ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0727 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet293.2011

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0727
Datum uitspraak: 18-10-2011
Datum publicatie: 23-03-2012
Zaaknummer(s): GDWverzet293.2011
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   Verzet tegen voorzittersbeslissing. De kamer acht de beslissing van de voorzitter juist. Verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 18 oktober 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 293.2011 ingesteld door:

[     ] en [     ],

wonende te Amsterdam,

klagers,

gemachtigde: [     ],

tegen:

[     ],

kandidaat- gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 26 april 2011 (zaaknummer 01.2011) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klager tegen beklaagde ingediende klacht.

Bij brief van 27 april 2011 is klager een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 6 mei 2011 heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 6 september 2011. De gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klagers zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 18 oktober 2011.

2. De gronden van het verzet

In verzet hebben klagers samengevat aangevoerd dat zij het niet eens zijn met de beslissing van de voorzitter. Het is onwaarschijnlijk dat de twee afschriften op beide (onderling verschillende) adressen door klagers niet zijn ontvangen. Dat wekt het vermoeden dat de afschriften niet zijn achtergelaten door de gerechtsdeurwaarder. Het is daarom aan de gerechtsdeurwaarder om aannemelijk te maken dat hij de afschriften wel heeft achtergelaten. Hij heeft dat niet gedaan en daarmee wel degelijk tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klagers hebben het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in hun verzet kunnen worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarder dat deze een dagvaarding in kort geding d.d. 29 oktober 2010 niet rechtsgeldig aan hen heeft betekend. De gerechtsdeurwaarder heeft in het exploot van betekening vermeld dat hij de dagvaarding op beide adressen, zowel dat van klaagster als van klager, heeft achtergelaten in de gesloten envelop. Klagers hebben echter op beide adressen geen dagvaarding ontvangen.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is, omdat het exploot van betekening een authentieke akte is en de inhoud daarvan, ook voor wat betreft de wijze van betekening, behoudens tegenbewijs, dat door klagers niet is geleverd, vast staat.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De gerechtsdeurwaarder heeft in verzet verwezen naar zijn verweer tegen de klacht.

6.2 Het onderzoek in verzet naar het oordeel van de Kamer niet geleid tot de vaststelling van andere feiten of omstandigheden en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmee de Kamer zich verenigt. Ook in verzet hebben klagers niet aannemelijk gemaakt dat zij de dagvaarding niet hebben ontvangen.

7. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. C.W. Inden en M.J.-M.L. Baudoin (plaatsvervangend) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 oktober 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Ingevolge het bepaalde in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet staat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open.