Zoekresultaten 2301-2310 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0713 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW181.2011

    Onder voorwaarden met instemming van klaagster ingediend faillissementsverzoek zonder instemming van klaagster ingetrokken. Bij het treffen van een betalingsregeling geen rekening houden met belangen klaagster. Naar het oordeel van de Kamer had het faillissementsverzoek niet zonder klaagster daarover te consulteren mogen worden ingetrokken. Vaststaat dat het verzoek mede door klaagster was ingediend onder de voorwaarde een betaling aan de cliënt van de gerechtsdeurwaarders ook zou leiden tot een (evenredige) betaling aan klaagster. Klacht deels gegrond en een maatregel opgelegd. Hoger beroep ingesteld. 

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0726 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDwverzet289.2011

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Klacht betreft een uit zijn ambt gezette gerechtsdeurwaarder gericht tegen de waarnemer. De kamer acht de beslissing van de voorzitter juist en verklaarrt het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0707 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW294.2011

    Beslag onder bank met het oogmerk de beslagvrije voet te omzeilen? Ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld niet door klager aangetoond. Niet verschijnen op aangekondigd beslag op roerende zaken laakbaar? In beginsel wel, maar onder door de gerechtsdeurwaarder aangevoerde omstandigheden in dit geval niet.

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0720 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW428.2011

      Beklaagde is sinds 1 juli 2009 geen lid meer van de beroepsorganisatie. De KBvG stelt zich op het standpunt dat beklaagde in de periode van 1 januari tot 1 juli 2009 - naar rato van de studieverplichting voor twee jaar – 6 studiepunten had moeten behalen. Ook heeft zij een op grond van artikel 4 van de Verordening verplicht gestelde cursus niet gevolgd. De Kamer is van oordeel dat indien een uitgetreden lid van de KBvG de verplichtingen – zoals ze zijn omschreven in Wet en Verordening – niet nakomt, kan er geen sprake zijn van een tekortkoming die hem/haar tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. Uit de Wet en de Verordening kunnen immers geen andere scholingsplichten worden afgeleid dan aldaar omschreven. En er is geen bepaling die de leden voorschrijft om bijvoorbeeld per maand een pro rata aantal studiepunten te behalen. De klacht wordt ongegrond verklaard. Hoger beroep ingesteld.

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0701 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet334.2011

      Verzet tegen voorzittersbeslissing. Geen aanleiding voor aanpassing van de beslissing van de voorzitter die de Kamer juist acht. Verzet ongegrond.  

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0714 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW612.2011

    De door het BFT ingediende klachten, het voeren van (onvoldoende) administratie, een bewaringstekort op diverse momenten, het betalen van kantoorkosten van de kwaliteitsrekening, het overboeken van gelden van de kwaliteitsrekening naar de kantoorrekening zonder controle op een toereikende bewaringspositie en het niet tijdig indienen van de jaarstukken, worden allen gegrond verklaard. De gerechtsdeurwaarder wordt uit zijn ambt gezet. Hoger beroep ingesteld.

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0727 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet293.2011

      Verzet tegen voorzittersbeslissing. De kamer acht de beslissing van de voorzitter juist. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0708 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet380.2011

      Verzet tegen voorzittersbeslissing. Geen aanleiding voor aanpassing van de beslissing van de voorzitter die de Kamer juist acht. Verzet ongegrond.  

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0751 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet575.2011

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0698 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 240.211

    Verslaafde (en eerder op grond daarvan geschorste) gerechtsdeurwaarder valt in herhaling en wordt door de rechtbank strafrechtelijke veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf wegens poging tot afpering en poging tot diefstal met geweld. De Kamer stelt vast dat de gerechtsdeurwaarder verslaafd is en dat hij deze verslaving niet onder controle heeft weten te brengen. Hij heeft erkend dat hij in een openbare gelegenheid grof geweld heeft toegepast terwijl hij onder invloed van [     ] en [     ] verkeerde. Of, en zo ja welke, strafrechtelijke consequenties dat heeft is voor de tuchtrechtelijke waardering van deze feiten van ondergeschikt belang. Dat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in de privé sfeer is niet van belang. Als de gerechtsdeurwaarder ten tijde van de gebeurtenis verminderd toerekeningsvatbaar was, maakt dit het oordeel niet anders. Anders dan in het strafrecht staat in het tuchtrecht immers het vertrouwen van het publiek in een openbaar ambtenaar centraal. Dat die ambtenaar (mogelijk) verminderd toerekeningsvatbaar is kan het publiek niet waarnemen, zodat dat in het tuchtrecht in beginsel geen rol kan spelen. De klacht wordt gegrond verklaard en de gerechtsdeurwaarder als maatregel ontzetting uit het ambt opgelegd. De Kamer acht het ongewenst dat de tenuitvoerlegging van deze maatregel door een eventueel hoger beroep bij het gerechtshof tegen deze beslissing wordt geschorst reden waarom de gerechtsdeurwaarder opnieuw wordt geschorst voor een periode van zes maanden.