaris dat zij onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van vader toen zij zijn testament passeerde. Ook heeft de notaris volgens klaagster onvoldoende gewaarborgd dat vader zijn wil op onafhankelijke wijze - zonder beïnvloeding van derden - aan de notaris heeft kunnen overbrengen. Naar het oordeel van de kamer kon en mocht de notaris concluderen dat vader wilsbekwaam was om bij testament over zijn nalatenschap te beschikken. Daarbij neemt de kamer mede in aanmerking dat de notaris zich overeenkomstig de aanbeveling uit het Stappenplan bij haar uiteindelijke besluitvorming over de wilsbekwaamheid van vader tijdens het passeren van het testament bij hem thuis heeft laten bijstaan door twee getuigen. De notaris heeft naar het oordeel van de kamer eveneens een voldoende zorgvuldige invulling gegeven aan haar taak om te waken voor een vrije en onafhankelijke wilsvorming van vader. Dat de notaris niet op enig moment afzonderlijk met vader de relevante aspecten van zijn testament heeft besproken, maar steeds in het bijzijn van zijn echtgenote, is naar het oordeel van de kamer in de gegeven omstandigheden verantwoord geweest. De klacht wordt ongegrond verklaard

  • ECLI:NL:TNORSHE:2021:5 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2020/51

    De kamer begrijpt dat klagers de oud-notaris verwijten dat hij in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van oma onzorgvuldig heeft gehandeld. Naar het oordeel van de kamer is niet voldoende gebleken dat klager bevoegd is om namens klaagster op te treden. De klacht van klaagster wordt reeds hierom niet-ontvankelijk verklaard. Hoewel klager niet rechtstreeks betrokken is geweest bij de handelwijze van de oud-notaris, is de kamer van oordeel dat hij als kleinkind en erfgenaam van oma een indirect/afgeleid belang heeft. In deze zaak heeft de oud-notaris gehandeld in hoedanigheid van bewindvoerder. Naar het oordeel van de kamer houden de gedragingen van een bewindvoerder voldoende verband met zijn voormalige hoedanigheid als notaris, zodat de oud-notaris zich tot de datum van zijn defungeren ook voor zijn handelen als bewindvoerder tuchtrechtelijk moet verantwoorden. Over de periode daarna tot aan het overlijden van oma is de oud-notaris tuchtrechtelijk niet aansprakelijk, omdat hij toen geen notaris meer was. Klager stelt slechts in algemene zin dat de oud-notaris onzorgvuldig heeft gehandeld. Hij heeft nagelaten zijn algemene stellingen voldoende te concretiseren en toe te lichten. Weliswaar heeft klager een enorme hoeveelheid bijlagen overgelegd, maar hij heeft de relevantie van de inhoud van deze bijlagen in het kader van deze tuchtklacht niet, althans onvoldoende geduid. Klager heeft geen aanknopingspunten aangereikt om tot het oordeel te kunnen komen dat de oud-notaris als bewindvoerder tot zijn defungeren tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht van klager wordt daarom ongegrond verklaard. Bij dit oordeel heeft de kamer betrokken dat door klager onweersproken is gelaten dat alle door de oud-notaris ingediende rekeningen en verantwoordingen (tot zijn defungeren) steeds door de kantonrechter zijn goedgekeurd

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:37 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/367793 / KL RK 20-32

      1)Uit de aantekeningen van de notaris volgt dat de notaris bij haar werkzaamheden in deze zaak wel degelijk het Stappenplan gevolgd heeft. De omstandigheid dat er in deze zaak weinig tijd was tussen het eerste, het tweede en het passeergesprek met erflaatster volgt uit de medische toestand van erflaatster. Geen grond aan te nemen dat wilsbekwaamheid onzorgvuldig zou zijn beoordeeld. 2) De kamer is van oordeel dat de notaris een plausibele verklaring geeft voor de aanpassing van de passeerdatum in het CTR, die ook volledig aansluit op de feiten zoals klager die stelt. 3) De notaris stelt weliswaar terecht dat zij de instemming van de zoon van klager/executeur van het testament nodig had om klager een volledig afschrift van het testament te kunnen verstrekken, maar voor het vragen van deze toestemming - waardoor de zoon van klager op dat moment bekend werd met klagers belangstelling voor het testament - had de notaris in dit geval eerst toestemming moeten vragen aan klager.